De alsemambrosia geeft heftige hooikoortsklachten. Deze invasieve exoot, die het hooikoortsseizoen voor een miljoen Nederlanders met een of twee maanden verlengt, verspreidt zich steeds verder.
In de nazomer van 2006 zit Arnold van Vliet in Wageningen op de fiets. Het haar is wat aan de lange kant, dus moet hij naar de kapper. Hij kijkt opzij en schrikt zich een hoedje: er lijken honderden alsemambrosia’s langs de kant van de weg staan. De wetenschapper van de Wageningen University & Research, die onderzoek doet naar die hooikoortsplanten, gaat na de knipbeurt nog eens terug om zijn vermoeden te checken. Dat blijkt te kloppen: er staan daadwerkelijk honderden alsemambrosia’s. Beroepsmatig vindt hij de plantenkolonie fascinerend, want hij zag nog nooit zoveel van deze planten bij elkaar staan. Maar voor hooikoortspatiënten is het slecht nieuws, beseft hij. De alsemambrosia is één van de heftigste hooikoortsplanten ter wereld.
Zou Van Vliet nu langs zo’n kolonie alsemambrosia’s fietsen, dan zou de schrik waarschijnlijk minder groot zijn: de plant is intussen aan een flinke opmars bezig. De alsemambrosia komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en vestigde zich in eerste instantie vooral in Zuid-Europa, omdat het warmere klimaat gunstig is voor de plant. Door klimaatverandering groeit de plant ook in ons land steeds beter, verklaart Van Vliet.
Verspreidingsatlas
Van Vliet wijst op de verspreidingsatlas van FLORON, een stichting die in Nederland onderzoek naar wilde planten coördineert. Op de atlaskaarten wordt bijgehouden hoe planten zich door de jaren heen over Nederland verspreiden. “Sinds 1988 hebben we te maken met een temperatuursprong. In de atlas zie je dat de plant daar direct op reageert: vanaf 1988 komt de alsemambrosia in steeds meer kilometerhokken voor”, vertelt Van Vliet. Deze kilometerhokken, vakken van één bij één kilometer verspreid over heel Nederland, worden gebruikt om de biodiversiteit in kaart te brengen. In de verspreidingsatlas van FLORON is inderdaad te zien dat het aantal kilometerhokken waarin alsemambrosia wordt aangetroffen, stijgt vanaf 1988. Dat jaar kwam de plant in iets meer dan tweehonderd kilometerhokken voor. Inmiddels zijn dat er meer dan duizend.
Daarom trok het Kennisnetwerk Invasieve Exoten, waarbij verschillende wetenschappers en flora- en faunaorganisaties zijn betrokken, aan de bel. Het platform publiceerde in augustus een bericht op de eigen website, waarin staat dat de alsemambrosia steeds verder oprukt. ‘Hooikoortsreacties zijn niet beperkt tot de directe omgeving van de plant. De grote hoeveelheid, zeer licht stuifmeel kan door de wind over grote afstanden worden getransporteerd’, valt in het bericht te lezen.
Ook organisaties als de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), het Leids Universitair Medisch Centrum en de Wageningen University & Research maken zich zorgen. Zij roepen mensen op om op zoek te gaan naar alsemambrosia in hun tuin, omdat 60 procent van de meldingen uit particuliere tuinen komt. De laatste decennia zijn de zaadjes vooral door Nederland verspreid, doordat ze in zaadmengsels zitten voor vogelvoer, vetbollen, kippenvoer, konijnenvoer en bermplanten, stelt Van Vliet. “De plant komt vaak op bij een vogelvoederplaats of kippenhok in de tuin. Mensen vinden de alsemambrosia over het algemeen wel mooi en grappig.”
Vogelvoederplaats
Van Vliet onderzoekt ook een andere invasieve exoot: de Aziatische tijgermug. Tot zijn eigen afgrijzen vlogen verschillende tijgermuggen afgelopen nazomer door zijn Edese tuin en buurt. Opmerkelijk genoeg had hij de afgelopen jaren ook al alsemambrosia in de tuin. “Ik had een paar jaar geleden wat van deze planten staan, bij de vogelvoederplaats. De zaadjes hebben waarschijnlijk dus bij het vogelvoer gezeten. Ik heb de planten uit interesse wel iets langer laten staan. Noem het beroepsdeformatie: ik wilde graag zien hoe ze zich ontwikkelden. Toen ze echt in bloei kwamen, heb ik ze weggehaald. Ik wil voorkomen dat ik allergisch word.”
Daarmee bedoelt Van Vliet dat hij gesensibiliseerd kan worden. Dit betekent dat je lichaam overgevoelig wordt voor blootstelling aan bepaalde eiwitten. Dit kan gebeuren als je in de buurt van een plant komt en heel veel eiwitten van die plant inademt. “Als je eenmaal gesensibiliseerd bent, dan krijg je bij een volgend contact met die eiwitten, die in de pollen zitten, een onnodige en overmatige stressreactie: de hooikoorts. Van de alsemambrosia komen ontzettend veel pollen in de lucht en dat maakt het risico op sensibiliseren groter.” Als je eenmaal gesensibiliseerd bent, dan kunnen kruisreacties ontstaan: het kan een voedselallergie triggeren. “Voor de alsemambrosia geldt dat er kruisreacties kunnen plaatsvinden met banaan, komkommer, de meloen cantaloupe, watermeloen en zonnebloempitten”, verduidelijkt Van Vliet.
Veertig jaar kiemkrachtig
De alsemambrosia is een plant die relatief laat ontkiemt en gaat groeien als de dagen wat korter worden. De plant bloeit in augustus, september en oktober, na het graspollenseizoen dus. Dat maakt het hooikoortsseizoen één of twee maanden langer. “Het is één van de sterkste hooikoortsplanten ter wereld, die de meeste klachten geeft. De zaden zijn bovendien veertig jaar kiemkrachtig. Dat betekent dat als een plant tot zaadzetting komt en de zaden op de grond vallen, er de komende tientallen jaren opeens zaden kunnen ontkiemen en er weer nieuwe planten kunnen groeien.”
Van Vliet denkt dat er meer kennis moet komen in Nederland over hoe de alsemambrosia zich verspreidt. Zo helpt het als mensen de plek in de gaten houden waar ze vogelvoer strooien. “En als je de plant eenmaal hebt geconstateerd, trek dan je handschoenen aan als je de plant verwijdert: je voorkomt daarmee dat je huid in contact komt met de eiwitten en daarmee verminder je het risico gesensibiliseerd te worden. Daarna is de oplossing helder: de alsemambrosia helemaal uittrekken, want met alleen afknippen of maaien gaat ie niet weg. Hij loopt dan snel weer uit en komt daarna sneller in bloei. Dan kom je niet van het probleem af.”