Een gitaar uit de 3D-printer? Geen probleem. Het nieuwe 3Dprint Magazine bevat veel mooie verhalen over wat je met 3D-printen kan doen. Het eerste nummer smaakt naar meer, al zit er helaas wel nog wat herhaling in.
Terwijl John Cousins voor chirurgen nota bene een presentatie hield over de mogelijkheden van 3D-printen, zakte hij in elkaar op het podium. Hij had een acute blindedarmonsteking en in het ziekenhuis ontdekten artsen ook een grote niersteen. Voor dat laatste moest Cousins later nog worden geopereerd. Terwijl hij herstelde van de operatie aan zijn blindedarm, dacht hij na over een 3D-model van zijn nier en niersteen. Zou de operatie daarmee soepeler verlopen?
Zijn uroloog was meteen gefascineerd en gaf aan dat dit zou helpen de operatie sneller en preciezer uit te voeren. Want door een 3D-model kan hij zich bijvoorbeeld beter voorbereiden. Hij ziet sneller hoe hij de operatie uit moet voeren. Ook tijdens de operatie krijgt een chirurg een beter en duidelijker beeld. Uiteindelijk printte Cousins thuis zijn nier en niersteen. De uroloog gebruikte het model tijdens de operatie en was daardoor dertig minuten eerder klaar.
Meer dan een hype
Dit is een van de vele treffende voorbeelden, waar het gebruik van 3D-printen toe kan leiden. Het helpt artsen, wetenschappers en onderzoekers en natuurlijk daarmee ook patiënten en consumenten. 3D-printen is meer dan een hype, waarmee je alleen maar sieraden of hoesjes voor tablets en telefoons kan maken. Het zorgt voor nieuwe mogelijkheden, ook in de (medische) wetenschap. Het artikel over Cousins onderstreept dat. Maar ook bijvoorbeeld onderzoek naar het printen van oren, waar het Amsterdamse VU medisch centrum aan werkt. Ook daarover staat een artikel in het tijdschrift.
Dat een uitgever een speciaal magazine uitgeeft om deze ontwikkelingen te tonen, valt daarom toe te juichen. Het verdient ook alle lof dat de uitgever een nieuw tijdschrift opzet in deze, voor de journalistiek, lastige tijd met teruglopende oplages. Gelukkig is het dan ook nog een magazine dat zeer de moeite waard is. 3Dprint Magazine is een initiatief van uitgever New Skool Media, dat ook KIJK maakt, en Assembl3d, een Nederlands bedrijf dat onder meer evenementen organiseert over 3D-printing. Opmerkelijk genoeg gaat een artikel van twee pagina’s juist over de evenementen die Assembl3d organiseert. Een verborgen advertentie? Verder komt het blad objectief over.
Het magazine bevat veel zeer lezenswaardige verhalen. Zo is er een interessant artikel over het printen van koraal. De Italiaanse uitvinder Enrico Dini gebruikt hiervoor de D-shape, ‘s werelds grootste 3D-printer. Testriffen zijn al aangelegd voor de kust van Engeland, Australië en Bahrein. Omdat echte koraalriffen verdwijnen wil Dini ze vervangen door kunstmatige. Met zijn D-shape wil hij overigens ook huizen printen.
Tovermachine?
Ook is er een reportage over basisschool Samenspel in Amsterdam Zuidoost. Leerlingen van een topklas (groep 7 en 8) bedenken, ontwerpen en printen daar hun eigen stad op schaal. Ze maken onder meer een brandweerkazerne, voetbalstadion, moskee, kerk en stadhuis. Het wordt al snel duidelijk dat de kinderen leren door zelf iets te maken. Wanneer het kruisje van de kerk schuin op het dak terechtkomt, bedenken ze zelf wat ze fout hebben gedaan. Het is een blik op het vak handenarbeid van de toekomst.
Dat zijn allemaal goede berichten, waardoor je al snel de mogelijkheden van 3D-printer overschat. Maar in die valkuil trapt het tijdschrift gelukkig niet. De mogelijkheden van 3D-printen worden niet mooier voorgesteld dan ze zijn. In het voorwoord schrijft hoofdredacteur Maarten Verkoren bijvoorbeeld dat 3D-printers ‘nu nog machines zijn die slaafs commando’s opvolgen en hun werk doen in het tempo van een hoogbejaarde die met wind tegen de Materhorn beklimt’.
Het is geen tovermachine. Wel een mooi staaltje techniek waarvan nu de eerste mogelijkheden worden verkend. En dat gaat met vallen en opstaan. Net zoals de kinderen van basisschool Samenspel leren hoe ze hun stad moeten bouwen door alle onderdelen zelf te printen.
Seksspeeltjes
Niet alles in het tijdschrift is interessant. Zo is er een verhaal over seksspeeltjes uit de 3D-printer. Dat had van mij niet gehoeven. Leuk hoor dat je er sextoys mee kan maken. Maar hebben we daar nu echt een 3D-printer voor nodig? Heeft een dildo die je zelf maakt nu echt meerwaarde? Dat wordt uit het artikel niet duidelijk.
Andere luchtige onderwerpen komen veel beter uit de verf. Zoals een gitaar uit de 3D-printer. Dat levert een mooie reportage op over grafisch ontwerper Giovanni de Reus en zijn creatie van een gitaar uit de printer. Het idee ontstond in de kroeg. Zou je het muziekinstrument echt kunnen printen? Daarnaast biedt het nieuwe mogelijkheden. De Reus wil elektronica rechtstreeks in een gitaar verwerken, zoals een iPad om het geluid mee te manipuleren.
Een ander nadeel van het magazine is de herhaling. In veel artikelen is er nogal wat overlap. Zo wordt verschillende keren genoemd dat 3D-printers steeds betaalbaarder worden, welke te koop zijn en dat je met verschillende materialen kan printen. Betere afstemming was gewenst. Nu heb je soms het idee dat je vrijwel dezelfde alinea’s leest in verschillende stukken en dat is slordig.
Dat is een klein smetje op deze uitgave. Het tijdschrift is een aanrader voor iedereen die meer wil weten over 3D-printen, maar ook voor wie er al veel van afweet en wil lezen over de laatste ontwikkelingen.