Technisch gezien is het aardgasvrij maken van Nederland niet moeilijk. Het is vooral ingewikkeld omdat er veel partijen bij betrokken zijn, de meningen verschillen en het gepaard gaat met enorme investeringen. En dan hebben we het nog niet eens over het tekort aan vakmensen in de bouw.
Om de opwarming van de aarde te beperken, wil Nederland het gebruik van fossiele energie – waaronder aardgas – verminderen, tot dichtbij nul in het jaar 2050. In nieuwbouwwijken hoeft dus geen gasinfrastructuur meer te worden aangelegd, maar het aardgasvrij maken van bestaande woningen, kantoren en industrieën is ingewikkelder. Met dat laatste zijn een jaar geleden 31 gemeenten begonnen, ook wel bekend als de Green Deal Aardgasvrije Wijken. Het is de bedoeling dat zij kennis delen, zodat andere gemeenten straks sneller aardgasvrij worden.
Maar gaat het aardgasvrij maken van Nederland wel snel genoeg? Wat komt er eigenlijk allemaal kijken bij zo’n transitie? NEMO Kennislink vraagt het aan Robert Harmsen, die energiewetenschapper is bij het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht. Hij onderzoekt hoe de aardgastransitie kan worden versneld.
Wat moet er allemaal gebeuren?
“Je wordt er helemaal eng van als je bedenkt wat we moeten doen om ons land aardgasvrij te krijgen. Kijken we alleen naar woningen, dan moeten we grofweg 6 miljoen woningen die nu een ketel hebben in 2050 aardgasvrij hebben. Wil je dat halen, dan moet je vanaf nu tot 2050 ieder jaar 200.000 woningen van het gas halen. Op dit moment doen we dat nog lang niet”.
Gaat dat aardgasvrij maken tot 2050 elk jaar in hetzelfde tempo?
“Heel veel innovatiecurves gaan volgens een S-curve van Rogers, in het begin moet je leren, daarna ga je een versnelling in en het laatste stukje gaat weer langzamer. Zo’n proces verloopt dus niet volgens een rechte lijn. Dat gold destijds ook voor het aansluiten van aardgas. Het Groningerveld werd eind jaren vijftig ontdekt. Plotseling had ons land een van de grootste gasvelden ter wereld, dus de overheid wilde alle huizen voorzien van aardgas. Toch kregen pas in de jaren zestig en zeventig de meeste huizen een aansluiting op het gasnet. Ons familiehuisje in Drenthe zat in het staartje van de curve en is pas in 2004 aangesloten”.
Jij onderzoekt hoe we Nederland sneller aardgas vrij kunnen maken?
“Klopt. We kijken zowel naar de technische opties, maar ook naar de belemmeringen daarvan. Technisch gezien kunnen we de moeilijkste plekken, zoals de binnenstad van Amsterdam, makkelijk aardgasvrij maken. De complexiteit zit ‘m vooral in de grote hoeveelheid betrokken partijen, verschillende meningen en de enorme investeringen. Zo moet je er bij koopwoningen voor zorgen dat iedereen binnen de Vereniging van Eigenaren hetzelfde wil. Bij huurwoningen geldt dat voor woningbouwcorporaties”.
Wat zijn de technische alternatieven voor gas?
“Grofweg zijn er vier mogelijkheden. Alles elektrisch waarbij elektrische warmtepomp de warmte opwekt en duurzame energie voor de elektriciteit zorgt, bijvoorbeeld via zonnepanelen op het dak. De tweede optie is een warmtenet, waarbij de warmte uit verschillende bronnen kan komen: een duurzame bron zoals geothermie of restwarmte uit riolen, nabijgelegen datacenters of van de industrie. Groen gas is ook mogelijk, maar daar ben ik geen groot voorstander van. Je creëert deze vorm van gas met biomassa. Daar kun je zowel elektriciteit als warmte als plastic mee maken, maar ik vind dat je biomassabronnen beter voor hoogwaardigere toepassingen zoals plastic in kunt zetten. Een vierde optie is duurzaam gas waarbij een overschot aan elektriciteit, bijvoorbeeld van windmolens op de Noordzee, wordt omgezet in waterstof. Dat is op dit moment nog een exotische optie, maar is dat ook zo in 2035?”
Wat moet er gebeuren om de transitie naar aardgasvrij te versnellen?
“Eind 2020 moeten alle gemeentes in Nederland een plan hebben om hun gemeente aardgasvrij te maken. Dat is een belangrijke stap, maar dan moet de nationale overheid wel helpen met het creëren van de juiste randvoorwaarden op het gebied van financiering en wet- en regelgeving. En zorgen dat bij iedereen tussen de oren komt dat we van het gas af moeten. Volgens mij zou de overheid moeten regisseren dat zo’n gemeentelijk plan aan bepaalde voorwaarden voldoet, zoals per wijk een harde deadline wanneer de aardgaskraan dicht gaat en een ruim tijdspad voor bewoners om mee te denken. Dan kan de voortgang ook veel beter worden bijgehouden”.
Waarom zien huiseigenaren op tegen het aardgasvrij maken van hun woning?
“Het idee is dat je in een goed geïsoleerde aardgasvrije woning bespaart op je energierekening. Je moet dan wel eerst een financiële hobbel nemen en flink investeren, bijvoorbeeld in isolatie, een elektrische warmtepomp, zonnepanelen op je dak en een inductiekookplaat. Daar zien veel mensen tegenop. Neem bijvoorbeeld een jonge carrièremaker die net z’n eerste woning kocht. Wil je wel investeren als je geen idee heeft hoe lang je er blijft wonen? Dat is een van de problemen”.
Hoe verleid of dwing je woningbezitters?
“De overheid kan verplichten om de woning aardgasvrij te maken, maar dan alleen als daar tegenover staat dat bewoners hun lening kunnen doorgeven aan de volgende bewoner van hun huis, een woninggebonden lening dus. Dat soort financiële innovaties bestaan nog niet”.
Stel: alle gemeentes hebben een strak plan en alle neuzen staan dezelfde kant op, gaat de transitie dan vlekkeloos?
“Richting 2035 zouden we op een tempo van een half miljoen woningen per jaar moeten zitten. Als je bedenkt hoeveel vakmensen daarvoor nodig zijn, dan kan dat een probleem worden. Voor een relatief korte periode hebben we heel veel ‘handjes’ nodig, maar wat gaan die mensen doen als de transitie klaar is? En krijgen we überhaupt voldoende mensen op de been? Daarvoor is een soort deltaplan (bij/om)scholing nodig die tegen de maatschappelijke trend ingaat om onze kinderen toch vooral een zo hoog mogelijke opleiding te geven”.
Je zit zelf in een project om drie gemeenten sneller aardgasvrij te maken. Hoe doe je dat?
“In het project SmartTrans zijn we aan de slag met drie gemeenten: Nijmegen, Breda en Utrecht. Ik woon in een van die Utrechtse wijken: Lunetten. We willen meer dan alleen een interessant rapport schrijven. Daarom doen we eerst innovatiesysteemanalyses om problemen op te sporen en de samenhang ertussen te beschrijven. Voortbouwend op het werk van promovendus Alko Kieft zoeken we vervolgens naar effectieve manieren om de aardgastransitie te versnellen. De nationale overheid zou bijvoorbeeld met Postbus 51 spotjes de aardgastransitie tussen de oren van mensen kunnen krijgen, zorgen voor voldoende vakmensen in de bouw en voor financieringsoplossingen voor huiseigenaren. Dit, in combinatie met concrete warmtetransitieplannen van de gemeenten, zouden de fundamenten kunnen zijn voor een succesvolle aardgastransitie”.
Ben je optimistisch over de toekomst?
“Ik laat mijn studenten duurzame ontwikkeling altijd uitrekenen hoeveel CO2 we nog mogen uitstoten met z’n allen. Ze komen er dan achter dat landen als China vooralsnog veel te hard blijven groeien qua uitstoot. Dan kunnen we hier leuk aardgastransitie gaan doen, maar mondiaal gezien is dat de druppel op de groeiende plaat. Vanuit klimaatoptiek vind ik het dus best lastig om optimistisch te zijn. De technologie om alle klimaatproblemen op te lossen is er wel, daar ligt het niet aan, maar het is vooral de vraag of de mensen die ook willen gebruiken. Dit fenomeen staat ook wel bekend als Tragedy of the Commons; op korte termijn is het veel winstgevender om te profiteren van gemeenschappelijk bezit, dan bij te dragen aan het behoud ervan op langere termijn”.