De onkruidverdelger glyfosaat ligt onder vuur omdat het toxisch zou zijn voor de gebruikers. Duitse onderzoekers hebben nu een alternatief gevonden in cyanobacteriën, maar of dit echt veiliger is moeten we nog afwachten.
Om onkruid te verwijderen en hun gewassen te beschermen gebruiken veel boeren het bestrijdingsmiddel glyfosaat, ook wel bekend als RoundUp. De afgelopen jaren discussiëren veel mensen over dit middel, want volgens sommige onderzoekers zou het kankerverwekkend zijn voor de gebruiker en slecht voor het milieu. Eenduidig bewijs ontbreekt, maar toch willen onder andere Frankrijk en België het spul binnen een paar jaar verbieden. Dan is er wel een veilig alternatief nodig, en die lijken onderzoekers van de Eberhard Karls Universität Tubingen, Duitsland nu te hebben gevonden.
Per ongeluk
De ontdekking was geen resultaat van een jarenlange zoektocht, maar ging eigenlijk per ongeluk: “Wij doen fundamenteel onderzoek naar cyanobacteriën”, vertelt hoogleraar microbiologie Karl Forchhammer. “Het viel ons op dat een bepaalde soort cyanobacterie de groei van andere bacteriën tegenhield. Dus zijn we gaan zoeken hoe dat kon.” Een van de promovendi kreeg met veel moeite het verantwoordelijke molecuul te pakken. Het bleek een suikermolecuul, 7-deoxy-sedoheptulose (7dSh), dat de bacterie in enorm kleine hoeveelheden aanmaakt.
Uiteindelijk wisten de onderzoekers het molecuul zelf te maken vanuit plantensuikers en konden ze de werking bestuderen. Het suikermolecuul bleek vergelijkbaar met glyfosaat. “We zien dat het molecuul de productie van belangrijke vitamines en aminozuren via de zogenoemde shikimatezuurroute verstoort, net als glyfosaat”, zegt Forchhammer. “Deze stofwisslingsroute vind je niet bij dieren, dus kun je er heel specifiek schimmels, bacteriën of planten mee bestrijden. Om dezelfde reden gebruiken boeren glyfosaat nu vaak al vóór het inzaaien van hun gewassen, om de grond onkruidvrij te maken.”
Afbreken
Maar als het suikermolecuul precies zo werkt als glyfosaat, is het dan ook net zo gevaarlijk? “Ons molecuul breekt veel sneller af en lijkt niet giftig”, vertelt Forchhammer. “We moeten nog uitgebreider testen, maar de eerste resultaten zijn veelbelovend.” Toch heeft Violette Geissen, hoogleraar bodemfysica en landbeheer aan de Wageningen Universiteit en niet betrokken bij het onderzoek, zo haar twijfels: “Dit soort middelen pakken niet alleen de planten aan, maar ook de goede bacteriën en schimmels die in de grond leven. Ze verstoren het evenwicht.”
Forchhammer geeft toe dat hij nog niet precies weet hoe de grond reageert op het suikermolecuul, maar hij denkt dat het beter zal zijn dan bij glyfosaat: “Volgens onze eerste resultaten verstoort het molecuul de bodem nauwelijks. Bovendien bestaat dit molecuul al miljoenen jaren, dus ik vermoed dat de natuur al manieren heeft ontwikkeld om het snel af te breken.” Geissen wil het verdere onderzoek graag afwachten, maar pleit ondertussen ook voor andere alternatieven: “Er bestaan al robots die met infrarood licht zien waar onkruid staat en dat selectief verwijderen. Daar zouden we volgens mij op in moeten zetten.”
Via de bladeren
Voor boeren de nieuwe onkruidverdelger kunnen gebruiken moeten de onderzoekers sowieso nog wel stappen maken. “Je wilt het liefst dat de stof via de bladeren de plant binnendringt. Maar dat doet deze stof niet zo efficiënt, dus we moeten nog een manier vinden om dat voor elkaar te krijgen.” Daarom werkt Forchhammer inmiddels samen met andere onderzoekers en bedrijven: “Wij zijn fundamentele onderzoekers, dus we hebben niet zo veel verstand van de markt en dergelijke. We moeten nog veel testen, maar als alles goed gaat kunnen boeren ons product hopelijk over een paar jaar gaan gebruiken.”