Woorden in het Frans lijken op papier soms sterk op die van het Italiaans of Spaans, maar worden toch heel anders uitgesproken. Is de verwantschap dan vooral gebaseerd op schrift, in plaats van spraak, vroeg een lezer zich af. NEMO Kennislink zocht het uit.
Het werkwoord ‘maken’ is in het Frans ‘faire’ en in het Italiaans ‘fare’. Iedere lezer ziet snel overeenkomst in deze woorden. Maar zodra een Française ‘faire’ zegt en een Italiaan ‘fare’, lijkt de verwantschap ver te zoeken. De r-klank wordt bijvoorbeeld heel anders uitgesproken.
Het Frans en het Italiaans behoren allebei tot de Romaanse taalfamilie, legt Laura Migliori, universitair docent in Romaanse Talen aan de Universiteit Leiden, uit. “De herkomst van de Romaanse talen gaat ver terug, naar het Romeinse Keizerrijk. Het Latijn dat hier werd gesproken, verspreidde zich als gevolg van de macht van Rome”, vertelt ze. “Toen het Romeinse Rijk in de vijfde eeuw instortte, begonnen er langzamerhand verschillende taalvariaties te ontstaan, die later de Romaanse talen werden.” Zo ontstonden door taalevolutie verschillende talen, zoals het Frans en het Italiaans, elk met een eigen woordenschat en uitspraak. Hoe komt het dat die verschillen minder zijn terug te zien in het schrift?
Taalverandering in spraak en schrift
Taal is altijd mondeling van generatie op generatie overgedragen, verklaart Migliori. “Zo hebben talen zich gedurende een groot deel van de menselijke geschiedenis ontwikkeld en verspreid.” Hoe de talen in het verre verleden klonken, is natuurlijk nergens vastgelegd. “We moeten ons hiervoor daarom baseren op schriftelijke bronnen die iets zeggen over verandering in spraak van die tijd en proberen erachter te komen wat de gesproken taal van die tijd was.”
De eerste geschreven teksten in de Romaanse talen dateren rond de tiende en elfde eeuw, zo’n 500 jaar na het ontstaan van de verschillende taalvarianten. “In die bronnen zie je veel variatie wat de spellingsconventies betreft. Niet alleen tussen verschillende talen onderling, maar ook binnen hetzelfde taalgebied. Dat betekent dat men op zoek was naar een manier om nieuwe klanken op te schrijven, voordat er een standaardspelling was”, vertelt de onderzoeker. “De uiteindelijke schrijfwijze is gebaseerd op conventies die door een groep sprekers zijn afgesproken.” Het zijn voorgeschreven regels die helemaal niet aan de taal verbonden zijn.
“Gesproken taal verandert veel sneller dan geschreven taal”, legt Migliori uit. Dat zorgt ervoor dat woorden soms alweer anders worden uitgesproken dan de schrijfwijze zou doen vermoeden, zonder dat de officiële spelling hieraan wordt aangepast. En het verklaart waarom de verwantschap van talen soms meer is te herkennen in hun spelling dan in hun uitspraak. Dat geldt trouwens niet alleen voor Romaanse talen, merkt Migliori op. “Het Nederlands, een Germaanse taal, vertoont om dezelfde redenen ook overeenkomsten in schrift met het Duits of Engels. Maar in spraak zijn de verschillen groot.”