Naar de content

Minder vee op planeet B

Een alternatieve aarde: voedsel

Stijn Schreven voor NEMO Kennislink

Op aarde gaat de productie van ons voedsel vaak ten koste van de planeet. Hoe zou dat beter kunnen op een planeet B? Een computermodel schetst het ideaalplaatje: meer diversiteit en minder vee.

23 september 2024

Je zou ons kunnen omschrijven als planeeteters. Onze wereldwijde voedselproductie eist een zware tol van onze thuisplaneet. In 2023 gebruikten we als mensheid 1,7 keer zoveel voorraden als de aarde dat jaar kon aanmaken. Het gevolg is ontbossing, klimaatverandering en verlies van soorten. De landbouw speelt daarin een grote rol, bijvoorbeeld door de uitstoot van broeikasgassen in de veehouderij of de productie van kunstmest, de kap van regenwoud voor soja en grasland, en het gebruik van pesticiden.

Stel dat we een ideale planeet B voor de mens kunnen bouwen, dan kunnen we die denkbeeldige planeet dus maar beter twee keer zo groot maken als de aarde – dat wint wat tijd voordat we door de voorraden zijn. Of moeten we er anders gaan boeren? Het gedachte-experiment gaat verder met Hannah van Zanten, onderzoeker van duurzame voedselsystemen aan de Wageningen Universiteit.

Altijd een grens

“Het ideale voedselsysteem op lange termijn houdt rekening met onze kleinkinderen en hun kleinkinderen”, begint Van Zanten. “Daarvoor zal er flink wat moeten veranderen, want op dit moment hebben we een enorme impact op onze planeet. Hoe langer we zo doorgaan, hoe groter de consequenties.” Een grotere planeet B lost dat volgens haar op de lange termijn niet op. “Er zit altijd een grens, aan elke planeet. Op een gegeven moment loop je ook op planeet B tegen hetzelfde probleem aan.”

Negen planetaire grenzen

Wetenschappers hebben op aarde negen planetaire grenzen onderscheiden. Daarvan hebben we er al zes van overschreden, bijvoorbeeld op gebied van klimaatverandering, de stikstofkringloop, de drinkwatervoorraad en biodiversiteit. De landbouw speelt hierin een belangrijke rol. Voorbij de veilige grens lopen we het gevaar dat de stabiele wereld waarin we zijn ontstaan, onomkeerbaar verandert.

Als we volgende generaties een leefbare, diverse planeet B willen nalaten, moeten we volgens Van Zanten een voedselsysteem inrichten dat de grenzen van de planeet respecteert. “Denk aan duurzame visvangst, goede bodemkwaliteit, behoud van biodiversiteit, en zuiniger omgaan met water en kunstmest.”

Wat is er nodig om binnen het draagvlak van zo’n planeet te blijven? Het antwoord zoekt Van Zanten in kringlooplandbouw: een landbouw die alle grondstoffen en reststromen zo goed mogelijk benut en hergebruikt. “Stap één is dat we minder gebruiken, stap twee dat we minder verspillen. En wat we verspillen, recyclen we zo efficiënt mogelijk weer in het voedselsysteem.” Van voedselresten kan bijvoorbeeld weer veevoer, compost of bio-energie gemaakt worden. “Alles wat wij minder consumeren, heeft direct een groot positief effect op het milieu.”

Verleden tijd

Van Zanten en collega’s ontwikkelden een computermodel dat die overgang naar kringlooplandbouw uitrekent. “Dat model richt het voedselsysteem zo in dat de milieudruk zo laag mogelijk blijft. We gebruiken dan zo min mogelijk land en stoten zo weinig mogelijk broeikasgas uit. Daarnaast willen we een gezond dieet voor iedereen kunnen produceren.” Iedereen krijgt de nodige dagelijkse nutriënten binnen, zoals voldoende eiwit, vitamine B12, calcium, en de producten zijn gezond – dus niet te bewerkt voedsel of met te veel suiker. “Dat rekent het model uit en uiteindelijk geeft het een plaatje.”

De onderzoekers geven de wensen; het model schetst daaruit het ideaalplaatje voor een systeem binnen de kaders van de planeet. Dat is een beeld met meer diversiteit en minder vee. “We krijgen veel meer verschillende gewassen op die planeet B”, vertelt Van Zanten. “Op aarde hebben we veel oliegewassen en granen, maar daar komen veel meer groente, fruit en peulvruchten voor in de plaats. Het wordt dus een diverser landschap.”

Ook volgt uit het model dat we vaarwel zeggen tegen dikbilkoeien. “De vleeskoe zoals we die nu kennen, is verleden tijd. We hebben vooral nog dieren die dagelijkse producten maken, zoals melk en eieren. Natuurlijk heb je bij die melk ook kalfjes, dus daarmee krijg je een hoeveelheid vlees. We hebben dus minder dieren: vooral minder rundvlees, maar ook minder varkens en vleeskippen.”

Drie witte koeien kijken in de camera.

De vleeskoe zoals we die nu kennen, is op planeet B verleden tijd.

Freepik

Voor vis gaat dat in het model niet op, omdat we die nodig hebben voor vetzuren in ons dieet. Eetbare algen en insecten vormen een alternatief, maar die technologieën moeten zich nog verder ontwikkelen en heeft Van Zanten daarom nog niet in het model meegenomen. “Als we dat meenemen, gaat het uitgerekende toekomstbeeld er anders uitzien.” En daarmee planeet B dus ook.

Gezondheidswinst

Volgens Van Zanten kunnen we prima met de helft minder dieren. Hiervoor liet ze het model verschillende scenario’s doorrekenen met meer of minder dierlijk en plantaardig eiwit in ons dieet. “Als we 50 procent minder dierlijke producten eten, behaal je relatief de grootste milieuwinst. Je vermindert je landgebruik en broeikasgassen drastisch.” Ook voor de gezondheid levert het de grootste winst op. De Gezondheidsraad gaf eind 2023 aan dat de huidige consumptie van 60 procent dierlijk en 40 procent plantaardig eiwit zonder problemen naar 40 procent dier en 60 procent plant kan. Het is beter voor het milieu en leidt zelfs tot minder risico op hart- en vaatziektes en diabetes.

Maar een volledig diervrij voedselsysteem is niet per se nóg beter dan een systeem met de helft minder dieren – althans, in het huidige model. “Het model laat steeds zien dat we tekorten aan nutriënten als vitamine B12 en calcium krijgen, wanneer we minder dan 18 gram dierlijke eiwitten per dag eten”, aldus Van Zanten. Het model nam supplementen en nieuwe alternatieven, zoals kweekvlees, algen en insecten, echter nog niet mee in de berekeningen. “Als we die toevoegen aan het model, kunnen we verwachten dat het veganscenario er positiever uitziet.”

Bovendien kunnen dieren een belangrijke rol spelen in het voedselsysteem om alles te gebruiken dat de mens niet kan eten. “Je hebt je gewas altijd in rotatie, want je kunt niet elk jaar hetzelfde verbouwen. Soms kiest het model in die rotatie voor klaver.” Klaver is een groenbemester, die wij niet kunnen eten, maar dieren wel. Daar ziet Van Zanten een rol weggelegd voor dieren, en in het recyclen van voedselresten.

Afwegingen

Hoe ideaal is de wereld uit het computermodel? Het model werkt met het landbouwsysteem zoals we dat nu kennen, dus met pesticiden en kunstmest. Willen we naar biologische of regeneratieve landbouw, dan moet Van Zanten het model ombouwen. “Daar zijn we nu mee bezig. Met elke transitie die je het model vraagt uit te voeren, verandert het plaatje. Biologisch kost meer land, maar levert minder broeikasgassen op. Het is een afweging wat je belangrijker vindt. Die afwegingen maak je als maatschappij.”

Die afweging betekent niet dat de ene vorm van landbouw de andere uitsluit. “De ideale planeet B is een combinatie van al die verschillende vormen bij elkaar”, stelt Van Zanten. “Het type landbouw is niet het doel, maar een middel. Je kunt ze combineren om je totale doel te halen: leven binnen de grenzen van je planeet.”

Bronnen