Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Moet Facebook de strijd aangaan met nepnieuws?

Pixabay CC0

Facebook gaat maatregelen nemen tegen nepnieuws. Is het belangrijk dat de sociale media-reus de strijd daarmee aangaat?

20 december 2016

Eigenlijk is nepnieuws een oud probleem in een nieuw jasje. Mijn collega Faces of Science Thomas Smits heeft hier een hele interessante blog over geschreven. Journalisten houden zich al decennia bezig met dit probleem. Het controleren en daarmee verifiëren van informatie is een van de belangrijkste journalistieke taken. Het staat daarom hoog op de lijst van journalistieke codes.

Social media-iconen worden weergegeven op een mobiele telefoon.

In Nederland leest één op de drie Nederlanders nieuws via Facebook. Met name jongeren gebruiken vaker online en sociale media om op de hoogte te blijven van het nieuws.

Pixabay CC0

Eén op de drie Nederlanders leest nieuws via Facebook

Steeds meer mensen lezen nieuws via Facebook. In Nederland leest één op de drie Nederlanders nieuws via dit sociale media kanaal. Met name jongeren gebruiken vaker online en sociale media om op de hoogte te blijven van het nieuws. Het is daarom belangrijk dat Facebook nieuws gaat checken. Facebook wordt immers een belangrijke nieuwssite en dat brengt journalistieke verantwoordelijkheden met zich mee. Ik vraag mij alleen af in hoeverre die maatregelen effectief zijn. Facebook wil fact-checkers toegang geven tot berichten die Facebook verdacht vindt.

Maar hoe werkt dat in de praktijk? Berichten worden pas verdacht wanneer gebruikers dit zelf aangeven. Vervolgens wil Facebook een label plaatsen bij de nepberichten. Maar je kunt je natuurlijk afvragen of burgers dit zelf kunnen en gaan doen. Recent onderzoek laat namelijk zien dat mensen het lastig vinden om in te schatten wat nepnieuws en wat accuraat nieuws is.

Steeds vaker circuleert nepnieuws op sociale media-kanalen. Tijd om in te grijpen?

Pixabay CC0

Label

Facebook wil dus een label plaatsen bij het nepnieuwsbericht zodat duidelijk wordt dat het bericht niet echt is. Toch twijfel ik eraan of een label genoeg is. Uit eigen onderzoek weet ik dat mensen zo’n label vaak niet zien. We weten niet goed hoe dat komt, maar er zijn wel wat mogelijke verklaringen. Mensen kunnen bijvoorbeeld last hebben van banner blindness. Mensen zijn zo gewend aan alle labels online, dat ze de “nieuwe waarschuwing” snel over het hoofd zien. Daarnaast kunnen mensen ook erg gericht zijn op het bericht met het nieuws zelf. Het bericht vraagt daarmee zoveel aandacht op dat mensen het label niet meer waarnemen.

Onderzoek van de Stanford History Education Group laat bovendien zien dat mensen het lastig vinden om te in te schatten dat nieuws nep is, bijvoorbeeld omdat het een advertentie is. Dit gebeurt ook als er een label is bijgevoegd die de lezer waarschuwt. De Stanford Group ontdekte bijvoorbeeld dat jongeren het lastig vonden om native advertising (advertenties die eruit zien als nieuwsartikelen) te onderscheiden van ‘echte’ nieuwsartikelen op een website. Meer dan 80% van de jongeren geloofden dat de advertentie een echt nieuwsbericht was, zelfs wanneer er een label was toegevoegd waarin staat dat het artikel gesponsord was. De jongeren gaven soms wel aan dat het bericht gesponsord was, maar geloofden desondanks dat het een echt nieuwsartikel was. De onderzoekers denken dat dit komt doordat de jongeren niet weten wat “gesponsorde inhoud” betekent. De onderzoekers pleiten er daarom voor dat dit al vroeg aan kinderen geleerd wordt.

Invloed nepnieuws?

Er wordt vaak gezegd dat nepnieuws een bepalende rol heeft gespeeld tijdens de Amerikaanse verkiezingen. Misschien dus ook bij de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen in Nederland. Wat is nu precies de rol van nepnieuws tijdens de verkiezingen?

Mensen consumeren steeds meer nieuws via sociale media, en met name Facebook. Wanneer er nep-nieuws wordt gedeeld via Facebook, dan kan dit consequenties hebben voor de democratie. Mensen zijn dan immers niet correct geïnformeerd over bijvoorbeeld politieke problemen en standpunten van politici. Een Amerikaanse man dacht bijvoorbeeld dat Hillary Clinton een kinderpornonetwerk had in een pizzatent nadat hij een nepbericht hierover had gelezen. In Nederland zijn er ook voorbeelden van nepnieuws, zoals het bericht dat de NS asielzoekers gratis met de trein wilde laten reizen. Complete onzin.

Omdat we nog steeds weinig weten over de verspreiding van nep-nieuws op sociale media, kunnen we geen uitspraken doen over de impact. De impact is namelijk afhankelijk van de mate waarin mensen blootgesteld worden aan alleen maar nep-nieuws (bijvoorbeeld omdat we zelf meer informatie selecteren of dat algoritmes van Facebook ons die informatie laten zien). Uit onderzoek weten we dat dit wel meevalt.

Er is geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat we enkel worden blootgesteld aan nepnieuws. Nederlanders ontvangen hun informatie nog steeds via andere media, zoals televisie en via sociale contacten. De kans dat mensen zich dus alleen op valse informatie baseren lijkt mij dus klein.

Moet Facebook iets doen aan nepnieuws? Ik vind van wel. Wanneer valse Facebookberichten bestaan, dan is de kans groot dat mensen deze berichten gaan geloven. Mensen zijn dan niet juist geïnformeerd en een ongeïnformeerd publiek kan een gevaar zijn voor de democratie. Facebook wordt een nieuwsmedium en daarmee heeft het de verantwoordelijkheid die journalisten ook hebben: het verifiëren en controleren van informatie. Het is alleen wel lastig om te zeggen wat de effecten zijn van nepnieuws, omdat we nog steeds niet weten hoe vaak het voorkomt en hoe vaak mensen die nieuwsberichten lezen én geloven. Dat maakt het lastig om harde uitspraken over de impact te doen. Ik ga het als wetenschapper goed in de gaten houden en ben erg benieuwd of het effect heeft op onze aanstaande verkiezingen.

ReactiesReageer