Ineens doken ze in de dertiende eeuw op: portolaankaarten, verbluffend nauwkeurige zeekaarten met kustlijnen die bijna even gedetailleerd zijn als die op moderne kaarten. Ze werden gemaakt met technieken die in die tijd helemaal niet bekend waren, stelt Roel Nicolai in zijn proefschrift. De middeleeuwers moeten de kaarten hebben gekopieerd van geheimzinnige oudere bronnen, waarschijnlijk zonder te begrijpen hoe nauwkeurig ze werkelijk waren.
Het is een populair mysterie dat vaak in historische romans voorbij komt. Het plotselinge ontstaan van zogenaamde ‘portolaankaarten’ in het Europa van de late dertiende eeuw. Deze kaarten geven kustlijnen weer die verbluffend sterk lijken op de weergave van kustlijnen op moderne zeekaarten. Wat ze zo geheimzinnig maakt is dat ze schijnbaar zonder duidelijke voorgangers ineens opdoken in Italië en later ook in Spanje.
Portolaankaarten werden in ieder geval vanaf de veertiende eeuw gebruikt in de scheepvaart. Vermoedelijk deden de fraaie kaarten het ook goed als decoratiestuk aan de muren van rijke handelaren aan de Middellandse Zee. De oudste bekende portolaankaart verscheen rond 1290 in de Italiaanse stad Pisa.
Mozaïek
Maar de kaarten zijn zó nauwkeurig dat ze eigenlijk helemaal niet in de Middeleeuwen kunnen zijn gemaakt, in ieder geval niet op deze manier. Dat concludeert Roel Nicolai, in het dagelijks leven hoofd geodesie (de wetenschap die zich bezighoudt met de bepaling van de vorm en de afmetingen van de aarde) bij Shell in zijn proefschrift.
Nicolai toont aan dat de kaarten zo nauwkeurig zijn omdat er een vorm van kaartprojectie is toegepast; een wiskundige vertaling van de ronde aarde op een plat vlak. Maar die techniek was in de Middeleeuwen (althans voor zover we nu weten) helemaal niet bekend. De eerste bruikbare methode werd pas in 1569 geïntroduceerd door de Vlaamse kaartenmaker Gerardus Mercator, bijna driehonderd jaar nadat de eerste portolaankaart opdook. “De onderzochte portolaankaarten lijken met de Mercatorprojectie te zijn gemaakt. Maar daarover kan ik geen honderd procent zekerheid geven,” zegt Nicolai.
“Ze zijn wel degelijk in de Middeleeuwen getekend op perkament, daarover bestaat geen twijfel,” gaat hij verder. “Maar waarschijnlijk deden de tekenaars dat zonder dat ze goed begrepen hoe nauwkeurig de kaarten eigenlijk waren. Wij herkennen de vorm van de Middellandse Zee op een kaart direct, maar in de late Middeleeuwen was dat beeld nog helemaal niet zo stevig verankerd. Niemand wist de precieze vorm van de zee en hoe de kustlijnen liepen.”
Bovendien wist Nicolai aan te tonen dat de kaarten niet uit één stuk gemaakt werden maar in feite een soort mozaïek zijn. “Tussen diverse geografische gebieden op portolaankaarten zie je duidelijke verschillen in schaalverdeling en in oriëntering,” legt hij uit. “Dat is een duidelijk bewijs dat de kaarten samengesteld werden uit afzonderlijke kaarten. En ook dat wijst erop dat de middeleeuwse tekenaars niet bekend waren met de techniek erachter.”
Onderuit geschoffeld
De gangbare gedachten onder mediëvisten is dat portolaankaarten gebaseerd werden op portolani: geschreven vaarinstructies waarin havens, afstandsmetingen, richtingen en zeilaanwijzingen waren opgenomen. Informatie uit verschillende zeereizen werd samengevoegd, er werden gemiddelden berekend en op basis daarvan wisten de middeleeuwse kaartenmakers nauwkeurige kaarten maken. De grote overeenkomsten met moderne kaarten berusten volgens deze onderzoekers vooral op toeval.
Al die aannames schoffelt Nicolai onderuit. Hij probeerde het middeleeuwse kunstje na te doen, maar de nauwkeurigheid van een kaart geproduceerd uit middeleeuwse navigatiemetingen bleek minstens een factor tien slechter dan die van de portolaankaarten. Bovendien hadden de middeleeuwers geen kennis van rekenkundige gemiddelden om de nauwkeurigheid te verbeteren. Die methoden werden pas tegen het einde van de zeventiende eeuw ontdekt en toegepast.
“Het allervreemdste is dat er helemaal nergens oudere kaarten zijn teruggevonden die als voorbeeld hebben kunnen dienen voor de middeleeuwse kopiisten,” zegt Nicolai. Ineens waren ze er. Er is geen duidelijke ontwikkeling in te zien. En pas in de negentiende eeuw wisten kaartenmakers opnieuw de nauwkeurigheid van de portolaankaarten te evenaren.
“Het is heel bijzonder dat de middeleeuwse zeelui, waarschijnlijk dus zonder dat ze de techniek te begrijpen of volledig doorhadden hoe nauwkeurig de kaarten waren, toch het potentieel ervan inzagen,” zegt Nicolai. “De kaarten werden daadwerkelijk gebruikt voor de scheepvaart en bleken in gebruik uiterst praktisch.
“Er zijn overigens goede redenen om aan te nemen dat ze zelfs al voor de dertiende eeuw gebruikt werden. Tijdens de kruistochten in de elfde eeuw is er sprake van een revolutie in zeetransport van legers en paarden naar het Heilige Land. Die paarden konden mee omdat het transport ineens vier keer zo snel ging, terwijl de schepen hetzelfde bleven. Mogelijk komt ook dat door de ontdekking van deze portolaankaarten.”
Almachtige beschavingen
Als de middeleeuwse kaartenmakers deze raadselachtige kaarten vermoedelijk alleen maar kopieerden is de grote vraag natuurlijk: waar kwamen ze dan vandaan? Nicolai stelt voorzichtig dat ze vermoedelijk verworven zijn door de handel met Constantinopel. “Maar dat ze daar ook oorspronkelijk gemaakt werden is niet waarschijnlijk,” voegt hij toe. “Voor zover bekend hebben de Byzantijnen niet bijzonder veel toegevoegd aan de overgeleverde wetenschappelijke kennis van de Oudheid. Ze waren vooral een bewaarplaats en doorgeefluik van oude Griekse en Arabische kennis. En waarom zouden de Byzantijnen bijvoorbeeld de Franse of Britse kustlijn in kaart brengen? Dat lag ver buiten hun territorium.”
Kwam de kennis om ze te maken dan misschien – net als zoveel middeleeuwse wetenschappelijke innovaties – uit de Arabische wereld? Arabische astronomen waren verder gevorderd dan de Europeanen met onder andere het bepalen van geografische lengte en breedtegraden. Maar zelfs de nauwkeurigheid die de Arabieren in hun kaarten legden, kon volgens Nicolai niet tippen aan die op de portolaankaarten. Een Arabische oorsprong lijkt net zo onwaarschijnlijk. Op basis van wat we weten over de Griekse en Romeinse stand van de wetenschap ligt ook een oorsprong in de klassieke oudheid niet voor de hand.
“De gebruikte kennis van kaartprojectie moet ouder zijn dan de middeleeuwen. Misschien moeten we wel nagaan of ons beeld van de stand van wetenschap de oudheid wel klopt, stelt Nicolai. “Maar laten we vooral niet meteen speculeren op almachtige verloren beschavingen. De oorsprong van portolaankaarten is iets wat we stapje voor stapje moeten uitzoeken.”