In de zorg zag je ze al overal, maar vanaf juni zijn ze ook verplicht in het openbaar vervoer: mondkapjes. Ze beschermen (wellicht) tegen het coronavirus, maar belemmeren ook de communicatie. NEMO Kennislink onderzocht de gevolgen voor horenden en doven.
Hoewel mondkapjes op straat volgens deskundigen weinig zinvol zijn, overweegt het Outbreak Management Team momenteel onder druk van de maatschappij toch de invoering ervan. Vanaf volgende maand is de mond- en neusbedekking in ieder geval al verplicht in het openbaar vervoer – andere maatschappelijke terreinen volgen wellicht nog. En dat heeft gevolgen voor de onderlinge communicatie voor zowel doven als horenden, waarschuwen deskundigen.
Ondersteunen met gebaren
“Mondkapjes blokkeren het zicht op de mond en een groot deel van het gezicht. Daarnaast dempen en vervormen ze de spraak, waardoor die nog moeilijker verstaanbaar wordt”, stelt Asli Özyürek, hoogleraar Gebaar, taal & cognitie aan de Radboud Universiteit. Özyürek onderzocht eerder met haar collega en Face of Science Linda Drijvers hoe we ons het best verstaanbaar kunnen maken in een lawaaiige omgeving. “Het effect van een mondkapje is daar enigszins mee te vergelijken: het creëert ruis die het spraaksignaal verstoort. Het mondbeeld, waar de luisteraar dan normaal gesproken veel informatie uithaalt, valt met een mondkapje ook weg. Uit ons onderzoek blijkt dat de gebaren die je spontaan maakt tijdens het spreken dan helpen om je toch verstaanbaar te maken.”
Ze adviseert sprekers met mondkapjes dan ook om niet alleen duidelijker te articuleren, maar ook om hun spraak nadrukkelijk te ondersteunen met gebaren. “Vooral bij ouderen, die vaak slechter horen, en bij mensen die nog niet zo goed Nederlands kunnen is dat belangrijk. Artsen en verpleegkundigen kunnen makkelijk met gebaren aangeven dat ze de temperatuur willen opnemen of een infuus gaan vervangen. Maar ook in het dagelijks leven is het mogelijk om veel woordbetekenissen uit te beelden. Dat is dus geen echte gebarentaal, maar je gesproken taal ondersteunen met gebaren.”
Afstand
Voor doven en slechthorenden zijn de gevolgen van mondkapjes groter. “Omdat we niet horen, is zien voor ons extra belangrijk”, vertelt Tobias de Ronde, ervaringsdeskundige en hoofdpersoon in de documentaire Doof kind. “Als we zien dat mensen om ons heen angstig kijken of juist lachen, leiden we af wat er ongeveer aan de hand is. Met mondkapjes zien we die gezichtsuitdrukkingen niet meer en weten we dus niet wat er om ons heen gebeurt. Ik kan me voorstellen dat de wereld dan ‘droog’ aandoet en misschien ook onveiliger aanvoelt.”
Daarnaast bemoeilijkt een mondkapje het contact met horenden. “Een mondkapje creëert sowieso al afstand, daar zal iedereen last van hebben. Het maakt het moeilijker om je met iemand verbonden te voelen. Maar doven zullen ook niet meer kunnen liplezen, en als je dan ook nog eens fysiek afstand moet houden, wordt communiceren wel erg lastig”, aldus De Ronde. “Ik gebruik zelf in een winkel vaak mijn mobiel om in te typen waar ik naar op zoek ben, maar dat kan nu ook niet vanwege de afstand en de hygiënemaatregelen.”
Mondbeeld en mimiek
Ook in de communicatie onderling, van dove tot dove, zullen mondkapjes volgens De Ronde problemen opleveren, want het mondbeeld is een essentieel onderdeel van de Nederlandse Gebarentaal (NGT). “De bouwstenen van een gebaar bestaan uit vijf aspecten: plaats, handvorm, beweging, oriëntatie en non-manueel. Met dat laatste bedoelen we het mondbeeld en de gezichtsuitdrukking”, legt hij uit.
“Als we het mondbeeld niet zien, zullen we elkaar niet verstaan. Het enige verschil bij de gebaren voor ‘situatie’, ‘ruimte’, ‘lokaal’ en ‘kamer’ is bijvoorbeeld het mondbeeld. Als iemand met een mondkapje op dat gebaar maakt, zal ik dus niet kunnen weten wat hij bedoelt. De gezichtsuitdrukking heeft ook een belangrijke rol in de NGT: het zorgt voor betekenisverschil in dezelfde zinnen, zoals intonatie dat doet in gesproken taal. Met onze mimiek drukken we bijvoorbeeld sarcasme, ernst of een grappige bedoeling uit. Dat zal een mondkapje ook dwarsbomen.”
Gebaren via het raam
De Ronde werkt als hoofd Communicatie, Training en Advies in de Gelderhorst, een woon- en zorgcentrum voor oudere doven in Ede. “Bij ons is gelukkig nog geen corona vastgesteld, dus de medewerkers dragen momenteel geen mondkapjes. We hebben wel een protocol klaarliggen voor als er wel een uitbraak komt en we coronapatiënten moeten isoleren.”
De medewerkers van de corona-vrije groep dragen dan brillen, mondkapjes en handschoenen. “Als ze met een bewoner willen communiceren, zorgen ze dat ze op voldoende afstand staan en doen dan even hun mondkapje af.” Bij de groep met coronapatiënten zullen de verzorgenden en verpleegkundigen daarnaast ook nog plastic overjassen dragen. “Zij vertellen dan via een tablet in een filmpje in NGT wat ze komen doen. Een echt gesprek zal op dat moment niet mogelijk zijn, maar bewoners kunnen nog wel videobellen met familie, vrienden en zelfs medewerkers die buiten de kamer staan.”
De bewoners van de Gelderhorst hebben het zwaar met de opgelegde maatregelen. “Binnen in het zorghuis is het gelukkig nog steeds gezellig onderling. Maar ze mogen alleen op het terrein rondwandelen en bezoekers moeten buiten blijven”, vertelt De Ronde. “Het voordeel van NGT is dan weer wel dat ze makkelijk via het raam met elkaar communiceren. Zo hebben we laatst zelfs een verjaardagsfeestje gevierd.”
Transparante mondkapjes
Inmiddels zijn er online verschillende initiatieven voor mondkapjes met een transparant deel, zodat de mond zichtbaar blijft. “Zulke maskers zouden iedereen tot op zekere hoogte helpen, maar zijn waarschijnlijk niet dé oplossing”, denkt Özyürek. “Mensen kunnen dan het mondbeeld beter zien, maar de ruis blijft, dus gebaren blijven dan belangrijk om de spraak te ondersteunen.”
Ook voor doven zullen deze aangepaste hulpmiddelen waarschijnlijk niet alle struikelblokken uit de weg ruimen, denkt De Ronde. “Het is misschien een tijdelijke oplossing tijdens deze crisis, maar alles wat het gezicht bedekt, belemmert de communicatie. Aan de andere kant heb ik het nog niet in de praktijk uitgeprobeerd, dus misschien valt het ook wel mee. Als de mond goed te zien is, helpt het zeker wat.”