Naar de content

‘Niet sterven’ is een raar levensdoel

Lang en gelukkig: een eindevaluatie

Anna Bay voor NEMO Kennislink

In het thema ‘Lang zal je leven’ onderzochten we het afgelopen half jaar hoe we oud(er) worden. Redacteur Marc van Dijk reflecteert op de zin van het streven naar een zo lang mogelijk leven.

23 juli 2024

Tech-ondernemer, multimiljonair en influencer Bryan Johnson heeft een duidelijk doel in het leven: ‘niet sterven’. Met dat doel inspireert hij elke dag honderdduizenden volgers. Zijn ‘Don’t Die’-beweging is immens populair, ook onder topmodellen, filmsterren, sporters en andere beroemdheden, die zijn gevolg nog groter maken.

Hij ontwikkelde een eigen voedsellijn en een ‘algoritme dat beter voor jezelf zorgt dan je zelf kan’. Hij slikt naar eigen zeggen dagelijks 111 pillen, met als doel jonger te worden. Zijn project ‘Blueprint’ is er namelijk niet alleen op gericht om veroudering tegen te gaan, maar om het proces te keren. Hij wil uiteindelijk ook de dood verslaan.

Johnson staat niet alleen in zijn zoektocht. Onder de rijkste aardbewoners (miljardairs en multimiljonairs) is het eerder regel dan uitzondering dat je investeert in de verlenging van het leven. Daarvoor brengen de superrijken zowel praktisch als financieel moeiteloos offers. Hetzelfde geldt voor de wetenschap: levensverlenging is wereldwijd een bloeiend onderzoeksgebied.

De Amerikaanse ondernemer Bryan Johnson probeert met zijn Project Blueprint veroudering tegen te gaan of zelfs terug te draaien.

CC0

Onlangs is in die zoektocht naar de heilige verjongingsgraal weer een doorbraak bereikt: onderzoekers hebben een medicijn ontwikkeld dat de levensduur van proefdieren met bijna 25 procent verlengt. De resultaten, gepubliceerd in Nature, zijn indrukwekkend - de muizen die het medicijn kregen, werden namelijk niet alleen veel ouder, ze kregen ook nog eens minder vaak kanker dan even oude muizen die het medicijn niet kregen, hadden sterkere spieren, waren slanker en hadden een gezondere vacht. Dat klinkt natuurlijk veelbelovend, maar de stap van knaagdier naar mens is meestal erg groot.

Verzet tegen het leven

Maar zou er iets op tegen zijn als die stap gemaakt zou worden? Ik wil ook niet dood. En als er in de toekomst een anti-verouderingsmiddel op de markt komt waarvan de werking overtuigend wetenschappelijk bewezen is, dan sluit ik ook niet uit dat ik het zelf zou gaan gebruiken.

En toch is er iets heel problematisch aan het fenomeen ‘anti-aging’. Als er namelijk één ding is dat alle levensvormen gemeen hebben, is dat ze sterfelijk zijn. Vanaf het moment dat iets wordt geboren (of het nou een bacterie, een plantje, een eendagsvlieg, een olifant of een mens is) draagt het de sterfelijkheid in zich. Een pasgeboren baby begint in die zin op dag één met veroudering (aftellen naar de dood). Het hangt ervan af welke definitie van veroudering je hanteert – binnen de wetenschap wordt soms pas van ‘veroudering’ gesproken wanneer het lichaam in verval raakt, zodra slijtage en krimp het overnemen van groei en permanente vernieuwing. Maar ook dat begint bij de mens al minstens rond het dertigste levensjaar, en in allerlei onderdelen van het lichaam, zoals de huid, zelfs al tien jaar eerder. Je zou dus kunnen zeggen: als je je tegen veroudering verzet, verzet je je tegen het leven.

Erkenning van de dood

De meeste filosofen die ik interviewde voor dit thema waren van mening dat streven naar verlenging van het leven ethisch gezien bijna geen slecht doel kan zijn. Als het leven goed is, dan wil je immers proberen het zo lang mogelijk vast te houden. Anti-ouderdomsonderzoek kan bovendien ook bijdragen aan de strijd tegen allerlei ziektes, zoals alzheimer. Een win-win-strategie: als we er niet beduidend ouder door worden, dan verslaan we er wel nare ziektes mee.

Maar zijn die doelen ‘niet sterven’ en ‘anti-aging’ in hun negatieve formuleringen eigenlijk wel zo levensbevestigend als het lijkt? Door alle eeuwen hebben filosofische en religieuze scholen geprobeerd om het leven te doorgronden en zin te geven vanuit de sterfelijkheid. ‘Filosoferen is leren sterven’, zei Socrates al.

In de meeste levensbeschouwingen is een zekere erkenning van de dood essentieel. En dus niet van de dood als iets vijandigs dat verslagen moet worden, maar de dood als iets wat nu eenmaal onvermijdelijk op komst is. Filosofen zochten en zoeken bijna zonder uitzondering naar een manier om daarmee te leren leven. En dus niet om je er eindeloos en met al je aandacht en energie tegen te verzetten. Laat staan om je levensstijl daaraan te wijden.

Kwaliteit of kwantiteit

Don’t Die-pionier Bryan Johnson heeft een ochtendritueel van enkele uren, en zijn ritueel voor het slapengaan neemt het grootste deel van de avond in beslag. Zelfs als hij door al deze toegewijde acties langer leeft: heeft hij eigenlijk wel tijd om ergens van te genieten op deze manier? Of om iets goeds bij te dragen aan deze wereld, waarin de uitdagingen – denk aan klimaatverandering – toch al niet klein zijn?

Er zijn ook filosofen, zoals Marli Huijer en Ingrid Robeyns, die liever zouden zien dat die tech-miljardairs hun offers zouden brengen voor andere doelen, waar de wereld harder om schreeuwt dan een verlenging van de levens in de landen die nu toch al de meeste CO2 uitstoten.

Hebben we straks een wereld met onevenredig veel hoogbejaarden?

Ligt de nadruk niet te veel op calculatie en het optimaliseren van allerlei lichaamswaarden, in plaats van op genieten en zoeken naar wat filosofen vanouds ‘het goede leven’ noemen: een zinvol, vervullend leven? En dat is ook: iets goeds bijdragen aan deze wereld, binnen de tijd die je daarvoor hebt.

“Dat weet ik niet zo net”, zegt filosoof Adam Buben, docent aan de Universiteit Leiden, gespecialiseerd in denken over de dood en levensverlenging. “Ik waardeer het offer. Zoals ik ook van fitness-goeroes het offer waardeer dat ze maken voor een ander, gezonder leven. Ik hoef zelf niet zo fanatiek te trainen en mijn leven radicaal om te gooien, maar dankzij deze mensen wordt wel iets zichtbaar over gezondheid, en hoe je langer zou kunnen leven. Dat is sowieso waardevol. Misschien ligt de nadruk soms te veel op de cijfers en de meetbare resultaten, en worden de volgers die dit soort technieken toepassen erg gespitst op lichamelijke statistieken. Toch denk ik dat je het onderscheid tussen kwantiteit en kwaliteit niet op deze manier kunt maken. Het gaat ook bij mensen als Johnson uiteindelijk om de kwaliteit: langer leven betekent ook meer geluk, leven in goede gezondheid en langer samen zijn met je dierbaren.”

Perceptie van vitaliteit

Aan dat laatste twijfel ik. Want over ouder worden hoor je deze influencers nooit, laat staan over oud(er) zijn. Op een dag zal ook Johnson toch echt oud en versleten zijn – dat is nog steeds een onvermijdelijk gegeven: 120 lijkt voor mensen vooralsnog een absolute bovengrens. Onderzoekers naar levensverlenging gaan ervan uit dat de extra jaren erbij komen in goede gezondheid. Maar wat als dat net een beetje anders uitpakt? Hebben we dan straks een wereld met onevenredig veel hoogbejaarden? Maar ook daarover spreken ze nooit. Iemand die niet dood wil gaan, is gericht op gezondheid, discipline en vezel- en vitaminerijke voeding, maar denkt niet aan rollators, versleten heupen en pacemakers. Laat dat laatste nou net wél de realiteit van hoge leeftijden zijn.

Dat zien we dan wel, zullen de don’t die-ers zeggen. Maar zullen ze het ook echt zien? Of blijft het streven ‘niet sterven’ ook overeind als ze tachtig, negentig, honderdplus zijn? ‘I’m dead but I don’t know it’, zingt Randy Newman over artiesten die te lang doorgaan met optreden - door hem ook omschreven als geriatric rock-’n-roll, waar hij zelf overigens ook nog steeds aan meedoet. ‘I always thought that I would know / When it was time to quit / That when I lost a step or two or three or four or five / I'd notice it’.

Kun je van jezelf inschatten wanneer het genoeg is geweest - of blijf je maar doorgaan? We zagen aan Joe Biden dat je perceptie van vitaliteit misschien wel flink verandert als je zelf een hoge leeftijd hebt bereikt. Misschien moeten we niet streven naar een zo lang mogelijk leven, maar naar een zo goed mogelijk leven.