Het beeld kennen we denk ik allemaal: de onderzoeker die in haar eentje puzzels zit op te lossen, bedolven onder een stapel boeken, en mogelijk al een tijdje het daglicht niet heeft gezien. Ik beken noch ontken dat deze situatie wel eens de realiteit is geweest. Betekent dit dat je als onderzoeker introvert moet zijn?
Even terug naar het begin: wat betekenen introvert en extravert? Introvert en extravert zijn manieren om persoonlijkheid in te delen. Het gaat om een spectrum met aan de ene kant introvert, en aan de andere extravert, waar de meeste mensen ergens tussenin vallen. Maar vaak wel iets meer naar links of naar rechts. Het zegt eigenlijk vooral iets over hoe je prikkels verwerkt en waar je energie van krijgt. Een introvert persoon laadt op door te reflecteren en over ideeën na te denken, en verliest (of: geeft) energie in sociaal (groeps)contact. Bij een extravert persoon is dit juist andersom, die krijgt energie van sociaal contact.
Dit betekent trouwens helemaal niet dat je hetgeen wat je energie kost, ook meteen niet leuk vindt. Een introvert persoon kan ontzettend veel plezier en inspiratie halen uit een interessante, chaotische discussie met een groep mensen, en daarna toch leeg zijn en even moeten opladen. En een extravert persoon kan net zo goed genieten van een mooi boek, ook al zal dit niet de grootste bron van energie zijn.
Misverstanden over introversie
Er bestaan veel misverstanden over wat introvert zijn betekent. Anno 2021 zie ik nog steeds voorbij komen dat introversie als een negatieve eigenschap wordt gezien, of als verlegenheid. Introversie en extraversie omvatten allebei hun eigen kwaliteiten, hun eigen voor- en nadelen. Ondanks dat onze maatschappij extraverte eigenschappen vaak meer waardeert, en dat werkplekken en werkwijzen daar meestal meer op zijn ingesteld (Hallo kantoortuin, hallo de-beste-ideeën-heb-je-on-the-spot-tijdens-de-vergadering). Introverte mensen zijn vaak weloverwogen, kunnen goed luisteren en hebben oog voor diepgang .
Extraverte mensen zijn vaak spontaan in sociaal contact, snelle beslissers en goed in het omarmen van veranderingen. Ook met verlegen zijn is niets mis, maar het is simpelweg niet hetzelfde als introvert zijn. Verlegenheid gaat om angst voor afwijzing, introvert zijn gaat over wat energie oplevert of wat juist energie slurpt. Iemand die introvert is en niets zegt in een drukke groep, is niet per se verlegen, maar heeft misschien wel een lege batterij door alle drukte.
Onderzoek doen is veelzijdig
Eerder beschreef ik al dat je naast allerlei leuke samenwerkingen, congressen en uitjes, als onderzoeker ook een groot gedeelte van de tijd alleen werkt. Een situatie waarbij introverte kwaliteiten zoals reflectie en verbanden leggen goed van pas komen, en tijd alleen met weinig prikkels van buitenaf is voor een introvert persoon niet verkeerd. Maar daarnaast moet je als onderzoeker ook actief netwerken, jezelf verkopen om subsidies te krijgen, en veel presentaties geven. Dit zijn dingen waarbij extraverte kwaliteiten zoals jezelf profileren weer goed tot hun recht komen. Onderzoek doen is gelukkig zo veelzijdig, dat veel verschillende mensen het goed kunnen en weer op verschillende manieren uitblinken.
Wat geeft je energie?
Uiteindelijk is het vooral belangrijk om te weten wat jou energie geeft of juist kost, en om daar rekening mee te houden. Raak je uitgeput van een eindeloze reeks overleggen? Spreidt deze dan uit of plan er pauzes tussen. Zorg als kan ook voor een dag in de week zonder overleggen. Voel je je suf en inspiratieloos bij lange tijden alleen werken zonder sociaal contact? (Hoi, coronatijd!) Plan dan regelmatig een overleg in, of houdt gezamenlijke online werksessies met collega’s waarbij je je doelen deelt en samen pauze neemt. Zo voorkom je dat dingen die je eigenlijk heel leuk vindt om te doen, een te hoge energieprijs krijgen. Of je nou onderzoek gaat doen of niet, het kan nooit kwaad om je batterij in de gaten te houden!