Nederland en water: een eeuwenoud gevecht. Tijdens de overstromingen van 1953 in Zeeland en van de Maas in de jaren negentig won het water. Tijdelijk. In de periode erna en ertussen bouwde Nederland aan verdedigingswerken. Met de huidige zeespiegelstijging en de bodemdaling neemt het gevaar op een overstroming flink toe. Dit betekent niet alleen werk aan de winkel, maar ook economisch perspectief middels kennisexport.
Negen miljoen Nederlands leven in de kustzone. Een groot deel ligt onder het huidige zeeniveau. Grofweg een derde. Het laagste punt van Nederland, de Zuidplaspolder in Zuid-Holland, ligt maar liefst 6,76 m onder NAP. Genoeg om te stellen dat de Nederlandse kust scherp in de gaten gehouden moet worden. De stijgende zeespiegel geeft extra druk op de westelijke provincies. Pavel Kabat (Wageningen Universiteit) verhaalt hierover in Nature Geoscience. Ook bodemdaling vormt een gevaar.
Overstromingen
Nederland heeft geleerd van 1953 toen 1836 mensen in zuidwest Nederland omkwamen. Ook in andere landen was het destijds raak: België had 28 slachtoffers en in Groot-Brittanië vonden 307 mensen de dood. Naar aanleiding van de watersnoodramp werden in Nederland plannen gemaakt om dit niet nog een keer te laten gebeuren. Vele dijken werden verzwaard en de Deltawerken werden uiteindelijk in 1997 voltooid.
Limburg kreeg haar portie in december 1993 en januari 1995. Toen stroomde de Maas over en moesten vele mensen worden geëvacueerd. De Maas heeft vooral te maken met afvoer van regenwater. Met snelle smelt van sneeuw in de Ardennen en eventuele dagen met fikse regens in het stroomgebied loopt de Maas snel vol. Vooral in de winterperiode. Rijkswaterstaat Maaswerken moeten er nu voor zorgen dat de Maas maximaal eens in de 250 jaar kan overstromen per 2018.
Zeespiegelstijging
De meeste verdedigingsplannen voor de kustzone komen uit de jaren zestig en zijn dus sterk verouderd. Sterker nog, tussen 24-56% van de dijken voldoet niet aan deze norm. In 2007 is daarom een nieuwe Deltacommissie ingesteld. Ook mede ingegeven door de stijgende zeespiegel van 20 cm in de afgelopen eeuw. Volgens het IPCC stijgt de zeespiegel wereldwijd van 18-59 cm tot het jaar 2100. Voor Nederland zou het, als het de zeespiegel blijft stijgen, nog een stukje erger kunnen worden. Als de invloed van bijvoorbeeld de bodemdaling ook wordt meegenomen, dan stijgt de relatieve zeespiegel 65-130 cm. Volgens een rapport van de Deltacommissie zou het in 2200 zelfs 2-4 m zijn.
Bodemdaling
Die bodemdaling wordt vooral veroorzaakt bijvoorbeeld door de gevolgen van de laatste ijstijd, winning van gas en zout, en de daling van grondwaterspiegel. Tijdens de laatste ijstijd lag er een enorme berg ijs van 3-4 km op Scandinavië die de bodem aldaar omlaag drukte. Nu het ijs verdwenen is sinds circa 10.000 jaar geleden, komt de bodem daar omhoog. ‘Isostasie’ met een geologische term. Ter compensatie vindt ten zuiden van Denemarken opheffing plaats. In Nederland daalt vooral het noorden. Met zo’n 2 cm per eeuw.
Verzakking komt ook op plaatselijke tot regionale schaal voor. Een logisch gevolg van winning van zout en gas is bodemdaling. Bij Groningen (regio Slochteren) is dit al decennialang aan de gang door gaswinning. Dertig cm daalde de bodem hier al. Ook in de regio Alkmaar is het raak. Saliant detail is dat hier de zeewering in de buurt ligt. Daling zal ook in de Waddenzee gebeuren als er op grote schaal gas zal worden gewonnen.
Ook de daling van de grondwaterspiegel heeft een dergelijk effect. Vooral in veengebieden is dat desastreus. Er komt meer zuurstof bij het organisch materiaal in de bodem, waardoor het oxideert en de bodem inklinkt. Tot wel 30 cm per decennium.
Al die dalingen helpen mee Nederland nog verder te laten dalen. De verwachte bodemdaling tot 2050 is voor grote delen van het land tientallen cm. In de regio Slochteren en in zuidwestelijk Flevoland kan de bodemdaling zelfs meer dan 60 cm bedragen. Genoeg reden tot zorg.
Aanpak
De kosten om de kust niet op te geven aan de oceaan zijn niet mals: per jaar 1 tot 1,5 miljard euro volgens de Deltacommissie. De commissie adviseert niet om dijken almaar hogen te maken, maar om zand uit de ondiepe oceaan op te spuiten. Bovendien zouden rivieren meer ruimte moeten krijgen. En dan is er ook nog het IJsselmeer. Die zou in het jaar 2100 een anderhalf meter hoger waterpeil moeten hebben. Dit is een garantie voor voldoende zoetwater, dat eventueel ook naar zuidelijk Europa getransporteerd kan worden.
Nederland kan zo een voorbeeld zijn voor watermanagement in de 21e eeuw. Een expertise die wereldwijd steeds meer waarde zal hebben met de rijzende zeespiegel. Nederland kan met die expertise haar slag slaan op economisch gebied. Van de nood een deugd maken dus!
Referenties:
Pavel Kabat et al., 2009. Dutch coasts in transition. Nature Geoscience 2: 450-452.
Rapport Deltacommissie
Zie ook:
- Wispelturig water (Kennislinkartikel)
- Pas op. Water (Kennislinkartikel)
- Nederlandse bodem beweegt (Kennislinkartikel)
- Bodemdaling in Nederland
- Satellietmetingen tonen bodemdalingen (TU Delft)
- Deltacommissie
- Rijkswaterstaat Maaswerken