Grote twijfels bij een nieuwtje vorige week: wanneer je als aanstaande moeder een meisje wilt, dan kun je met een speciaal dieet en advies voor sekstiming de kans daarop verhogen tot 81 procent. Dat dieet is van het bedrijf Gender Consult. Maar klopt dat wel? Het is nog te vroeg om erg enthousiast te zijn.
Een nieuwe, natuurlijke manier om de kans op een meisje te verhogen is een precieze timing van seks én een zoutarm en calciumrijk dieet voor moederlief. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van biologe en voedingskundige Annet Noorlander dat zal verschijnen in het blad Reproductive BioMedicine Online (RBMO). Haar resultaten lijken op het eerste gezicht spectaculair: proefpersonen die via Noorlanders bedrijf Gender Consult een dieet volgde, hadden een kans van 81 procent op een meisje – in plaats van de gebruikelijke 48 procent. Het prachtige percentage komt uit Noorlanders eigen persbericht en is overgenomen door onder meer de Telegraaf, NOS en het Reformatorisch Dagblad. Toch blijken de resultaten niet zo spectaculair als ze in de media zijn weergegeven.
Laten we naar de cijfers van het onderzoek kijken. Vijftig vrouwen volgden een zoutarm dieet en mochten niet later dan drie dagen voor de eisprong seks hebben. Noorlander heeft bij deze vrouwen aangegeven of ze haar dieetadvies en sekstiming ‘goed’ of ‘slecht’ volgden. Opvallend is wanneer je deze scheiding tussen het ‘goed’ of ‘slecht’ gevolgde dieet plus sekstiming wegneemt, er niets bijzonders aan de hand is met de geboortes van jongens en meisjes via Gender Consult. Dan zie je gewoon 23 meisjes en 27 jongens: ongeveer fiftyfifty, precies wat je zou verwachten. Dat je een dieet volgt bij Gender Consult lijkt op zichzelf dus niet genoeg reden om te spreken van een hogere kans op een meisje. Of blijkbaar valt het niet mee om de adviezen nauw te volgen.
Het werk van Noorlander leunt dan ook zwaar op die indeling tussen een ‘goed’ en ‘slecht’ gevolgd dieet. Hoe die indeling tot stand is gekomen, wordt helaas niet helder uitgelegd. Uit het artikel blijkt dat het iets te maken moet hebben met de zout- en calciumwaarden in het bloed van de vrouwen en de sekstiming, op basis van de een thuistest voor eisprong. Maar in hoeverre deze factoren verschilden tussen moeders die het dieet ‘goed’ of ‘slecht’ volgden, staat nergens vermeld.
Wel interessant is dat deze scheidslijn —hoe onduidelijk deze ook is— wél ergens lijkt te kloppen. Noorlander schijnt namelijk met behulp van haar scheidslijn tussen ‘goed’ of ‘slecht’ gevolgde adviezen, aardig te kunnen voorspellen dat 21 vrouwen een verhoogde kans op een meisje hadden, en de andere 29 niet.
Joep Geraedts, hoogleraar genetica aan de Universiteit van Maastricht, kan dat telefonisch bevestigen. Hij was aanvankelijk erg sceptisch over een dieet dat het geslacht van baby’s beïnvloedt, maar wilde het idee niet op voorhand afschieten. Hij steunt de uitkomsten van het onderzoek.
“Ik heb me niet intensief beziggehouden met het onderzoek van mevrouw Noorlander, ze deed het meeste zelf. Wat voor dieet haar cliënten precies volgden en wat haar criteria waren, dat mocht Noorlander zelf bepalen. Mijn rol was om te controleren of haar criteria, waarop de voorspelling werd gebaseerd, iets nuttigs deden.”
En dat blijkt zo te zijn: Geraedts ontving van Noorlander bericht welke zwangere vrouwen in verwachting zouden zijn van een meisje. “Die voorspelling was volledig gebaseerd op haar eigen criteria. Ze kon toen onmogelijk het geslacht van de baby al kennen. Later ontving ik geboortekaartjes van dezelfde mensen, met daarop hun adresgegevens en dergelijke. Toen bleek Noorlanders voorspelling aardig te kloppen.”
Wat zag Geraedts: van de 21 vrouwen waarvan Noorlander vond dat ze het dieet plus sekstiming voldoende volhielden, voorspelde zij een verhoogde kans op een meisje. Uiteindelijk werden in deze groep 16 meisjes geboren. Dat zijn er meer dan de 10 meisjes die je op basis van puur geluk mag verwachten. Volgens Geraedts is de kans dat dit resultaat door toeval komt, behoorlijk klein. Wie het narekent komt op een kans van iets meer dan één op tweehonderd. “In de gepubliceerde groep gaat het om 16 meisjes bij 21 zwangerschappen”, zegt Geraedts, “en na het afronden van het artikel zijn er nog 4 meisjes uit een groep van 5 zwangeren bijgekomen.”
Dat is een veelbelovend resultaat, maar het is te vroeg om met volle overtuiging te verklaren dat een zoutarm dieet de kans op een meisje sterk verhoogt. Wie 21 keer een munt opwerpt en zestien keer (of meer) kop terugkrijgt, trekt eveneens niet meteen de conclusie dat er iets speciaals met de munt gaande is. Je zou de munt veel vaker moeten opgooien om er iets zinnigs over te kunnen zeggen.
Dat beaamt Geraedts: het zijn in totaal wat weinig proefpersonen geweest. Om meer zekerheid hierover te krijgen, moet je meer onderzoek doen. Alleen dan kun je vaststellen of er echt een verhoogde kans is en wat deze kans dan zou moeten zijn. Ook zegt de hoogleraar niet precies te weten waardoor de hogere meisjeskans uit Noorlanders onderzoek werd veroorzaakt.
Met al deze onzekerheden is het daarom wat voorbarig dat Noorlander zegt dat haar dieet plus sekstiming de kans op een meisje verhoogt tot 81 procent. Het is meer reclame dan wetenschap.
Afgezien van de onzekerheidsmarge van zo’n percentage, komt daar ook nog bij dat het getal gewoon niet klopt. Ten eerste maken 16 meisjes op 21 geboortes niet 81 procent, maar 76. Noorlander komt op 81 door de zwangerschappen mee te nemen van een groep vrouwen waarmee ze haar onderzoek proefdraaide. Ze keek naar welke moeders de meeste meisjes kregen, en bepaalde aan de hand daarvan haar scheidslijn en etiket ‘dieet goed gevolgd’. Na zo’n bepaling vallen deze moeders met meisjes dus automatisch in de ‘goede’ categorie – dat heeft niets met een hogere kans te maken, maar met achteraf categoriseren.
Overigens is Noorlander het eens met de stelling dat het dieet best zwaar is. “De bedoeling is om de zout- en calciumbalans in het lichaam te veranderen”, reageert Noorlander. “Dat kost zeker negen weken. Eén keer een zoutige snack smokkelen en je moet het dieet een paar weken langer volgen.”
Correcties (definitieve lijst sinds 27 september 2010)
Na de publicatie van dit artikel heeft de auteur op advies van Noorlander en Geraedts de volgende aanpassingen gedaan:- Noorlander is ‘biologe en voedingskundige’. Eerder stond er geen aanduiding op in het verleden behaalde opleidingen.
- Geraedts voegde aan zijn citaat toe dat Noorlander na het onderzoek op basis van de criteria nog eens vijf voorspellingen had gedaan, waarvan er vier uitkwamen.
- De kans dat er 16 meisjes of meer uit de 21 voorspelde zwangerschappen zouden komen, was door de auteur verkeerd berekend als één op honderd. Dat bleek één op tweehonderd te moeten zijn.
- Eerder formuleerde de auteur het dieet als ‘enorm zwaar’, maar met deze stelling was Noorlander het niet eens. Een betere, afgezwakte formulering is daarvoor in de plaats gekomen:‘best zwaar’. Bovendien is het niet zo dat smokkelaars van het dieet opnieuw moesten beginnen, zoals eerder omschreven, maar het dieet ‘een paar weken langer’ moesten volgen.
- De stelletjes baseerden het tijdstip van ovulatie op basis van thuistests, in plaats van een eigen inschatting.
Zie ook
- Een meisje? Weinig zout eten!
- U wilt een meisje? Dat kan… (Kennislink)