Architect Daniëlle Bakkes maakte in december 1993 en januari 1995 de hoogwaterstanden van de Maas in Limburg mee. Dat was voor haar de aanleiding een plan te ontwerpen voor een nieuwe inrichting van de stad Maastricht, waarin het water alle ruimte krijgt.
Met haar afstudeerscriptie Mooder Maas, meervoudig ruimtegebruik voor Maastricht en de rivier de Maas, bedacht Bakkes een plan waarmee de binnenstad van Maastricht ook bij extreme regenval droge voeten zou houden. Het overtollig Maaswater zou deels ondergronds en deels bovengronds, in een nieuw te graven watergang aan zowel de Oost- als de Westzijde van de stad, een weg vinden. Bakkes ontving voor haar idee vorig jaar de Schreudersstudieprijs. Deze prijs wordt elke twee jaar uitgeloofd door de Stichting A.M. Schreuders, een stichting die ondergronds bouwen wil stimuleren en inspireren. Het plan van Bakkes is nu ook genomineerd voor de Archiprix International 2013, waarvan de uitslag in mei dit jaar in Moskou bekend zal worden gemaakt.
Ondergrondse rivier
Ten onrechte associëren de meeste mensen Limburg niet met overstromingsrisico’s, vindt Bakkes. “Limburg zou ‘hoog en droog’ liggen. Ons probleem van wateroverlast door hoge rivierstanden van de Maas is niet zo bekend.” De projecttitel Mooder Maas betekent letterlijk ‘moeder Maas’ en is afkomstig uit het gelijknamig Limburgse liedje waarin liefkozend over de Maas wordt gezongen.
Haar inspiratie haalde Bakkes ook over de grenzen, in Frankrijk en Duitsland. “In Parijs loopt ook een ondergronds kanaal, canal Saint Martin,” vertelt Bakkes. “Weinig mensen weten dat.” Ondergrondse waterafvoer komt in het plan van Bakkes terug in de nieuw te bouwen watergangen en het riviertje de Jeker, die in Maastricht van oudsher deels ook ondergronds loopt.
“Veel steden zullen in de toekomst te maken krijgen met de problematiek van hogere waterstanden,” aldus Bakkes. Om bijvoorbeeld Den Bosch te ontlasten, biedt het project Ruimte Voor Rivieren een oplossing. Door benedenstrooms de Overdiepse polder onder water te laten lopen, kan het Maaswater beter weg en wordt Den Bosch ontlast.
Voor Maastricht is de situatie van teveel aan regenwater des te nijpender omdat de rivier hier dwars door de binnenstad stroomt en de stad compact is gebouwd en door de landsgrenzen en naburige dorpen weinig uitbreidingsmogelijkheden heeft.
Stormdeuren
Ook in Hamburg is goed nagedacht over wat te doen bij overstromingsgevaar van de monumentale binnenstad als gevolg van hoogwater van de Elbe. Bakkes: “Daar zijn stormdeuren aangebracht voor de puien op de begane grond van de gebouwen in het overstromingsgebied. Het water kan op deze manier gewoon door de straten stromen, zonder de gebouwen in te stromen. In Maastricht is destijds een oplossing gevonden door kademuren te ontwerpen die in tijden van hoogwater gemonteerd kunnen worden. Maar bij extreem hoge rivierstanden voldoen deze kadewanden niet meer”.
Meer regenval
Met het oog op extra regenval als gevolg van klimaatverandering, houdt de overheid rekening met een extra toevoer van rivierwater en hogere piekwaarden. Voor de Rijn – een smeltwaterrivier – gaat het om een toename van 15.000 m3/s (op dit moment) naar 16.000 m3/s in 2015; voor de Maas – een regenrivier – gaat het om een toename van 3.650 m3/s naar 3.800 m3/s in 2015 en een verdere toename van de piekafvoer tot 3950 m3/s (eens per 250 jaar) en 4600 m3/s (eens per 1250 jaar). Volgens Bakkes is het aanleggen en verhogen van dijken geen optie. “Het unieke aan de Maas in Limburg is juist dat de Maas onbedijkt is, en dat willen we graag zo houden.”
Historische bruggen
Verbreding en/of verdieping van de Maas is volgens Bakkes geen optie omdat historische bruggen – zoals de St. Servaasbrug – dan zouden worden aangetast. Voor waterberging zou de capaciteit in een compacte stad als Maastricht te klein zijn en een bypass buiten de stad zou niet alleen onnatuurlijk zijn, maar ook technisch problematisch vanwege de grote hoogteverschillen in het landschap rondom de stad.
Bakkes: “Dan is er nog een mogelijkheid om het overtollig Maaswater af te voeren via het Albertkanaal, maar omdat je dan met België te maken krijgt ligt die optie ook niet voor de hand”. Zij ziet de Maastrichtse aanpak van hoogwaterstanden dan ook niet in een defensieve houding, maar ziet juist een kwaliteit in méér water toelaten in de stad.
Waternetwerk
Zij pleit daarom voor een ‘waternetwerk’, een fijnmazig stelsel van waterwegen die de stad doorkruisen. Zo’n ‘waternetwerk’ heeft als belangrijkste voordeel dat het altijd een functie heeft in de stad omdat het naast het afvoeren van het regenwater uit het stroomgebied van de Maas ook een oplossing biedt voor de afvoer van lokale regenval in de stad Maastricht.
Bovendien heeft een waternetwerk volgens Bakkes een positief effect op de ‘waterbeleving’ van bewoners en toeristen, regenwater heeft meer tijd om in de bodem te infiltreren, het heeft een koelend effect op de stad (die door klimaatverandering in de toekomst vaker hete perioden zal moeten doorstaan) en in economische zin biedt het mogelijkheden voor ondergrondse bouw.
Infiltreren in plaats van afvoeren
Bij de totstandkoming van de afstudeerscriptie van Daniëlle Bakkes waren ook Rijkswaterstaat Maastricht, de gemeente Maastricht en het Waterschap Roer en Overmaas betrokken. Het waterschap, dat zorg draagt voor het juiste waterpeil (niet zozeer de waterkwaliteit), heeft als doelstelling om in de nabije toekomst maximaal 20% van het regenwater direct op het riool te lozen. In de verre toekomst zijn de plannen nog ambitieuzer en zou al het regenwater eerst naar beken en watergangen worden geleid. Ontlasting van het rioolstelsel betekent tegelijkertijd ontlasting waterzuivering én tijdelijke ontlasting van de Maas. Ook komt een betere infiltratie ten goede aan de natuur.