Grote kans dat juryleden van populaire muziekwedstrijden zich onbewust laten leiden door wat ze zien, in plaats van door wat ze horen. Dit blijkt uit onderzoek van University College Londen.
We vinden een cadeau extra feestelijk als deze mooi verpakt is, geloven in liefde op het eerste gezicht, en blijken vertrouwen te hebben in politici als ze er competent uitzien.
In hoeverre strekt deze vaak onbewuste streling van het oog zich uit tot de muziekwereld, tot de beoordeling van klassieke muziekwedstrijden bijvoorbeeld? Worden winnaars alleen op basis van hun spel geselecteerd, of laat de jury zich per ongeluk beïnvloeden door andere factoren, zoals het fysieke voorkomen van een kandidaat?
Schijn bedriegt
De Britse sociaal psychologe Chia-Jung Tsay, verbonden aan University College London, is expert op het gebied van onze onbewuste besluitvorming. Tsay vermoedde dat er misschien een verschil is tussen wat de jury zégt mee te nemen in het oordeel, en waar zij deze daadwerkelijk op baseert. Om dit te testen, schotelde ze aan bijna 300 leken op het gebied van klassieke muziek de drie finalisten van tien talentenshows voor, en vroeg hun om zo goed mogelijk te voorspellen welke finalist er volgens de jury had gewonnen. Dit moesten de leken doen aan de hand van óf alleen een korte geluidloze video van het optreden, óf enkel de geluidsopname, óf een combinatie van beeld en geluid.
http://www.youtube.com/watch?v=JhHiEUJOlxY
Uit het experiment bleek dat de video-groep het jury-oordeel het best kon inschatten (46 procent). De combinatie van video en geluid zorgde voor een inschatting die iets boven kansniveau lag (35 procent), en de groep die zich alleen op geluid baseerde – zoals het eigenlijk zou moeten – presteerde zelfs onder kansniveau (29 procent). En dat terwijl deze leken er voorafgaand aan de test heilig van overtuigd waren dat ze hun oordeel hoofdzakelijk al dan niet geheel zouden baseren op de kwaliteit van de muziek.
De experts aan het woord
Maar ja, moet ook Tsay gedacht hebben, misschien kunnen leken muziekkwaliteit gewoon niet zo goed inschatten, en baseren zij hun waarde-oordeel daarom wat meer op het uiterlijk van de artiest. Daarom liet ze 141 professionele musici – orkestleden, popmuzikanten en conservatoriumdocenten – dezelfde testjes ondergaan. Die zouden namelijk de kennis en ervaring moeten hebben om de kwaliteit van een optreden en uiterlijk vertoon uit elkaar te kunnen houden.
Dit bleek echter niet het geval. Hoewel de musici ook beweerden vooral naar de muzikale prestatie te luisteren, verschilden hun inschattingen nauwelijks van die van de leken: 47 procent van de video-groep had het jury-oordeel bij het juiste eind, tegen maar 30 procent van de gecombineerde beeld-en-geluidgroep, en slechts 26 procent van de musici die alleen de muziek te horen kreeg.
Het oog wil ook wat
Dat resultaat riep nog meer vragen op bij Tsay: waaróm wordt geluid zo ondergesneeuwd door zicht? Waar laten zowel de leken als de musici zich dan zo door leiden? Om dit te testen liet ze nog eens 351 ‘gewone’ proefpersonen allerlei verschillende typen video’s zien, en vroeg hen wederom om de winnaars te herkennen. Vooral de winnaars die veel bewogen en gebaren maakten, werden eruit gepikt.
Eigenlijk helemaal niet zo’n onverwacht resultaat, concludeert Tsay. Vraag aan een jurylid van een talentenjacht wat iemand maakt tot een winnaar, en je krijgt zoiets te horen als: “als deze persoon vernieuwend, zelfverzekerd, betrokken, gemotiveerd en gepassioneerd is. Dan raakt de muziek mij!”
Eigenschappen die je makkelijker met een expressieve verschijning kan overbrengen dan wanneer deze verborgen zit in je muziek. Dat bleek ook uit Tsays laatste test: wanneer deelnemers dachten te zien dat iemand gepassioneerd was, leidde dit tot veel hogere waarderingen dan wanneer ze deze passie dachten te horen in de muziek.
Ook rijmt deze kennis wel met ons dagelijks functioneren, vindt Tsay. We hebben namelijk altijd geleerd om het meest op ons zicht te vertrouwen. Als we veel informatie tegelijkertijd binnenkrijgen, moet je brein keuzes maken en krijgen je ogen voorrang.
The Voice
Deze resultaten onderstrepen dat juryleden zichzelf wat vaker achter hun oor moeten krabben: baseren we ons oordeel op de muziek alleen, of zijn er onbewuste invloeden ingeslopen? Dit geldt niet alleen voor de wereld van de klassieke muziek, maar ook voor talentenjachten als The Voice. Het is dus niet zo’n gek idee dat de juryleden zich pas omdraaien als ze overtuigd zijn van de kracht van een stem. De vraag is in hoeverre het uiterlijk bepalend is in de verdere rondes. Daarnaast is deze informatie ook voor artiesten van belang: een fenomenale stem of een briljant muziekstuk is dus niet altijd voldoende. Door ook even wat aandacht te besteden aan je verschijning, schroef je je kansen wellicht behoorlijk op.