Het medicijn aducanumab laat amyloïdplaques in de hersenen van patiënten met een milde vorm van Alzheimer krimpen. Dat blijkt uit een eerste, kleinschalige test met menselijke proefpersonen die deze week verschijnt in Nature. De opwinding is groot. Zijn we dichtbij een medicijn tegen de ziekte van Alzheimer?
Vijfentwintig jaar geleden werd het eiwit amyloïd-β uitgeroepen tot boosdoener bij het ontstaan van de ziekte van Alzheimer. Klontering van dit eiwit zou een cascade van reacties op gang brengen die uiteindelijk leidt tot beschadiging van zenuwcellen in de hersenen, en afbraak van verbindingen tussen die cellen (zie kader). Hoewel deze theorie nog niet honderd procent vaststaat, richten veel wetenschappers zich in hun zoektocht naar een medicijn tegen het amyloïd-β eiwit.
Zo ook Alfred Sandrock van het Amerikaanse biotechbedrijf Biogen. Hij ontwikkelde een antistof die heel specifiek en krachtig bindt aan amyloïd-β. Die antistof is het werkzame bestanddeel van het medicijn aducanumab, dat nu voor het eerst getest is bij menselijke proefpersonen.
Optimale dosis
Aan de studie deden in totaal 165 proefpersonen met een milde cognitieve achteruitgang of een milde vorm van Alzheimer mee. Bij alle deelnemers werd door middel van een PET-scan vastgesteld dat er amyloïdplaques in de hersenen aanwezig waren. Vervolgens vormde Sandrock vier groepen. In drie groepen kregen de proefpersonen iedere maand, een jaar lang, een injectie met aducanumab. De dosis was in iedere groep verschillend. Proefpersonen in de vierde groep kregen iedere maand een niet-werkzaam medicijn (placebo) ingespoten.
Na een jaar gingen alle deelnemers opnieuw onder de PET-scanner. Bij de placebo-groep was weinig gebeurd, maar bij de testgroepen zag Sandrock een duidelijke afname van de amyloïdplaques. Hoe hoger de dosis van het medicijn, hoe groter de afname van de plaques. Maar een hogere dosis gaf ook meer bijwerkingen zoals hoofdpijn, verwardheid en problemen met zien. Het is dus nog even zoeken naar de optimale dosis die veilig is, goed verdragen wordt en effectief is.
Voorzichtig
Aducanumab laat de amyloïdplaques dus slinken. Interessant, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk of daarmee ook de symptomen van Alzheimer verbeteren of zelfs helemaal verdwijnen. “Een grotere afname van amyloïdplaques is geassocieerd met langzamere cognitieve achteruitgang. Maar dit onderzoek was niet opgezet om de impact van aducanumab op cognitieve achteruitgang vast te leggen”, staat in het persbericht van Nature. En dat klopt. Deze eerste test met menselijke proefpersonen had vooral tot doel om te bepalen of het medicijn veilig is en goed verdragen wordt.
Robert Howard, professor psychiatrie bij ouderen aan University College London, roept op om voorzichtig te zijn. “Het zou te vroeg zijn om nu al te concluderen dat dit een effectief medicijn tegen Alzheimer is”, zegt hij tegen Science Media Center. “Het is niet voor het eerst dat een anti-amyloïdbehandeling veelbelovende resultaten laat zien in een eerste test. Helaas hebben we dit vaker mee gemaakt, met vergelijkbare middelen, en die zijn allemaal gefaald omdat in grotere onderzoeken bleek dat ze de symptomen en progressie van Alzheimer toch niet konden remmen.”
Inmiddels zijn wereldwijd verschillende onderzoeken gestart met grotere groepen patiënten. Of aducanumab inderdaad het Alzheimermedicijn is waar artsen, patiënten en betrokkenen al jaren naar uit kijken, is dus nog even afwachten.