“Iedereen onderschat altijd en onvermijdelijk het aantal domme individuen dat in omloop is.” De eerste wet in het boek De wetten van menselijke stupiditeit van Carlo Cipolla zet meteen de toon. De boodschap van de Italiaan is na veertig jaar eindelijk in het Nederlands te lezen: domme mensen zijn gevaarlijk! Onderschat hen niet.
“Het is algemeen bekend dat het bedroevend is gesteld met de mensheid.” Met deze zin opent Carlo M. Cipolla zijn korte, satirische essay, waarin hij in vijf fundamentele wetten probeert de menselijke stupiditeit samen te vatten.
Al in 1976 werd dit essay in het Engels uitgegeven onder de titel The Basic Laws of Human Stupidity. Pas in 1988 werd het boek vertaald in de moedertaal van de Italiaanse schrijver. Dit duurde zo lang omdat Cipolla vond dat de tekst alleen tot zijn recht kwam in de originele taal, het Engels. Nu, zestien jaar na zijn overlijden, is dit essay ook eindelijk te lezen in het Nederlands.
Cipolla was hoogleraar Economische Geschiedenis aan de Universiteit van Californië, Berkeley. Daarnaast ontving hij in 1992 een eredoctoraat aan de universiteit van Pavia, waar hij tijdens zijn studies zijn passie voor de geschiedenis van de economie ontdekte.
Hoewel dit werk over stupiditeit eerder bedoeld is als geestige vingeroefening, is het toch zeker een aanrader. De Italiaan probeert op een humoristische manier wetten vast te stellen voor de term stupiditeit, een vaag begrip, waarvan de grenzen tot op de dag van vandaag nog niet eenduidig bepaald zijn.
Cipolla stelt in De wetten van menselijke stupiditeit verschillende wetten op. Zijn derde (gulden) fundamentele wet is: ‘Dom is iemand die een ander individu (of een groep individuen) verlies toebrengt, terwijl hij zelf van zijn handeling geen voordeel heeft en er mogelijk zelfs nadeel van ondervindt.’
Met grafische voorstellingen en voorbeelden legt de schrijver zijn wetten uit. ‘De derde wet gaat uit van de aanname dat er vier typen mensen bestaan: zwakke mensen, intelligente mensen, schurkachtige mensen en domme mensen.’ Afhankelijk van de acties en de voor- of nadelen die worden veroorzaakt door die acties, wordt men ingedeeld in één van de vier typen.
Ondanks dat de Italiaan als doel stelt de stupiditeit ‘onschadelijk’ te maken, slaagt hij hier niet geheel in met dit essay. Cipolla vindt dat de menselijke stupiditeit de welvaartsgroei en de toename van het menselijk geluk belemmert, maar hij geeft nauwelijks oplossingen voor het probleem.
Wel legt Cipolla met eenvoudige voorbeelden uit dat domme mensen de gevaarlijkste mensen zijn, nog gevaarlijker dan schurkachtige mensen. Maar de vraag blijft: is de mensheid wel te redden van de menselijke stupiditeit? Misschien alleen met een dosis humor, die in ieder geval te vinden is in dit schrijven. Een voorbeeld van deze humor is al snel flauw buiten de context, dus lees zelf dit 88-paginalange satirische essay.