Naar de content

Liever een goede buur dan een noodpakket

Crisisexpert Kenny Meesters over het noodpakket

Vrijgegeven in het publieke domein via The U.S. National Archives

De overheid roept burgers op zich voor te bereiden op oorlog, door een noodpakket in huis te halen. Is dat echt nodig? En helpt het genoeg? “Ken de mensen in je omgeving, dat is veel belangrijker.”

31 januari 2025

De overheid lanceerde vorig najaar een website, Denk vooruit, waarin burgers aangemoedigd worden zich voor te bereiden op oorlog en rampen. Op de website waarschuwt de overheid dat de dreiging groter wordt door internationale spanningen, zoals de militaire inval van Rusland in Oekraïne. Burgers krijgen het advies contant geld, kopieën van ID-bewijzen en zelfs een noodpakket paraat te hebben. NAVO-baas Mark Rutte waarschuwde begin december al voor oorlog. Dit jaar komt de overheid met een campagne om mensen voor te bereiden.

Is dat niet wat overdreven? En helpt het überhaupt om een noodpakket in huis te halen? We vroegen het Kenny Meesters, onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg. Hij is expert in de informatievoorziening rond rampen en doet niet alleen onderzoek naar crisismanagement, maar werkt ook bij de VN en de EU als informatiemanager tijdens humanitaire hulpverlening.

Kenny Meesters doet onderzoek bij de Universiteit van Tilburg hoe informatie wordt gedeeld na rampen, bijvoorbeeld in Indonesië na de tsunami in 2004. Naast onderzoeker is hij ook zelf hulpverlener, en helpt met het verbeteren van de informatiestroom bij rampen.

Kenny Meesters is expert informatiemanagement bij rampen. Hij helpt ervoor zorgen dat slachtoffers, buurtgenoten en hulpverleners bij een ramp de juiste informatie hebben, zodat ze de beste beslissingen kunnen nemen. En dat de juiste mensen en spullen op het juiste moment op de juiste plek zijn.

Kenny Meesters

Waarom waarschuwt de overheid opeens? Is er sprake van een reële dreiging die dit rechtvaardigt?

“Het is geen verrassing dat de baas van de NAVO waarschuwt voor oorlog. Dat is net zoiets als de brandweer die waarschuwt voor kaarsen in huis, of een longarts die waarschuwt voor roken. Het is natuurlijk waar ze dagelijks mee bezig zijn. Maar er zijn inderdaad wel degelijk geopolitieke ontwikkelingen. Er is oorlog in Oekraïne en in het Midden-Oosten, en dat zijn landen waar we ons verbonden mee voelen. Daardoor voelt het ook dichterbij. Ook omdat we tegenwoordig dingen veel beter kunnen volgen via allerlei media. Maar feitelijk, als je het op de lange termijn bekijkt, is er minder oorlog. Sinds de Tweede Wereldoorlog was er een lange periode van vrede. Jongeren zijn na de koude oorlog geboren en krijgen nu voor het eerst te maken met oorlog die dichterbij lijkt te komen.”

“Tegelijkertijd zijn er de afgelopen paar jaar wel meer crisissituaties die ons treffen. Er zijn meer natuurrampen, zoals overstromingen of extreem weer, als gevolg van klimaatverandering. Ik heb er geen exacte cijfers van, maar ik denk dat extreem weer bijvoorbeeld nu een directere dreiging vormt dan oorlog. En niet alleen als gevolg van klimaatverandering. Incidenten kunnen bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van menselijke of technische fouten. We hebben een heel complexe infrastructuur in Nederland, en stroom, water of internet kunnen uitvallen, soms door menselijke fouten, zonder kwade opzet. Daarbij hoef je bij oorlog ook niet meteen te denken aan raketten en bommen. Het kan ook om cyberaanvallen gaan. Denk aan het uitvallen van de server van DIGID. Het is dus niet enkel een fysieke oorlog waarvoor we ons moeten voorbereiden.”

Helpt het als de overheid op dit soort manier waarschuwt?

“Het is goed om voor jezelf na te gaan hoe zelfredzaam je bent. Als er iets gebeurt, kan ik dan voor mezelf en mijn dierbaren zorgen? Heb ik daarvoor de spullen in huis? Het is goed om die denkoefening te maken en mensen bewust te maken van risico’s. Want het kan gebeuren. Je kan bij wijze van oefening de hoofdschakelaar een dag uitzetten en kijken wat je nodig hebt om de dag door te komen.”

“In veel landen in de wereld zijn mensen gewend dat regelmatig stroom, water of het mobiele netwerk eruit ligt. Dankzij onze goed georganiseerde infrastructuur denken we daar niet meer aan. Maar denk eens na over een situatie waarbij je opeens niet meer kan rekenen op alle gemakken en voorzieningen die we in Nederland voor lief nemen. Dat kan zeker geen kwaad.”

Heeft het zin om een noodpakket in huis te halen?

“Zorgen dat je batterijen in huis hebt, een paar flessen water en wat houdbaar voedsel: prima. Ik ben zelf scout geweest, en het is zeker goed om zelfredzaam te zijn. Dus het is prima om een noodpakket te kopen of te maken. Maar je voorbereiden gaat verder dan dat. Onderzoek laat zien dat de meeste mensen in een noodsituatie worden gered door hun buren. Veel belangrijker dan de juiste spullen in huis hebben, is de vraag of je een sociaal netwerk hebt dat je kan helpen als de nood aan de man is.”

Wat eronder andere in een noodpakket kan zitten: flesjes drinkwater, een zaklamp, batterijen en basale EHBO-materialen.

Vrijgegeven in het publieke domein via The U.S. National Archives

“Dus zorg dat je de mensen in je buurt kent. Is er een huisarts, wordt daar dan vrienden mee. Of met een elektricien. Ook handig als je iemand kent die de kinderen kan opvangen. Misschien is het zelfs goed om iemand te kennen die Russisch spreekt, mocht Poetin ooit ons land binnen vallen. Maar bedenk ook dat je zelf kan helpen in je omgeving. Weet je bijvoorbeeld of er ouderen in je buurt wonen, mensen die slecht ter been zijn, zodat je ze kan helpen als het nodig is? In een noodsituatie kan je niet altijd terugvallen op de overheid en hulpdiensten, en heb je vaardigheden nodig die je niet allemaal zelf paraat hebt. Daarom is het zo belangrijk om een netwerk te hebben van mensen die wel die vaardigheden hebben.”

Wat moet er eigenlijk echt in zo’n noodpakket zitten?

“Er zijn lijstjes van dingen waar je aan kan denken. De meeste dingen zul je al in huis hebben. Belangrijk is dat het noodpakket onderhoud vraagt. Zijn de batterijen nog opgeladen? Is het voedsel nog houdbaar? Het is niet een eenmalig iets, je moet het bijhouden. En kijk uit voor sjacheraars, die proberen op internet noodpakketten te verkopen die nergens op slaan of veel te duur zijn. Het hoeft echt niet speciaal te zijn. Sterker nog, het is beter om dingen erin te hebben waar je vertrouwd mee bent, zodat je het ook effectief kan gebruiken. Als je alleen eenmalig een noodpakket koopt en verder niks doet kan dat een vals gevoel van veiligheid geven. Je hebt ook de vaardigheden nodig om die spullen te gebruiken. Je kan een FM radio of een portofoon in huis halen. Maar je moet ook weten hoe je met zo’n ding moet omgaan.”

Heb jij al een noodpakket in huis?

“Een EHBO-kist is alleen nuttig als je weet hoe je een verband moet aanleggen. Veel mensen halen die EHBO-kist in huis, maar te weinig mensen doen de EHBO-cursus. Dus weet die verpleegkundige, die arts in de buurt te vinden. Ken je buren en je gemeenschap. Dat is veel belangrijker voor de veerkracht van mensen dan een noodpakket.”

Mensen die er een hobby van maken om zich voor te bereiden op rampen, preppers, hebben de neiging een bunker voor zichzelf te bouwen en zich terug te trekken. Dat is juist een beetje dom?

“Het kan zijn dat je in het geval van een extreme noodsituatie de eerste dagen op jezelf bent aangewezen. En sommigen zien daar een uitdaging, of zelfs een absolute noodzaak in, om je daarop zo goed mogelijk voor te bereiden, en te zorgen dat je zelfredzaam bent. Maar denk dan ook aan je netwerk. Jezelf isoleren is zeker niet slim. Bovendien is de kans klein dat de noodsituatie zo apocalyptisch is dat je iets hebt aan een bunker. Het is veel slimmer je voor te bereiden op een paar dagen zonder stroom, water of internet, dan op een nucleaire winter.”

Moeten we zorgen voor steviger gemeenschappen, in plaats van noodpakketten kopen?

“Mensen hebben van nature de neiging elkaar te helpen. Wij mensen zijn sociale dieren en we leven in gemeenschappen, omdat we samen de beste overlevingskans hebben. De een kan dingen die de ander niet kan. En samen zijn we meer dan de som der delen. Ik zie het overal op de wereld in alle rampen waar ik gewerkt heb: mensen in crisis kunnen én willen elkaar helpen.”

“Het is goed om dat ook naar elkaar uit te spreken, in je omgeving, in je gemeenschap. Mocht zich iets voordoen, dan zijn we er voor elkaar. Dat is overigens dagelijkse kost, we doen het allemaal. Kom ik in de file, dan bel ik iemand om te vragen de kinderen op te halen. Maar de overheid kan in haar communicatie en planning over voorbereiding op oorlog en rampen meer nadruk leggen op dat sociale aspect. Dat mist nu nog.”

Meehelpen?

Ook in hulpverlening ligt nu meer dan vroeger de nadruk op wat mensen lokaal voor elkaar kunnen doen, dat mogelijk maken en daar op voortbouwen; in plaats van alles laten doen door hulporganisaties van buiten. Tegenwoordig werken hulpverleners dan ook standaard heel intensief samen met de getroffen gemeenschap. Wil je ook iets doen in samenwerking met hulpverleners? Meld je dan bijvoorbeeld aan bij Ready2Help van het Rode Kruis.

ReactiesReageer