Wie denkt dat er op Nederlands grondgebied geen vulkanen zijn heeft het mis. Het zijn er twee, en ze gelden als actief.
Wie de natuurlijke bedreigingen moet opnoemen waar Nederland aan is blootgesteld, zal waarschijnlijk denken aan de zee, de rivieren, en tegenwoordig misschien zelfs aan aardbevingen. Sinds 2,5 jaar horen ook vulkaanuitbarstingen echter tot de mogelijkheden. Niet omdat er plotseling een hete pluim is opgedoken uit de aardmantel onder ons land, maar omdat Nederland er in oktober 2010 drie gemeenten bij kreeg: de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de Caraïbische Zee. Daarmee werden we automatisch twee actieve vulkanen rijker: Mount Scenery op het eiland Saba en de Quill (de Kuil) op het eiland Sint Eustatius.
Uitbarstingen
Hoewel geen mens zich een vulkaanuitbarsting op Sint Eustatius of Saba kan herinneren is het op de geologische tijdschaal nog niet zo lang geleden dat de vulkanen op deze eilanden voor het laatst actief waren. De laatste eruptie van de Mount Scenery was waarschijnlijk net voordat de eerste Europeanen in dit gebied aankwamen, rond het jaar 1700, zo blijkt uit koolstofdateringen van de asdeeltjes die hierbij werden uitgestoten. De laatste uitbarsting van de Quill wordt geschat op ongeveer 1600 jaar geleden. Daarmee gelden de vulkanen als ‘actief’. Wanneer ze weer uitbarsten weet echter niemand. Het zou volgende week kunnen zijn, maar ook over een jaartje of duizend – in geologische termen is het in beide gevallen al bijna zo ver.
Voor de bewoners van de eilanden kan een uitbarsting van één van deze vulkanen tot behoorlijk gevaarlijke situaties leiden: “Een uitbarsting van de Quill of de Mount Scenery zal geen trage lavastroom opleveren, maar een heftige eruptie”, zegt Pieter Vroon, vulkanoloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het blijkt uit de wijd verspreide sporen van vorige uitbarstingen, in de vorm van as en puimsteen.
Kleine Antillenboog
Sint Eustasius en Saba maken deel uit van de Kleine Antillen, een vulkanische boog die zijn bestaan dankt aan de beweging van de Atlantische Plaat, die hier onder de Caraïbische Plaat de diepe mantel in duikt. De Atlantische Plaat schuift elk jaar 2,2 centimeter naar het westen ten opzichte van de Caraïbische Plaat. Op de plaatgrens ontstaat hierdoor een diepzeetrog, iets verder naar het westen komt het hete magmamateriaal dat in de diepe aarde ten gevolge van deze botsing gevormd wordt omhoog. Saba is het meest noordelijke eiland van de Kleine Antillen Boog, en slechts 13 km2 groot. Wel vormt het met een hoogte van 877 meter het hoogste punt van het Koninkrijk der Nederlanden. Sint Eustatius beslaat met zijn 21 km2 een net iets groter oppervlak.
Een paar kilometer ten oosten van de Kleine Antillen Boog ligt een oudere vulkaanboog, die in een eerdere fase van hetzelfde proces ontstaan is. De vulkanen van deze boog waren actief van het Midden Eoceen (~40 miljoen jaar geleden) tot het Oligoceen (~23 miljoen jaar geleden). Bij deze boog hoort bijvoorbeeld het eiland Sint-Maarten, dat dus bekend staat als een ‘dode vulkaan’.
Sinds 2006 worden de bewegingen van de bodem van Saba en Sint Eustatius continu in de gaten gehouden door de seismometers van het KNMI. Tevens wordt scherp op de warmwaterbronnen gelet die zich op Saba bevinden: als het water, dat normaal gesproken een temperatuur rond de 40 graden heeft, plotseling warmer wordt, kan dat betekenen dat er vulkanische activiteit op komst is. Zo was er tussen 1995 en 1997 een periode waarin er opeens veel meer aardbevingen op het eiland plaatsvonden, en de temperatuur in de bronnen ongeveer 10 graden steeg. Waarschijnlijk was er toen sprake van magmabewegingen in de ondergrond – hoewel het in dit geval ook met grondwaterstroming te maken gehad kan hebben.
Meer over de Soufrière op Wetenschap24
- Een kijkje in vulkanische hitte (December 2008)