Deze week houdt hoofdredacteur Leon Heuts een liveblog bij over de Nobelprijzen. Daarin vraagt hij vakredacteuren om een eerste duiding en blikt met hen alvast vooruit op wat we verder kunnen uitzoeken over het prijswinnende onderzoek: hoe verandert het onderzoek het vakgebied?
Uiteraard brengt NEMO Kennislink elk jaar het nieuws over de Nobelprijzen, het hoogtepunt van de wetenschappelijke wereld. Toch zien we dat de stukken elk jaar minder worden gelezen; de reguliere nieuwsmedia zijn immers razendsnel. Bovendien is duiding en context bieden misschien meer onze kracht dan nieuws brengen. Daarom doen we het dit jaar eens anders.
Ik hou gedurende de week een liveblog bij, waarvoor ik de vakredacteurs van NEMO Kennislink bel voor een eerste duiding. Tegelijkertijd spreken we over wat we verder kunnen uitzoeken over het prijswinnende onderzoek: hoe verandert het onderzoek het vakgebied? Wat is het maatschappelijke belang van de prijs? We hoeven immers niet alles ook op stel en sprong te hebben, juist context vraagt wat tijd. Die tijd nemen we dan ook, voor artikelen over de Nobelprijswinnaars waarin we juist deze vragen gaan beantwoorden.
Waarom schrijf ik de blog? Elk jaar ben ik uiteraard heel benieuwd wie de winnaars zijn van de Nobelprijzen, maar omdat ik een achtergrond heb in geesteswetenschappen (filosofie – tot verdriet van mijn vader) vind ik het moeilijk om het belang van de Nobelprijzen in de bètastudies te duiden. Dat is jammer, want de impact op een wetenschapsgebied of de samenleving van het gelauwerde onderzoek is groot. Zie me als een argeloze geïnteresseerde, net zoals misschien veel lezers van deze blog, die niet schroomt voor naïeve vragen in deze gespecialiseerde samenleving.
8 Oktober, dag 4: Een taal voor iedereen
Na de ontdekking van het hepatitis C-virus, onderzoek aan zwarte gaten en de dna-kniptechniek CRISPR-Cas zijn we vandaag in de toekenning van de Nobelprijzen beland bij de poëzie. Meer de faculteit van de geest en de verbeelding, dan de empirie en het fundamentele onderzoek. Hoewel de week laat zien dat wetenschap en verbeelding altijd een goede combinatie zijn – een decennialange zoektocht naar een virus, een techniek waarmee we kunnen ingrijpen in de evolutie, kennis over objecten die duizenden lichtjaren ver weg zijn… Zoals de zeventiende-eeuwse filosoof Blaise Pascal schrijft: de mens is op universele schaal niet veel meer dan riet, kwetsbaar en klein. Maar zo nietig en vluchtig ons bestaan ook is, we zijn wel denkend riet. We kunnen iets ontdekken over het allerkleinste – virussen en dna – en gebeurtenissen onvoorstelbaar ver weg in het universum.
Wat dat betreft treft het dat de prijs voor literatuur gaat naar de Amerikaanse dichteres Louise Glück, wier gedichten ‘de sobere schoonheid van het individuele bestaan universeel maakt’. Redacteur Taalwetenschap Mathilde Jansen vult aan: “Ze geeft naar men zegt een stem aan universele emoties, en ontwikkelt een taal waardoor iedereen zich aangesproken kan voelen.” Boven ruimte en tijd: ze grijpt bijvoorbeeld terug naar de klassieke Griekse mythologie, en maakt thema’s als dood en eenzaamheid voor iedereen invoelbaar.
Toch, hoe mooi ook, valt op dat hoe bekend Glück als dichter ook is in de Verenigde Staten, de mondiaal bekende prozaschrijvers niet hebben gewonnen, zegt Mathilde. Wéér geen Haruki Murakami, en ook niet Margaret Atwood. “Vóór de bekendmaking grapte iemand uit mijn boekenclub dat het vast een 78-jarige, vrij onbekende dichteres zou zijn.” Glück is 77 – dus ze zat met die opmerking dichtbij.
Er lag ook enige druk bij de Zweedse Academie, het instituut dat de prijs toekent. Die toekenning werd in 2018 een jaar uitgesteld omdat de man van jurylid Katarina Frostensen, de fotograaf Jean-Claude Arnault, in november 2017 door achttien vrouwen beschuldigd werd van seksueel misbruik. Tel daar de controversiële toekenning van de prijs in 2016 aan Bob Dylan bovenop – Mathilde vertelt hoe de Academie vorig jaar een video opnam met daarin de belofte de prijs meer inclusief en minder eurocentrisch te maken. Mathilde: “Het is een vrouw – pas de zestiende onder de 116 laureaten.”
En hoewel deze sombere, pandemische tijden waarschijnlijk geen invloed hebben op de toekenning, lezen de gedichten van Glück als een sprankje van hoop voor de mensheid. Want we kunnen altijd proberen een betere wereld voor elkaar te boksen, wat rest ons ook anders? Of, zoals ze dicht in ‘The Empty Glass’:
And it occurs to me that what is crucial is to believe
in effort, to believe some good will come of simply trying,
a good completely untainted by the corrupt initiating impulse
to persuade or seduce—
What are we without this?
Whirling in the dark universe,
alone, afraid, unable to influence fate—
7 Oktober, dag 3: Knippen en plakken in DNA
De Nobelprijs voor Scheikunde is voor NEMO Kennislink gefundenes Fressen. Het nu door het Nobelcomité gelauwerde, en razendsnel voortschrijdend onderzoek naar CRISPR-Cas is immers de reden achter de zogeheten DNA-dialoog, waarin NEMO Kennislink participeert. Het is een voorbeeld van een technologische ontwikkeling met mogelijk ingrijpende maatschappelijke gevolgen – of in ieder geval leeft het idee dat dit kan gebeuren. Van gemodificeerde gewassen tot designerbaby’s, met CRISPR-Cas opent zich mogelijk een heel nieuwe manier van het oude streven om de natuur naar onze hand te zetten. Daarom dat de DNA-dialoog is ontwikkeld om aan de Nederlandse bevolking te vragen hoe zij daar over denken.
Toch maakt Renée Moezelaar, redacteur Scheikunde, vooralsnog een pas op de plaats. “Het is echt een nieuwe technologie, en het is nog onduidelijk wat er allemaal mee kan. De twee gelauwerde onderzoekers Jennifer Doudna en Emmanuelle Charpentier winnen de prijs op basis van onderzoek dat ze in 2012 publiceerden. Voor Nobelprijs-begrippen is dat snel. Kijk naar de winnaar van de Nobelprijs voor Natuurkunde Roger Penrose. Die is bijna 90.” Maar juist dát de prijs zo snel wordt toegekend, kan mede te maken hebben met de maatschappelijke impact. Doudna zegt het met gevoel voor effect, in een interview met NRC Handelsblad: “Als je een stap terug doet, dan zie je dat deze technologie mensen in staat stelt om hun eigen evolutie te veranderen.”
Designerbaby’s
De stap tussen wetenschap en levensbeschouwelijke vragen is klein. Wie zijn wij? Dat we het hoogtepunt zijn van de goddelijke schepping, is voor velen al lang twijfelachtig. We zijn gewend geraakt aan toeval – de evolutie is een toevallige recombinatie van genen, en sommige zijn daarbij meer succesvol dan andere. Maar wat als die evolutie niet langer toeval is, maar naar eigen inzichten aan te passen? Spelen wij dan zelf voor God? De DNA-dialoog organiseert daarom ook een avond met gasten van verschillende levensbeschouwingen. Moezelaar acht het zeker mogelijk dat existentiële en maatschappelijke vragen meespelen in de toekenning. “De techniek behelst de mogelijkheid om een specifiek deel van het DNA weg te knippen. Daarnaast is het ook mogelijk om er een andere DNA-code voor in de plaats te zetten. Daarmee verander je dus erfelijke eigenschappen. Dat is beslist ingrijpend.”
“In theorie zou je hiermee bijvoorbeeld erfelijke aandoeningen als het ware kunnen wegknippen. Maar in de praktijk is het niet zo makkelijk. Vaak spelen vele genen een rol bij aandoeningen of eigenschappen, en ook op een manier die we vaak nog nauwelijks begrijpen. Probeer dan maar eens uit te vinden wat je weg moet knippen. Toch is CRISPR-Cas9 in de praktijk al wel gebruikt, bijvoorbeeld in een experimentele behandeling van sikkelcelziekte. Maar dan gaat het om ziekten waar maar één of enkele genen bij betrokken zijn.”
De wereld van designerbaby’s is volgens Moezelaar dan ook nog ver weg. Maar dat maakt het niet minder fascinerend. “Charpentier en Doudna winnen deze prijs door het onderzoek dat ze deden naar bacteriën, streptokokkken om precies te zijn. CRISPR – dus dat knippen – is namelijk een natuurlijk fenomeen. Sommige bacteriën gebruiken het om aanvallen van virussen tegen te gaan. Ze knippen viraal genetisch materiaal letterlijk weg. De onderzoekers vonden een manier om dit natuurlijk proces ook in het lab toe te passen. Bijzonder dat zo’n natuurlijk proces kan worden gebruikt om menselijk DNA aan te passen.”
Het is de nieuwe tijd van informatie, zoals futurologen dat wel eens omschrijven. Ook DNA is een vorm van data, die kan worden gewist en herschreven. Renée: “Ja, dat klinkt mooi. Maar nogmaals: zo ver zijn we nog lang niet. Zou ik mijn baby tien IQ-punten meer geven, als dat mogelijk was? Nee. Erfelijke ziekten zou ik wel willen behandelen. Dat is toch waar het om gaat: als ze maar gezond zijn. Voor de rest mag toeval voor mij een rol spelen.”
6 Oktober, dag 2: Zwarte gaten
Ik tref redacteur Astronomie en Natuurkunde Roel van der Heijden verheugd aan. De Nobelprijs voor de Natuurkunde is immers toegekend aan onderzoek naar de meest fascinerende objecten in het universum: zwarte gaten. En meer dan dat: één van de laureaten blijkt hij vorig jaar te hebben geïnterviewd voor NEMO Kennislink. De wis- en natuurkundige Roger Penrose, een charismatisch onderzoeker en originele geest. “Een man die aan zo veel theorieën heeft bijgedragen – niet alleen aan zwarte gaten, maar ook de oerknal. En die zich daarnaast met allerhande theorieën bemoeide, zoals de quantummechanica en snaartheorie. Ik vroeg hem hoe hij dat voor elkaar krijgt, en zijn antwoord was eigenlijk even simpel als helder: ik vind alles interessant.” Een man die een onmogelijke, Escher-achtige driehoek heeft getekend. Maar die ook de wiskunde inzet voor vele praktische toepassingen.
Ik denk meteen aan het renaissance-ideaal van de homo universalis, de breed ontwikkelde persoon – de mens die over zijn eigen vakgebied heen kijkt. Moet daar niet veel meer ruimte voor zijn in onze moderne universiteiten? Maar Roel tempert mijn enthousiasme enigszins. “Ja, maar kan dat nog wel? De natuurkunde is zo gespecialiseerd geworden… En er zijn maar weinigen zo geniaal en creatief. Maar zijn grondhouding is voor de beoefening van wetenschap wel heel belangrijk. Hij vraagt zich bij alles af: ‘ja, maar is dat wel zo?’”
Penrose ontvangt de prijs omdat hij laat zien dat zware sterren kunnen instorten tot zwarte gaten, die fascinerende, alles verslindende objecten waarbinnen de normale wetten van de natuur niet langer meer gelden. “Zwarte gaten bestonden in de jaren zestig alleen op papier, als de noodzakelijke mathematische uitkomst van de algemene relativiteitstheorie. Penrose liet zien dat ze er ook ‘in het echt konden bestaan’, bijvoorbeeld door sterren die zó zwaar zijn dat ze door hun eigen gewicht imploderen. Je kan bijna zeggen dat het opeens tastbaar werd”, aldus Van der Heijden. Rond diezelfde tijd deed de Nederlandse astronoom Maarten Schmidt de ontdekking dat ons diep in het heelal extreem heldere sterachtige objecten tegemoet schijnen. Later zouden dit de illustere zwarte gaten blijken te zijn.
Wereldfaam
Tastbaarheid of zichtbaarheid is bij zwarte gaten niet vanzelfsprekend – je kunt ze immers niet direct zien. De andere twee laureaten, Reinhard Genzel en Andrea Ghez, krijgen de prijs omdat ze na decennialange observaties van sterrenbewegingen konden bevestigen dat in het centrum van onze Melkweg zich een enorm zwart gat bevindt. Roel: “Ik denk dat de foto van het zwarte gat die vorig jaar is gepresenteerd, ook heeft bijgedragen aan de toekenning van de prijs aan onderzoek naar zwarte gaten.”
De spectaculaire foto – overigens van een ander zwart gat dan ontdekt door Genzel en Ghez – bracht radiosterrenkundige Heino Falcke van de Radboud Universiteit wereldfaam, en zette zwarte gaten onmiskenbaar hoog op de agenda. Roel: “Het maakt het tastbaar. Zwarte gaten waren altijd een puur theoretisch concept. Ik heb het ook even opgezocht: er is nooit eerder een Nobelprijs toegekend voor de algemene relativiteitstheorie, al raakt de relativiteitstheorie wel aan Nobelprijzen. Zeker aan die van de zwaartekrachtgolven.”
Een plaatje helpt. Maar waarom toch die fascinatie voor objecten die zich extreem ver weg bevinden? Roel: “Het is het meest extreme object dat er bestaat. Ongrijpbaar – aan de grens van wat we kunnen berekenen. En over de grens van waar we kunnen zijn.”
Ik herinner me hoe een wetenschapsfilosoof me ooit uitlegde dat zwarte gaten zo fascineren omdat ze een horror vacui zijn: ze zijn meer dan wetenschap; ze staan voor de existentiële angst dat alles wat is, ooit weer verdwijnt. Maar ze zijn zó ver weg, dat we onze angst veilig kunnen inruilen voor geboeidheid. “Zwarte gaten zijn gewelddadig”, vertelt Roel. Hij deelde op twitter een filmpje waarin de sterrenbewegingen zichtbaar zijn aan de hand waarvan Genzel en Ghez een zwart gat konden afleiden. “Je ziet dat één ster een scherpe bocht maakt. Door iets. Maar door wat?” Iets dat blijkbaar zó monstrueus is, dat het een volledige ster zomaar uit de bocht kan laten vliegen.
5 Oktober, dag 1: whodunnit van de wetenschap
Vandaag werd bekend dat de Nobelprijs voor Fysiologie en Geneeskunde is toegekend aan drie onderzoekers die het hepatitis-C-virus hebben ontdekt. Anne van Kessel, vakredacteur biologie en medische wetenschap licht toe: “Het past mooi in deze tijd, nu door de coronapandemie de aandacht volop is gericht op virussen. En het is ook belangrijk dat naast fundamenteel onderzoek ook aan zoiets concreets als de ontdekking van een virus de prijs wordt toegekend.”
Ze vertelt hoe belangrijk het onderzoek is geweest. Het was al langer duidelijk dat er naast de bekende hepatitis-typen A en B er nog eentje moest zijn – maar de zoektocht kostte tijd. “Je weet dat er nog een micro-organisme is, maar ontdek die maar eens.”
Dat ging stapsgewijs, van de ontdekking in 1978 dat de ziekte via een bloedtransfusie overdraagbaar was, tot de ontdekking van de genetische code in 1989, en de constatering dat blootstelling aan het virus genoeg was om leverziekte te ontwikkelen. Een echte whodunnit die de wetenschap de nodige jaren kostte om te ontrafelen.
Werkzame pillen
“En toch is dat knap, als je nagaat dat er niet veel meer was dan een vermoeden. En dat met de technieken van die tijd.” Ze benadrukt dat er op basis van het onderzoek werkzame medicijnen zijn ontwikkeld. En ik probeer me dat ook voor te stellen: van de ontrafeling van het genoom naar werkzame pillen. Overigens eerst een pil die de ‘duizend dollar-pil’ werd genoemd – maar de prijs zakte al snel toen er meerdere fabrikanten met een medicijn op de markt kwamen. En dat voor een ziekte waar jaarlijks wereldwijd vierhonderdduizend mensen aan overlijden.
En toch, als argeloze lezer, die de huidige pandemie meer dan moe is, zakt de moed me een beetje in de schoenen. Gaat het met het virus dat Covid-19 veroorzaakt ook nog zo lang duren? Anne: “Wat voor de wetenschap ongelooflijk snel gaat, gaat voor de samenleving nooit snel genoeg. Maar wat er nu met medicijnonderzoek en vaccinontwikkeling rond corona gebeurt, is echt ongelooflijk. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Daarin worden dan ook zo veel middelen beschikbaar gesteld.”
Overigens is er ook onderzoek gedaan naar een vaccin voor hepatitis-C, maar dat lijkt in Nederland gestaakt. Anne: “Dat is wel interessant om verder uit te zoeken, want het kan goed zijn dat het onderzoek is gestopt omdat in Europa proeven op mensapen zijn verboden – en chimpansees zijn, in onderzoek, de enige diersoort naast de mens die drager kunnen zijn van dit virus. Wat het nog moeilijker maakt is dat het virus niet buiten het lichaam te kweken is.”
Zo blijkt dat wetenschappelijk onderzoek al snel raakt aan maatschappelijke en ethische kwesties – verbindingen die je eerst niet zag. Nog zo’n vraag: in Nederland zijn er 28.000 mensen drager van hepatitis-C. Ze zijn besmettelijk, maar lang niet iedereen heeft symptomen of is ziek.. Hoe sporen we ze op?
Morgen staat de Nobelprijs voor de Natuurkunde op het programma. Ik bel dan met vakredacteur Roel van der Heijden.