Terwijl automerken trots demonstreren wat hun automatische auto’s allemaal kunnen, duurt het nog even voordat deze technologie het beeld van de Nederlandse wegen zal domineren. De Technische Universiteit Delft en TNO onder andere slaan nu de handen ineen om de weg naar automatisch rijden zo soepel mogelijk te laten verlopen. Deze week werd het Dutch Automated Vehicle Initiative gelanceerd.
Volgens Minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen moeten de Nederlandse wegen over pakweg 20 jaar vrijwel uitsluitend bereden worden door automatisch rijdende auto’s. Dat zou veel veiliger zijn en bovendien de filedruk op ons wegennet doen afnemen. Om haar woorden kracht bij te zetten nam de minister dinsdag op uitnodiging van het Dutch Automated Vehicle Initiative (DAVI) plaatst in een automatische auto en liet zich rondrijden.
“DAVI is dit jaar in het leven geroepen om te kijken wat er nog moet gebeuren om de automatisering van auto’s naar de mensen te brengen”, zegt Bart van Arem, directeur van het Transport Instituut van de Technische Universiteit Delft en programmaleider van DAVI. “En niet alleen op technisch gebied; we vragen ons juist ook af wat mensen willen, en wat niet. Publieke acceptatie is wat ons betreft een heel belangrijk thema.”
Van Arem laat weten dat de minister dinsdag meereed met ‘bestuurders’ die de automatische auto’s continu in de gaten hielden en de besturing af en toe ook zelf in handen namen. “Dat waren getrainde mensen, maar wat is nodig om gewone bestuurders met zo’n automatische auto de weg op te sturen? Dat proberen we de komende jaren uit te vinden met ons onderzoek dat we zoveel mogelijk op de openbare wegen proberen te doen.” DAVI is een samenwerking van onder andere de Technische Universiteit Delft, de Dienst Wegverkeer RDW, TNO en Connekt, en dat volgens Van Arem bovendien wordt gesteund door de autoindustrie.
Controleur van je auto
Automatisch rijden is niet nieuw. Internetgigant Google heeft sinds 2011 een vergunning om met automatische auto’s te rijden in de Amerikaanse staat Nevada, en de topmodellen van verschillende automerken beschikken al over systemen die de auto zelf kunnen laten parkeren of filerijden.
Dit zijn allemaal voorbeelden van zogenoemde ‘gedeeltelijke automatisering’, zoals Van Arem het noemt. “In deze voorbeelden, alsmede in onze eigen demonstratievoertuigen is de bestuurder verantwoordelijk voor wat er gebeurt. Hij is als het ware de controleur van de auto.”
Maar bij een controlerende rol voor de bestuurder blijft het niet. Zo is er ook ‘hoge automatisering’ waarbij de bestuurder zich voor langere periode’s met andere dingen bezig kan houden. “Alleen bij de op- en afritten moet je even opletten.” En uiteindelijk heb je nog ‘volledige automatisering’. “Daarbij drukt de bestuurder op een knop en wordt deze volautomatisch naar zijn eindbestemming gebracht. Dat is technisch gezien het meest uitdagend en voor ons als onderzoekers eigenlijk het hoogste doel”, zegt Van Arem.
http://www.youtube.com/watch?v=cdgQpa1pUUE
Hobbels op de weg
Hoewel er wereldwijd al verschillende automatisch rijdende auto’s zijn, duurt het nog wel even voordat de technologie is doorgedrongen tot het openbare wegennet. Een belangrijke horde daarbij is bijvoorbeeld het kostenplaatje van een automatische auto. Van Arem weet te vertellen dat de Google Car een speciale laserscanner op zijn dak heeft om zijn omgeving te verkennen. De kosten? Ongeveer 80.000 euro.
“Dat is twee keer de prijs van de auto! En daarmee kun je consumentenauto’s nu nog helemaal niet uitrusten. Ik zie daarom een veel grotere toekomst voor systemen die door middel van veel goedkopere camera’s, radar en wifi-communicatie met andere auto’s zelfstandig kunnen rijden.”
De kosten van automatische auto’s zijn een breder probleem, denkt Van Arem. Het kan niet zo zijn dat straks alleen de topmodellen zijn uitgerust met deze systemen. Ook de goedkoopste auto’s moeten daarover beschikken.
Andere uitdagingen zijn ervoor zorgen dat de software veilig is, een systeem moet zelf kunnen constateren als er iets mis is en op dat moment de controle kunnen teruggeven aan de bestuurder. En ook de wetgeving zorgt vooralsnog voor hobbels op de weg. Van Arem: “De wet stelt nu dat een bestuurder verantwoordelijk is, maar als hij niet meer stuurt dan wordt dat een lastig verhaal. Daar zijn aanpassingen nodig, de technologie moet verantwoordelijk worden. Of autobouwers dat wel willen? Ik denk het wel, want ze werken vol mee aan deze ontwikkeling.”
Verder is er nog de kwestie van het zogenoemde onderliggende wegennet, oftewel de provinciale wegen en stadsstraten. Het zal waarschijnlijk langer duren voordat auto’s ook daar automatisch zullen rijden. Een probleem daarbij is bijvoorbeeld onderscheid kunnen maken tussen auto’s, fietsers en voetgangers die op heel andere manieren door het verkeer bewegen.
Oldtimers
Toch zullen mensen nog lange tijd auto’s blijven besturen, schat Van Arem in. Hij wijst op het feit dat er oldtimers blijven bestaan, die al deze systemen niet hebben. Desalniettemin zijn automatische auto’s volgens Van Arem onvermijdelijk de toekomst. “De invoering zal stapsgewijs plaatsvinden, maar automatische auto’s zullen er komen; vroeger of later. Ik denk dat mensen op een gegeven moment zullen merken dat het prettig is dat de auto voor ze rijdt. En op het moment dat de vraag naar automatisch rijden toeneemt kan het opeens snel gaan.”
De opinie ten opzichte van automatisch rijdende auto’s wordt nu al steeds positiever merkt Van Arem. “Als je twintig jaar geleden aan de mensen vroeg wat ze van automatisch rijdende auto’s vonden, dan zeiden ze vaak ‘o, dat lijkt me echt eng’. Nu is dat niet meer, en vragen de mensen mij steeds vaker wanneer ze er eindelijk zijn.”