Al drie jaar staat het boek ‘Sapiens’ op nummer één van de bestsellerlijst in Israël. Het is een scherp, kritisch en betrokken boek over de geschiedenis van onze soort vanaf 70.000 jaar geleden, toen de Homo sapiens een voor de ecologie nog onbetekenende soort was. Deze ‘kleine geschiedenis van de mensheid’ is afwisselend cynisch en met humor geschreven, en moeilijk terzijde te leggen. Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling. Kennislink kreeg de kans met de schrijver te spreken, de 38-jarige Israëlische historicus Yuval Noah Harari.
Voor een historicus gaat u wel heel ver terug in de tijd…
“Voor mij is geschiedenis de studie van alle wezens die dezelfde cognitieve capaciteiten hebben als wij. Uit studies van gereedschap en grotschilderingen weten we dat sapiens vanaf circa 40.000 jaar geleden even intelligent is als wij, op individueel niveau misschien zelfs nog slimmer. Ik zie de logica er niet van in om geschiedenis te beginnen met de eerste koninkrijken. Ook kun je de geschiedenis van de mens niet bestuderen zonder aandacht te schenken aan de evolutie en het milieu waarin sapiens leefde. Helaas gebeurt dat nog te weinig.”
Hoe zou u een dag willen doorbrengen met de steentijdmens?
“Een dag zou veel te kort zijn. Het zou niet genoeg zijn om zijn taal te leren. Volgens linguïsten hadden jager-verzamelaars en de eerste boeren een complexe taal, juist omdat hun gemeenschap zo klein was. Maar we weten er weinig vanaf omdat er niets op schrift is gezet. Als ik een dag met een steentijdmens zou doorbrengen, ben ik vooral nieuwsgierig naar hoe hij/zij het leven en de wereld ervaart en niet zozeer hoe hij technisch overleeft. Ik zou zijn emotionele en spirituele leven willen begrijpen.”
“Hoe zijn hun onderlinge relaties, familiebanden en hoe is hun relatie tot dieren? Hadden ze kerngezinnen of leefden ze in commune-achtige structuren waarin ze hun kinderen gezamenlijk grootbrachten? We weten het niet. De diversiteit van samenlevingsvormen kan heel groot geweest zijn, zoals ook de relaties in chimpanseegroepen en bonobo’s heel anders zijn. Pas na de landbouwrevolutie worden patriarchale structuren dominant.”
U schrijft dat de agrarische revolutie sapiens geen beter leven opleverde…
“De grootste les van de agrarische revolutie – waarvan de vroegste rond 12.000 jaar geleden in het Midden-Oosten plaatsvond – is dat het boerenleven veel zwaarder was dan het leven als jager-verzamelaar. Lichaam en geest evolueerden voor een bestaan als jager-verzamelaar. Het boerenleven is fysiek zwaar en eentonig voor onze hersenen. Uit fossiele skeletten kun je afleiden dat Homo sapiens gaat lijden zodra hij het bestaan van jager-verzamelaar inruilt voor het boerenleven. Sapiens verwachtte dat dit hem meer voedsel en zekerheid zou opleveren. Het tegendeel gebeurde. De grotere beschikbaarheid van voedsel leidde tot een bevolkingsgroei; ze moesten hun oogst beschermen tegen diefstal.”
“Meer zekerheid leverde het dus niet op. Legers en koningen namen het voedsel van de boeren af. Het moet een les zijn voor de mensheid: betere omstandigheden door méér bezit leiden vaak tot onvoorspelbare problemen. Ook de gezondheid nam niet toe. Het dieet van jager-verzamelaars was gevarieerder: zij aten paddenstoelen, bessen en allerlei dieren. 90% van ons dieet komt momenteel van één gewas: tarwe. De verslaving aan enkele kerngewassen begon tijdens de agrarische revolutie.”
Is het feit dat u in Israël bent geboren van invloed geweest op de wijze waarop u de geschiedenis van sapiens benadert?
“Jazeker. Israël is het gebied waar Homo sapiens en de neanderthalers duizenden jaren samen hebben geleefd. Sinds een jaar of drie weten we dat Europeanen en de bevolking van het Midden-Oosten 4% Neanderthal-DNA bezit. Rond 40.000 jaar geleden waren er tussen beide mensensoorten grote verschillen, zowel fysiek als cognitief. Het is dus zeer bijzonder dat ze nageslacht hebben voortgebracht.”
“Het is politiek dynamiet want na de Tweede Wereldoorlog heerste het algemene idee dat er geen genetische verschillen tussen rassen bestaan, dat we allemaal Homo sapiens zijn met hetzelfde DNA. Dat blijkt nu dus niet het geval te zijn. We kunnen nu onderscheid maken tussen groepen op grond van DNA, verschillen die honderdduizenden jaren terug gaan. Melanesiërs hebben DNA van de Denisovan-mens; Europeanen van de Neanderthaler. We weten nog niet waar het specifieke DNA verantwoordelijk voor is en wetenschappers zijn erg voorzichtig met uitspraken hierover. We kunnen explosieve inzichten verwachten in de toekomst als er meer kennis beschikbaar komt vanuit de genetica.”
Zal het sapiens ooit lukken duurzaam te leven op aarde, ook met negen miljard zielen?
“In theorie wel, maar het kapitalistische economisch systeem laat dat niet toe. Het basisprincipe is groei. Overheden en banken zijn bang voor nulgroei; de economie stort dan in. Geen enkele politieke of economische elite zal een stap terug willen doen. Dat zie je ook bij het probleem van klimaatverandering. Vroeger was het een apocalyptisch beeld van een minderheid; nu is het een op consensus gebaseerd toekomstbeeld. Toch wil niemand de stap terugdoen om het risico te verminderen. Geen enkele regering is bereid de economische groei te stoppen en een echt duurzame samenleving te realiseren.”
Is economische groei een modern streven?
Economische groei is een ideologisch en psychologisch streven dat bij de middeleeuwse mens totaal onbekend was. (Harari specialiseerde zich als historicus in de middeleeuwse geschiedenis, red.). Van hoog tot laag, van koningen tot boeren, niemand in die tijd verwachtte een belangrijke verandering gedurende zijn leven. Het middeleeuwse beeld van de economie kun je vergelijken met een taart met vaste proporties; daarentegen is het idee van de moderne economie gebaseerd op een taart die onbeperkt kan groeien, ongeacht de oorspronkelijke afmetingen.
“In de moderne economische visie kan bijvoorbeeld Nederland groeien zonder dat dit ten koste gaat van een ander land. Sterker nog: het is zelfs zo dat onze groei afhangt van de groei van een ander land: als zij groeien, groeien wij ook! Onbeperkte groei is de basis van het moderne kapitalisme. Mensen verwachten dat in de toekomst alles nog beter zal worden: meer bezit, een betere gezondheid, meer producten, meer grondstoffen.”
Is dat een schijnidee volgens u?
“Europeanen genieten nu van een vrede en welvaart zoals die niet eerder in de geschiedenis is voorgekomen, terwijl ze blijven klagen. Dat is een wereldwijd patroon. Als de vooruitgang stopt, denken ze dat er iets mis is. Natuurlijk zijn er problemen, maar als mijn middeleeuwse voorouders zouden zien hoe ik nu leef, zou dat op ze overkomen als het paradijs. Ook buiten Europa is men ontevreden. Kijk naar Egypte. De kans voor een moeder en kind om de geboorte te overleven en voor een gemiddelde Egyptenaar op een lang leven is sinds Mubarak (de Egyptische president die in 2011 werd afgezet, red.) nog nooit zo groot geweest. Toch zijn ook de Egyptenaren ontevreden.”
Bent u vooral een optimist of een pessimist?
“Er is reden voor groot optimisme omdat tegenwoordig zo weinig oorlogen worden gevoerd. Vrede op aarde is weliswaar niet 100%, maar vergeleken met historische tijden leven we nu in de meest vredige tijd ooit. Niet alleen zijn er minder oorlogen, ook de dreiging van een oorlog is afwezig. In grote delen van de wereld is oorlog gewoonweg ondenkbaar. Dat geeft vertrouwen dat de mensheid tot grootse dingen in staat is.”
“Daarentegen ben ik een pessimist door de toename van tegenstellingen tussen arm en rijk, terwijl vóór de 21e eeuw de gelijkheid tussen de verschillende klassen juist kleiner werd. Ook kunnen biologische verschillen gaan toenemen omdat mensen die het zich kunnen permitteren technieken kunnen gebruiken die anderen simpelweg niet kunnen betalen. Ook ben ik pessimistisch over de omstandigheden waarin landbouwhuisdieren leven, en de achteruitgang van het milieu.”
U schrijft in uw boek dat sapiens de meest destructieve kracht is die de aarde ooit heeft gekend.
“Dat is geen nieuw fenomeen. Het begon al tienduizenden jaren geleden. De impact van sapiens als jager-verzamelaar is dan al zeer groot. Dat komt omdat de mens geen speciale niche inneemt. Anders dan dieren eten wij alles en kunnen we overal leven. Wij hoefden niet te wachten op een langzame evolutie van vleugels, we bouwden schepen om naar eilanden te migreren. Kijk naar de megafauna van Australië, waar 95% van de grote dieren binnen een paar duizend jaar na de komst van de mens, rond 45.000 jaar geleden, is uitgestorven.”
“Weliswaar controleerde sapiens als jager-verzamelaar de natuur in die tijd niet, maar hij was wel in staat grote extincties te veroorzaken en ecosystemen te ontwrichten. Sapiens liet zich door deze extincties niet uit het veld slaan. Zodra de mammoet was uitgestorven jaagden we wel op een ander dier. De mens heeft het aanzien van de planeet volledig getransformeerd. Toen de agrarische revolutie nog moest beginnen, had sapiens al de helft van alle zoogdiersoorten uitgeroeid, vooral in Australië en Amerika, maar ook in Europa.”
Is controle over de natuur een doorgaand proces?
“Ja, de mate waarin de mens de natuur controleert neemt steeds extremere vormen aan. 90% van de dieren op aarde, in biomassa gemeten, zijn landbouwhuisdieren of mensen. Voor de rest is alles verdwenen. Minder dan 10% zijn echte wilde dieren, maar ook die zijn aan sapiens overgeleverd. De omstandigheden waaronder dieren leven is vreselijk. De industriële landbouw is de grootste misdaad van de geschiedenis. Het lijden van dieren staat buiten iedere proportie.”
Is hierover voldoende debat?
“Over de omstandigheden waaronder dieren moeten leven is momenteel geen serieus debat. In sommige landen ontbreekt dit debat geheel. De macht van dierenwelzijnsorganisaties is een druppel op de gloeiende plaat. Als je kijkt naar een vergelijkbaar debat, over genetische modificatie, gaat het vooral over welke technieken er wel of niet gebruikt gaan worden. Veel belangrijker is echter dat we ons de vraag stellen: wie willen we worden? Wat is ons doel? Wie willen we zijn? Op dit moment is het nog een detail, maar als we in het huidige tempo doorgaan kan genetische modificatie de grootste revolutie worden sinds het ontstaan van leven op aarde. We zijn al begonnen met het modificeren van onszelf.”
Aan welke technologieën denkt u dan vooral?
“We hebben al direct computer interface tot onze beschikking om ons te upgraden naar een ander wezen. Hiermee kun je directe links tussen brein en computer aanbrengen. Er zijn nu al devices te koop waarmee je met je gedachten een cursor kan laten bewegen en zo een computer kunt besturen. Deze devices zijn in staat hersengolven te lezen. Het is onvermijdelijk dat mensen deze devices gaan gebruiken.”
Heeft u vertrouwen in de wetenschap?
“Het probleem van tegenwoordig is dat de elite denkt dat de wetenschap wel met een oplossing zal komen. Als er geen olie meer is, of het klimaat verandert, kijkt de elite naar wetenschappers voor een oplossing. Wetenschap is de nieuwe religie.”
U schrijft dat het belangrijk is om een onderscheid te maken tussen wetenschap en technologie. Waarom?
“Pas in de moderne tijd komen wetenschap en technologie samen. Tijdens het grootste deel van de menselijke geschiedenis zijn wetenschap en technologie gescheiden werelden geweest. Als historicus zie ik dat individuele wetenschappers op zoek zijn naar de waarheid, maar dat de wetenschap als instituut is niet is geïnteresseerd in waarheid, maar in macht. Wetenschap kost erg veel geld, en dus is men op zoek naar toepassingen, zoals nieuwe wapens, nieuwe gewassen en nieuwe medicijnen.”
“Dit samenvallen van wetenschap en technologie is een geheel nieuw fenomeen! Ook als het resultaat niet op zeer korte termijn zichtbaar is, dan weten overheden dat dit misschien na een halve eeuw wél het geval zal zijn. Het hele internet en het coderen zou onmogelijk zijn geweest zonder de kennis die dankzij de wiskunde is ontwikkeld. Wat steeds terugkomt is dat sapiens ervoor moet oppassen niet zijn eigen slaaf van de technologie te worden.”
Het idee van verslaving en slaafsheid komt steeds terug in uw beschrijving van de geschiedenis, zoals de verslaving aan tarwe tijdens de agrarische revolutie.
Het boerenleven garandeerde geen beter leven. Wat je steeds ziet terugkomen is dat de techniek de mens gebruikt in plaats van de mens de techniek. Sapiens raakt verslaafd, zoals nu bijvoorbeeld weer aan mobiele telefoons, terwijl die juist bedoeld waren om de communicatie te verbeteren. Voor veel mensen is de mobiele telefoon een tiran, een dictator. Het patroon is dat we iets uitvinden dat het leven makkelijker moet maken, maar dat we er afhankelijk van worden.”
Kunnen toekomstige generaties de hoogtechnologische samenleving wel aan?
“De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Maar kennisrevoluties zijn er altijd al geweest. De grootste verandering in de toekomst zal volgens mij niet de ontwikkeling van de technologie zelf zijn, maar de verandering van sapiens zelf. Bedenk wat er allemaal mogelijk wordt als wij ons verbinden met het internet en we direct via ons bewustzijn een computer kunnen besturen, of dat meerdere personen via een computer met elkaar verbonden zijn. We zouden dan zelfs het geheugen van een ander persoon kunnen ‘lezen’.”
“Het concept van identiteit komt daarmee op losse schroeven te staan. Volgens sommige wetenschappers is dit niet mogelijk, maar de EU heeft vorig jaar een miljard euro besteed aan het ambitieuze Human Brain Project dat als doel heeft om een menselijk brein na te bootsen met een computer, waarbij de chips de neurale synapsen imiteren. Hiermee kunnen we psychologische en psychiatrische kwalen mogelijk beter begrijpen en genezen, maar de implicaties zullen veel en veel groter zijn dan alleen de geneeskunde.”