De bodem van de Marianentrog op elf kilometer diepte lijkt misschien onherbergzaam gebied. Maar niet voor iedereen. Wetenschappers vonden er een hoeveelheid microben die vele malen groter is dan in een nabijgelegen bodemgebied op zes kilometer diepte. De resultaten staan deze week in Nature Geoscience.
Dat microben op de meest onmogelijke plekken weten te overleven, blijkt maar weer eens opnieuw. Ook op de bodem van de Marianentrog, de diepste plek in de oceaan, waar de druk 1100 keer zo hoog is als op land, waar de temperaturen net boven het vriespunt liggen en waar geen licht is, weten de organismen hun weg te vinden.
Extremofielen
Een team van wetenschappers, onder leiding van de Deense bioloog Ronnie Glud, liet in 2010 een robot afdalen naar Challenger Deep, het diepste punt van de Marianentrog. Hiermee maten ze de zuurstofconsumptie van de microben. Uit die activiteit konden de onderzoekers afleiden hoeveel leven er in het sediment zit. Het heeft geen zin om de bacteriën mee naar boven te nemen en in het lab de zuurstofconsumptie te bepalen omdat de extremofielen aangepast zijn aan totaal andere omstandigheden. Door de enorme veranderingen in temperatuur en druk zouden ze onmiddellijk sterven.
De zuurstofconsumptie bleek twee keer zo hoog in vergelijking met metingen op een nabijgelegen plek van zes kilometer diepte, 60 kilometer verderop. Uit het sediment dat werd meegenomen naar de laboratoria, bleek dat de concentraties bacteriën en archaea in Challenger Deep ook vele malen groter zijn. Het DNA van de organismen wordt nu in het lab onderzocht.
Videocamera’s namen 12 uur durende films op waarop, zoals verwacht, weinig grote dieren te zien waren. De enige organismen die in en uit het sediment opdoken waren vlokreeften.
Beter kijken
De relatief hoge concentraties gevonden bacteriën en archaea zijn opmerkelijk want de enige bron van voedsel zijn de resten van algen en dode planten die heel langzaam naar de bodem zakken. Onderweg doen vele bacteriekolonies zich tegoed aan de resten dus hoe dieper, hoe minder voedsel, zou je zeggen. Toch blijkt dat niet zo te zijn. De wetenschappers denken dat modderstromen misschien voor een grotere aanvoer naar de trog hebben gezorgd. Daarnaast kunnen de steile wanden van de trog een natuurlijke val vormen. Eenmaal erin, kan het voedsel niet meer weg.
James Cameron, die in 2012 afdaalde in de Deepsea Challenger onderzeeër , concludeerde dat het een ‘steriele, bijna woestijnachtige plek’ was. Had hij toch wat beter moeten kijken…