Hoe geef je therapie via een computerscherm? Medisch psychologen werkten het afgelopen jaar noodgedwongen op afstand. Hoe hebben ze dat ervaren? Een rondetafelgesprek op de afdeling Medische Psychologie van het Rijnstate Ziekenhuis.
De coronacrisis verhoogde niet alleen de druk op de intensive care, maar legde ook een groot deel van de psychologische zorg in het ziekenhuis stil. Zoals de groepstherapie van psycholoog Joost Derwig op de afdeling cardiologie, waar patiënten leren hun lijf opnieuw te vertrouwen na een hartstilstand. De groepstherapie ging digitaal verder, vertelt Derwig, maar niet zonder technische problemen. En de sfeer veranderde. Derwig: “De deelnemers misten het koffiemoment, waar je iets anders met elkaar deelt dan de stress van het hartinfarct.”
Techniek kan relaties versterken én breken, merkt Derwig als hij noodgedwongen overstapt naar online therapie. Vandaag gaat hij erover in gesprek met zes collega’s van de afdeling Medische Psychologie van het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. Ze voeren een rondetafelgesprek, op verzoek van NEMO Kennislink, omdat we voor ons dossier Human Zoo(m) benieuwd zijn naar ervaringen uit de zorgpraktijk. Wat doet digitale therapie met de relatie tussen arts en patiënt? Wat willen de professionals post-corona behouden, en wat absoluut niet?
Digitale stroomversnelling
Met de komst van het coronavirus brak een roerige periode aan in het ziekenhuis. Snel schakelen was noodzakelijk, ook op de afdeling Medische Psychologie. Veel psychologen gaven voor het eerst in hun leven online therapie. Om de boel in goede banen te leiden, volgden ze ‘s avonds webinars over zorg op afstand.
“Er kwam zoveel nieuwe informatie vrij”, zegt gezondheidspsycholoog Birgit van Hal. Ze ontdekte nieuwe mogelijkheden, zoals online traumatherapie. En ze liet experts van andere organisaties of ouders van minderjarige patiënten aanschuiven bij een digitaal gesprek. Dat was een winst: “Voorheen belde je alle betrokken partijen individueel op.”
De online therapie pakte soms verrassend goed uit. Klachten van patiënten met sociale angst daalden aanzienlijk, vertelt Derwig. Zij waren blij dat ze niet naar buiten hoefden. “Nu ze weer naar het ziekenhuis moeten komen, nemen hun klachten weer toe.” Ook Van Hal zag haar patiënten profiteren van online therapie: “Bij kinderen met obesitas zie je vaak vermijdend gedrag. Online waren ze opeens heel spraakzaam.”
Psycholoog Heidi Decliseur gaf het afgelopen jaar voor het eerst EMDR-behandelingen online. Zij zag vooral voordelen bij patiënten met forse persoonlijkheidsproblematiek. Sommige patiënten kunnen vreselijk boos worden. Dan helpt het als je jezelf op een scherm kunt zien. Je ziet opeens hoe je overkomt. “Het helpt patiënten om te mentaliseren”, zegt Decliseur. “Als je jezelf in beeld ziet, word je je bewust van je negatieve gedrag en leer je het herkennen. Dat is nodig om te kunnen veranderen.”
De crisis opende deuren, vertellen de professionals. Innovaties werden doorgevoerd die voorheen nooit van de grond kwamen. Voor de coronacrisis kon het maanden duren om een iPad voor je afdeling te regelen, in de crisistijd had je zulke apparatuur in een handomdraai geregeld. “Er ontstond een vliegwiel”, zegt Derwig. “Het hele ziekenhuis deed mee.”
Privacy en veiligheid
Maar niet alle patiënten zaten te wachten op online therapie. “Een van mijn patiënten wilde absoluut niet beeldbellen”, vertelt klinisch psycholoog Esther Hameleers. Sommige patiënten werden boos. Ze voelden zich niet gezien. Of ze vonden het onrechtvaardig dat de zorg op de intensive care wél doorging. ‘Ik ben óók ernstig ziek’, zeiden ze dan.
Gezondheidspsycholoog Sia Pet zag vooral oudere patiënten worstelen met de technologie. “Soms zag je alleen de neus of een voorhoofd. Dan wordt communiceren lastig.” De gedwongen overstap naar online therapie bracht stress en spanning met zich mee, voor professionals en patiënten.
“We voelden ons onzeker”, zegt Van Hal. “Hoe werkt zo’n app? Hoe zit het met privacy? En dan moesten we ook nog uitleggen aan onze patiënten hoe die apps werkten. Dat was lastig, bijvoorbeeld bij gezinnen die geen Nederlands spraken.”
Voor sommige patiënten brengt het ziekenhuis vrijheid en veiligheid. Daar ervaren ze niet de beperkingen van hun thuissituatie, een agressieve partner bijvoorbeeld, die ongemerkt kan meeluisteren met de digitale therapie. Dat gebeurde in een sessie van klinisch psycholoog Caren de Graaf: “De partner van een patiënt kwam er opeens bij zitten en begon zich negatief met het gesprek te bemoeien. Ik had helemaal niet in de gaten dat hij in de kamer aanwezig was. Je ziet alleen wat de camera in beeld brengt.”
Daar opent zich een nieuwe ethische discussie over privacy. “We hebben nieuwe regels nodig om veiligheid en privacy voor de patiënt te waarborgen”, zegt De Graaf. “Wat mag je online bespreken? Gelden dezelfde regels als in een fysiek gesprek? Dat moet allemaal nog worden uitgezocht.”
Nieuwe richtlijnen
De lockdown gaf de zorgprofessionals weinig keuze. In rap tempo maakten ze zich online therapievormen eigen. Nu is de vraag: wat willen ze behouden? Voor welke patiënten voegt het iets toe, en voor wie niet? Daar blijkt moeilijk een eenduidig antwoord op te geven. “In de toekomst zou je een pallet van mogelijkheden willen”, zegt Hameleers. “Zodat we samen kunnen beslissen welke therapievorm goed is voor de patiënt – digitaal, fysiek of hybride.”
“Online is meer mogelijk dan we dachten, maar er is niet één manier die voor iedereen werkt”, zegt Derwig. Of digitale therapie een uitkomst is, verschilt niet alleen per patiënt maar ook per gesprekstype. Een kennismakingsgesprek of slechtnieuwsgesprek wil je niet op afstand voeren, maar een uitslag van een scan kan soms prima digitaal.”
Ook zorgverzekeraars zullen hun regels moeten herzien. Digitaal contact tussen psycholoog en patiënt werd aanvankelijk niet vergoed, vertellen de professionals. Dat leidde tot een hoop administratieve problemen. Door corona is dat nu veranderd, maar daar staat niet iedereen om te springen. Wat als de nieuwe mogelijkheden worden benut om te bezuinigen? Hoewel de meeste zorgverleners positief gestemd zijn over de nieuw ontdekte mogelijkheden, zit niemand erop te wachten dat digitale therapie de norm wordt.
Want voor alle zorgprofessionals geldt: uiteindelijk was het een uitputtingsslag. Dagenlang achter elkaar online therapie geven breekt je op, vertelt Renate van de Ven. Soms had ze zelf het idee dat ze een effectieve behandeling had gegeven, maar dan zeiden haar patiënten aan het einde toch dat ze de therapie liever face-to-face hadden gevolgd.
“Ik had voortdurend het gevoel dat ik tekortschoot”, zegt De Graaf. Ze miste de menselijke warmte in de digitale spreekkamer. Toen de coronamaatregelen versoepelden, ontmoette ze een aantal patiënten alsnog in haar spreekkamer. “Bij iedere ontmoeting dacht ik: jij bent toch anders dan via het scherm. Ik had informatie gemist.”