Welke soorten vrouwtjesvogels zingen, en welke niet? En waarom zingt het ene vrouwtje wel, en produceert de ander alleen maar korte roepen? Mijn collega Karan Odom doet onderzoek naar het zingen van vrouwelijke vogels met behulp van een burgerwetenschapsproject.
Karan Odom is gedragsecoloog en zij is voornamelijk geïnteresseerd in vrouwelijke vogelliedjes. Karan behaalde een Marie-Curie Postdoctoral Fellowship en werkte bijna acht maanden in onze onderzoeksgroep aan de Universiteit Leiden. In Leiden heeft zij een samenwerkend citizen-science (burger-wetenschappelijk) project opgericht, genaamd het Female Birdsong Project. Met dit project kan iedereen over de hele wereld helpen met het documenteren van (vrouwelijke) vogelzang voor biologische databases. Het doel is om meer te weten te komen over het zingen van vrouwelijke vogels.
Dit is nieuw: eerder vogelzang onderzoek was gericht op mannen. Mannetjes zingen om vrouwen aan te trekken en in concurrentie met andere mannen. Bij sommige soorten zingen vrouwelijke vogels ook. In welke soorten zingen de vrouwtjes? En waarom zingen sommige vrouwelijke vogels en anderen niet? Met behulp van dit citizen-science project hoopt Karan deze vragen te beantwoorden.
Een paar weken geleden ging Karan terug naar de VS om haar Post-doc werk aan Cornell University voort te zetten. Ik wil graag meer weten over het citizen-science project en hoe Karan terugkijkt op haar tijd in Nederland. Daarom Skypen wij op een zondagmiddag.
Hoe is het citizen-science project ontstaan?
“In 2014 publiceerden Katharina Riebel (assistent-professor in onze onderzoeksgroep in Leiden) en ik een paper in Nature Communications met bewijs dat vrouwelijk vogelzang vaker voorkomt en belangrijker is dan wij eerder dachten. Dit benadrukte dat er meer informatie nodig is: meer opnamen en waarnemingen. Wij weten nog niet veel over vogelzang in bepaalde gebieden, vooral in Zuid-China, Zuidoost-Azië en India. Wij realiseerden ons dat wij het snelst veel informatie over de hele wereld kunnen verzamelen door vogelaars en andere mensen te betrekken die graag opnames maken.”
Zijn de notities en opnamen die je tot nu toe hebt gekregen volledig en bruikbaar voor jouw onderzoek?
“Ja, ze zijn vaak ook heel gedetailleerd. Sommige mensen lijken meer tijd te investeren dan wij zouden doen. Andere mensen die net begonnen zijn, weten misschien niet precies wat zij moeten schrijven. Als zij geen geslacht van de vogel opschrijven dan weten wij niet welke vogel het vrouwtje en welke het mannetje was. Daarom vragen wij hen op onze website om te vermelden waarom zij dachten dat een vogel een vrouwtje was. Zij kunnen hun verenpak of gedrag beschrijven. Zij kunnen ook luisteren naar voorbeelden op de website en op de online vogelzang database Xeno-canto.
Hoe sorteer je al deze opnamen?
“Ik maak categorieën op basis van de notities van de opnamemaker. Als ik veel bewijs heb dat zij het geslacht van de vogel kende, komen de opnames in mijn topcategorie. Soms is het erg moeilijk om mannen en vrouwen te onderscheiden, zelfs bij foto’s of video-opnames, omdat sommige soorten monomorf zijn: mannen en vrouwen zien er hetzelfde uit. We hebben een interessante casus van een opname van een mannelijke en vrouwelijke vogel. De opnamemaker zag dat een aap een nest verwoestte en toen de staartveren van de vogel die op de eieren broedde eraf trok. Zij wist dat alleen de vrouwtjes van deze soort broeden, waardoor ze het vrouwtje kon herkennen. Later zag zij de vogel zonder de veren zingen en ze kon dus zeker zijn dat ze een opname van een vrouwtje maakte. Omdat de opnamemaker goede notities heeft gemaakt, is het materiaal zeer nuttig voor ons. ”
Tijdens je PhD-project bestudeerde je een tropische vogelsoort, troepialen, in Puerto Rico. In Leiden zaten wij meestal samen in het kantoor. Ben je meer een veldonderzoeker of een indoor onderzoeker?
“Na een jaar meestal binnen te zijn geweest, realiseerde ik me dat ik nog steeds echt van veldwerk geniet. Vorige week verliet ik het lab en ging ik naar buiten voor een wandeling. Toen spotte ik een oranje en een gele vogel. Ik ging snel terug om de opnameapparatuur te halen. Ik heb de vogels geobserveerd en audio en video opnames gemaakt. Ik ontdekte dat zij beide mannen waren omdat zij in een territoriale strijd kwamen. Ik heb ze 45 minuten gevolgd en ik genoot er echt van. Recent heb ik duizenden opnamen geanalyseerd, dus ik voel me ook sterk over het bureauwerk dat ik doe. Ik vind dat ik impact maak met de analyses die ik nu doe.”
Denk je dat er grote verschillen zijn tussen laboratoria in Nederland en in de VS?
“Ik verwachtte dat er meer verschillen waren, al kan ik natuurlijk alleen beoordelen hoe het lab in Leiden is. Maar in vergelijking met Cornell University is het academische gevoel in Leiden vergelijkbaar. In beide laboratoria werken mensen hard aan hun onderzoek en hebben ze graag discussies. In dit laboratorium bestuderen mensen alleen vogels, terwijl in Leiden mensen ook andere soorten bestuderen. Over het algemeen heb ik opgemerkt dat Europeanen meer activiteiten naast hun baan hebben. In de weekenden dansen jullie of maken jullie muziek en dan kom je op maandag terug met nieuwe energie. Misschien kan je dan ook meer uit je werk halen. Ik wist dit wel maar ik begreep niet echt hoe ik dat zelf moest doen. Dat leerde ik in Leiden en ik wilde dat ook meenemen naar huis.”
Wil je ook bijdragen aan de verzameling vogelliedjes? Check de Female Birdsong Project