In het boek Een beter brein gaat journalist Niki Korteweg op zoek naar hersenwetenschap waarmee ze haar burn-out-brein weer op de rit krijgt. En misschien zelfs wel kan verbeteren. De speurtocht leidt langs indrukwekkende hersentechnologieën, maar een echte oplossing vindt ze er niet in.
Te duur. Niet praktisch. Slechts vermakelijk. Te gevaarlijk. De hersentechnologieën die neurobioloog en wetenschapsjournalist Niki Korteweg beschrijft in Een beter brein, kan hersenwetenschap ons slimmer maken? kunnen gewone mensen afschrijven om hun hersenen op te lappen, of zelfs te verbeteren. Voorlopig tenminste. Met de snelheid waarmee ontwikkelingen in de hersenwetenschap voortdenderen, gaat dat in de toekomst nog wel veranderen, vermoedt de auteur.
Waarom zou je überhaupt manieren zoeken om aan je bovenkamer te sleutelen? Korteweg kan wel een reden bedenken. Na een burn-out kon ze niet meer rekenen op haar hersenen. Ze had moeite dingen te onthouden en kwam moeilijk uit haar woorden. Het ergste was een black-out die haar overviel toen ze een lezing gaf. Ook al ging het in de loop van de tijd weer beter, haar geheugen en aandachtsspanne waren niet meer wat ze geweest waren, vertelt ze in haar pas verschenen boek.
Marinade van stresshormonen
De burn-out is voor Korteweg een persoonlijke aanleiding om de ontwikkelingen in de hersenwetenschap onder de loep te nemen. De manier van schrijven, als een zoektocht naar een oplossing voor haar probleem, leest lekker. Bij elke technologie die ze tegenkomt, van geheugenpillen en braintraining tot diepe hersenstimulatie en eeg-headsets, stelt ze zichzelf continu de vraag of het voor haar haperende brein zou werken. En of we met zulk vernuft straks slimmer kunnen worden dan voorheen.
Voor het volgen van haar speurtocht was het prettig geweest als ze haar eigen aandoening iets gedetailleerder had uitgelicht. Wat is een burn-out nou eigenlijk? Wat heeft die ‘jarenlange marinade van stresshormonen’ precies aangericht in haar hersenen? Ze weet als hersenonderzoeker dat aanhoudende stress funest is voor de prefrontale hersenschors, een hersengebied waarmee we plannen en organiseren, en de hippocampus. Maar hoe tasten stresshormonen de hersenen dan aan? Het blijft een beetje vaag wat een burn-out dan aanricht in onze grijze massa.
Taxichauffeurs
Met enthousiasme en verbazing beschrijft ze hoe hersentechnologieën werken, waar in de hersenen ze ingrijpen, en welke resultaten je mag verwachten. Ook ouderwetse middelen als slaap, voeding en meditatie komen voorbij. Na elke ‘verbeter-manier’ volgt een oordeel: hebben gewone mensen hier wat aan of niet?
Het is duidelijk, Korteweg heeft een flinke dosis kennis van de menselijke hersenen en het onderzoek dat ernaar verricht wordt. Zo is ze voorzichtig met het interpreteren van resultaten. Uit een studie bleken Londense taxichauffeurs, die het volledige wegennetwerk van de stad uit hun hoofd kennen, bijvoorbeeld een grotere hippocampus te hebben. Dat is een hersengebied dat zorgt voor leren en geheugen. De vraag blijft wat er eerder was, zoals Korteweg aanstipt. Het uit de kluiten gegroeide hersengebied of de kennis van het stratenplan?
Wat begint als een persoonlijke queeste, eindigt met de meest futuristische hersentechnologieën die weinig meer van doen hebben met het verbeteren van aandacht en concentratie. Is dat storend? Nee hoor, het verhaal wordt naar het einde toe alsmaar fascinerender.
Het laatste hoofdstuk biedt een inkijkje in waar het allemaal naartoe gaat: breinen die in computers worden nagebouwd, extra menselijk geheugen op een chip, en een geest die na de dood voortleeft in de cloud. Voor haar eigen overbelaste brein blijkt de oplossing op dit moment weinig spectaculair. Genoeg slaap en lichaamsbeweging, goede voeding en dingen doen waar je blij van wordt, is alles wat nodig is voor een beter brein.