Naar de content

'Mensen met een slaapstoornis hebben niks aan gadgets'

Flickr.com, Sophia Louise via CC BY-NC-ND 2.0

Een armband die nauwkeurig registreert hoe goed je slaapt. Daaraan werkt de kersverse slaapprof Sebastiaan Overeem van de TU Eindhoven. Een interview over hoe je slechte nachtrust onderzoekt en wat we hebben aan de huidige gadgets, apps en andere hulpmiddelen.

27 maart 2018

Sebastiaan Overeem is slaapprofessor aan de TU Eindhoven en somnoloog (slaapexpert) bij Kempenhaeghe.

Rob Stork voor TU Eindhoven

Je bent heel moe, maar valt toch niet in slaap. Dan toch nog maar een keer op je andere zij liggen en het kussen herschikken, maar niks helpt. Opnieuw ga je woelen. Weinig is frustrerender als je langere tijd ‘s nachts wakker ligt en schaapjes tellen niet meer helpt.

Het drijft mensen tot wanhoop, en daar spelen bedrijven maar al te graag op in. Ze bieden handige hulpmiddelen aan, zoals slaaprobots, apps of horloges en armbanden die meten hoe goed en veel je slaapt. Maar werkt dat nou echt?

Slaapprof en somnoloog Sebastiaan Overeem wil bij deze hulpmiddelen de zin van de onzin scheiden. Hij doet diepgravend onderzoek naar slaap bij de TU Eindhoven, waar hij onder meer met behulp van big data oplossingen wil vinden voor hardnekkige problemen die je nachtrust belemmeren. NEMO Kennislink interviewt hem over nieuwe gadgets, hoe je nachtelijk onderzoek doet en waarom we nog zo weinig weten over slaap.

Er komen steeds meer apparaten op de markt die slaap meten en beloven te helpen om een betere nachtrust te krijgen: smartwatches, slimme armbanden, apps op je telefoon en matrassen. Hoe kijkt u daar als onderzoeker tegenaan?

Een patiënt wordt klaargemaakt voor slaaponderzoek.

Kempenhaeghe

“Slaap meten is niet eenvoudig. Het is een activiteit van het brein en die meet je door elektrodes op de schedel te plakken. Dat gebeurt natuurlijk niet bij de gadgets die overal te koop zijn. Zij meten rust-activiteit-patronen, soms in combinatie met de hartslag. Zo’n apparaatje concludeert dat je slaapt wanneer je heel rustig bent. Maar het meet dan dus niet direct de slaap.”

“Deze hulpmiddelen zijn gebaseerd op heel veel gegevens van mensen met een normale slaap. Maar wie geen goede nachtrust heeft, schiet niets op met dit soort gadgets. En als je lijdt aan een slaapstoornis, heb je dus niet zoveel aan al die hulpmiddelen omdat ze gebaseerd zijn op mensen die wel goed slapen.”

Je moet dus niet te veel waarde hechten aan de informatie die een Fitbit of Apple Watch geeft over de afgelopen nacht?

“Het is lastig na te gaan wat je met de informatie van zo’n armband moet. Als je slaap-app of horloge zegt dat je slaapscore 65 procent was, wat moet je dan doen? Overdag een extra dutje doen? Je kunt niet extra slaap van de afgelopen nacht goedmaken. Bij een stappenteller is de boodschap veel duidelijker: als je maar 5000 stappen deed in plaats van 10000, dan ga je een extra wandeling maken. Bij slaap werkt dat niet op dezelfde manier.”

Slechte nachtrust

Er zijn ongeveer tachtig verschillende slaapstoornissen, die je weer kunt onderverdelen in verschillende groepen. De meest voorkomende is slapeloosheid, ook wel bekend als insomnie (Engels: insomnia). In slaap komen of doorslapen is dan moeilijk. Het omgekeerde is hypersomnie, waarbij je juist veel slaapt en ook overdag in slaap kunt vallen. Deze stoornissen zijn niet alleen erg vervelend voor jezelf, maar ook voor je partner. Dat geldt bijvoorbeeld voor ademhalingsstoornissen, zoals slaapapneu: een stoornis waarbij tijdens de nachtrust je adem stokt en je ontzettend snurkt. Of parasomnieën, de categorie van slaapwandelen en bewegingsstoornissen, zoals rusteloze benen. Slaapstoornissen zijn er dus in vele maten en soorten. Omdat ze zo verschillend zijn is onderzoek ernaar ingewikkeld.

U werkt ook als arts en onderzoeker bij Kempenhaeghe. Dat is een expertisecentrum voor slaapproblemen. Krijg u daar vaak vragen over dit soort hulpmiddelen?

“Dat gebeurt regelmatig. Mensen geven veel geld uit aan zo’n gadget en geloven er heilig in dat het goed werkt. Maar het heeft ook risico’s. Wij zien soms mensen die eigenlijk geen problemen hebben, maar hulp zoeken omdat hun slaapscore slecht is. Ze zijn er daarom van overtuigd dat ze iets mankeren. Ze worden er letterlijk ziek van en ontwikkelen slaapstoornissen door de onrust die ze krijgen van deze slechte slaapscores. Dit staat in het veld tegenwoordig bekend als orthosomnia, onlangs verscheen er een studie over in Journal of Clinical Sleep Medicine.”

Orthosomnia is dus een slaapstoornis die ontstaat door het gebruik van deze gadgets?

“Het is het slaapequivalent van orthorexia, waar mensen obsessief bezig zijn met gezond eten, maar dan nu met slaap. Het vervelende is dat sommige mensen blind vertrouwen op hun smartwatch of apps en zelfs na een dure slaapregistratie nog steeds geloven in hun slechte slaapscore.”

Jullie doen geen onderzoek met gadgets, maar gaan grondiger te werk. Hoe meet je de slaap?

“We meten de activiteit van het brein met elektrodes en metalen draden. Die lijmen we op de schedel. Door naar de hersenactiviteit te kijken, zien we de verschillende slaapstadia. Maar we onderzoeken nog veel meer. Vaak bekijken we ook de oogbewegingen met elektrodes naast het oog. En dan zijn er nog elektrodes op de kin om de spieractiviteit te checken. Om na te gaan hoe goed iemand ademt zit er een band om de borst. Kortom, om heel grondig te meten hang je vast aan een bos draadjes en elektroden. Zo krijg je de slaap goed in beeld en ga je na welke problemen er zijn.”

Voor slaaponderzoek moet er veel worden gemeten. Dit gebeurt met elektrodes, waardoor de patiënt helemaal volgeplakt zit.

Kempenhaeghe

Dat klinkt niet heel comfortabel en lijkt me ook niet lekker slapen. Liggen patiënten dan niet vaak extra lang wakker waardoor het onderzoek verstoord wordt?

“Vaak slapen de patiënten lang genoeg om na te gaan waar ze last van hebben. Soms zijn meerdere metingen nodig. Het liefst zouden we mensen iets kleins meegeven, zodat ze thuis kunnen meten in hun eigen omgeving. Dan voelen ze zich meer op hun gemak en hebben ze er minder last van. Het is ons ultieme doel om een apparaatje te ontwikkelen dat over periodes van meerdere weken de slaap van patiënten meet in hun eigen bed.”

Met een slimme armband of horloge?

“Inderdaad, maar dan geavanceerder dan wat nu te verkrijgen is. Het is nogal een verschil of je aan heel veel draden hangt, die over je hele lichaam vastgemaakt zijn of alleen iets om je pols hebt. Maar het is natuurlijk ontzettend lastig om zoiets te maken, want je wilt nog steeds iets over de slaap zeggen zonder in het brein de activiteit te meten.”

Hoe werkt zo’n apparaat?

“In plaats van direct de hersenen te meten, gebruiken we informatie van andere lichaamsfuncties om in te schatten of iemand slaapt en in welke slaapfase iemand zich bevindt. Als je in een diepe slaap zit, dan gaat de hartslag langzamer. Tijdens het dromen is deze onregelmatiger. In het hartslagsignaal zitten ook variaties met de ademhaling, die zelf ook weer varieert met de diepte van de slaap. Door deze gegevens te combineren met een meting van lichaamsbewegingen kun je de slaap heel aardig schatten, maar vooralsnog vooral bij de goede slapers.”

Waarom gaat het niet op voor slechte slapers?

“Zij gedragen zich vaak anders. Iemand met rusteloze benen beweegt continu tijdens de nacht. Dan zou een apparaatje om de pols dus zeggen dat zo iemand niet slaapt of droomt, terwijl dat wel zo is. We kijken daarom specifiek naar mensen die aan dit soort kwalen lijden. Of naar mensen die bijvoorbeeld slaapapneu hebben, waarbij door ademstops de hartslag vaak weer anders is dan bij een normale slaper.”

“We verzamelen heel veel meetgegevens van heel veel patiënten. De meetgegevens zijn zeer complex, maar wij zoeken daarin met computers naar patronen die niet direct zichtbaar zijn. Het verschil met de eerder genoemde gadgets zit hem enerzijds in de verdere verfijning van de meettechniek, maar vooral in de nauwkeurige analyse van de patronen bij mensen met een slaapstoornis.”

Zorgverzekeraars zijn ook enthousiast over deze ontwikkeling. Als mensen thuis kunnen meten, dan scheelt dat veel geld omdat ze niet opgenomen hoeven te worden in een ziekenhuis of kliniek. Zorgverzekeraar VGZ pronkt zelfs met ‘Een slaaponderzoek, gewoon thuis’. Wat vindt u hiervan?

“Zo eenvoudig is het helaas niet. Ik geloof niet dat zoiets op dit moment de oplossing is voor iedereen. Per onderzoek is een meting thuis goedkoper dan in een kliniek. Maar het heeft ook beperkingen. Je kunt niet alle elektrodes plakken zoals in een meting in het ziekenhuis. Je ziet pas achteraf of elektrodes losgelaten hebben in de nacht, of dat er een andere storing is opgetreden. En het is nog lastig om iemand te observeren, bijvoorbeeld met video.”

“Onderzoek heeft aangetoond dat een thuismeting prima is, als de arts de kans op een heel specifieke slaapstoornis zoals apneu als hoog inschat. Als je zonder selectie vooraf bij allerlei mensen slaapmetingen thuis gaat doen, krijg je vaak niet het goede antwoord, en moet het onderzoek alsnog over. En dan wordt de zorg als geheel juist duurder.”

Hoe slaapt u zelf?

“Ik was altijd een goede slaper, maar ik word een dagje ouder en lijk meer een ochtendmens te worden. Dat vind ik vervelend, want ik moet daardoor eerder naar bed. Maar dat doe ik niet vaak genoeg. Dat zie je wel vaker bij dokters, die doen niet altijd zelf wat ze hun patiënten adviseren.”

Bronnen:
ReactiesReageer