Naar de content

Landrechten cruciaal maar geen wondermiddel

Friends of the Earth

Tussen landrechten en investeringen in bodemkwaliteit bestaat een sterke relatie. Een boer of boerin die grond bezit of een langjarige pachtovereenkomst heeft, is eerder geneigd om te investeren in bodemvruchtbaarheid en erosiebestrijding. Maar landregistratie is geen wondermiddel.

18 december 2015

Boeren en boerinnen die grond officieel pachten of als bezit registreren, hebben meer zekerheid over de toekomst. Ze verbouwen daarom vaker meerjarige gewassen als koffie, thee, cacao of boomgewassen voor hout en veevoer. De bodem profiteert daarvan omdat meerjarige gewassen vaak erosie tegengaan en het bodemvruchtbaarheidsverlies beperken. Als boeren geen zekerheid over hun rechten hebben, beperken ze zich vaak tot de teelt van eenjarige gewassen. Die verbruiken relatief veel voedingsstoffen die zelden in dezelfde mate aan de bodem worden teruggegeven in de vorm van (kunst)mest of groenbemesting. Roofbouw is daarvan het gevolg.

Cacaoteelt

‘Onzekere’ boeren zorgen minder goed voor hun gewassen. Cacao, een meerjarig gewas, is daar een goed voorbeeld van. De wereldwijde cacaoproductie stagneert mede vanwege de grondrechtenproblematiek in West-Afrika. Tekenend is de situatie van de cacaoteelt in Ghana, al in 1963 opgetekend door de Britse Polly Hill in The migrant Cocoa-Farmers of Southern Ghana. Daarin beschrijft deze econome en sociaal-antropologe haar onderzoek naar migranten, die zich in het zuiden van Ghana vestigen en daar cacao verbouwen.

Als nieuwkomers hebben deze migranten geen grondrechten. Aangezien cacao pas na een paar jaar vrucht draagt, proberen ze op allerlei manieren hun grondrechten informeel te regelen. “Als dat niet goed gebeurt, zie je dat de prikkels om cacao aan te planten en vervolgens goed te onderhouden – regelmatig snoeien en bemesten bijvoorbeeld – te klein zijn”, zegt ontwikkelingseconoom Ruerd Ruben. “Dan gaan de opbrengsten naar beneden, zoals in de cacaoteelt al lange tijd gebeurt.” Ruben is verbonden aan het Landbouw Economisch Instituut (LEI Wageningen UR) en hoogleraar Ontwikkelingsstudies aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is met name deskundig is op het gebied van plattelandsontwikkeling en armoedebestrijding.

Landroof: een bulldozer van Oil Palm Uganda aan het werk op het land van een lokale gemeenschap.

Friends of the Earth

Landroof

Klaus Deininger van de Wereldbank heeft veel onderzoek gedaan naar deze zogeheten yield gaps: het achterblijven van de potentie van de oogst per hectare, zoals beschreven in een publicatie van de Wereldbank uit 2011. Daaruit blijkt dat de laagste opbrengsten voorkomen in landen of regio’s waar het beheer van de grond, inclusief landrechten, het slechtst is geregeld. Juist daar vindt veel landroof en -aankoop plaats. “Het gevolg is suboptimaal gebruik van land in de landbouw”, zegt Frits van der Wal, de landrechtenspecialist van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Maar het effect van betere landrechten op bodemproductiviteit en -ontwikkeling is niet rechtlijnig en bovendien sterk afhankelijk van de context, meent Van der Wal. In Ethiopië besloot de overheid zo’n tien jaar geleden dat boeren en boerinnen landgebruikscertificaten konden krijgen, waarmee ze een bewijs in handen kregen dat zij de rechtmatige gebruikers zijn.

Afrikaanse boeren stappen vaak over op meerjarige gewassen, zoals koffie, als hun landrechten goed geregeld zijn.

Wikimedia Commons/Stanislaw Szydlo

In de Kaffa-regio (de wieg van onze koffie) resulteerde dat direct in ander landgebruik: veel boeren stapten er over van eenjarige gewassen als bonen en mais naar koffie. Koffie geeft in vochtige gebieden met gebrekkige opslag- en afzetmogelijkheden meer inkomenszekerheid omdat boeren de koffiebonen langer kunnen bewaren en dus tegen gunstiger prijzen kunnen verkopen. Bonen en maïs, gewassen die veel vochtgevoeliger zijn, moesten ze direct na de oogst verkopen, zelfs tegen ongunstige prijzen.

Commerciële landbouw

“Landregistratie lost echter niet alle problemen op”, zegt Ruben. “Ook het opleidingsniveau en de gezinsomvang zijn belangrijk. Registratie is wel een belangrijke bepalende factor want waar geïnvesteerd wordt in landrechten, is vaak ook commerciële landbouw aanwezig met enige infrastructuur. Vaak is er dan ook een kredietsysteem. Het gaat om de combinatie van factoren. Investeringen in landrechten worden vaak niet gedaan als andere voorwaarden niet op een bepaald niveau zijn. Landrechten zijn dus een belangrijk vliegwiel, maar geen wondermiddel.”

Ruben voegt nog een voorwaarde toe: er moeten banken zijn, of andere financiële instellingen, zodat boeren leningen kunnen krijgen voor bijvoorbeeld kunstmest, om stikstoftekorten aan te vullen. In de praktijk worden kadasterprogramma’s daarom vaak met voorrang ingevoerd in gebieden met commerciële landbouw. “Daar is die combinatie vaak al aanwezig.”

Ook Van der Wal wijst erop dat het regelen van landrechten leidt tot gunstige economische ontwikkelingen en minder schendingen van mensenrechten. Ook worden boeren hierdoor niet langer van hun grond verjaagd. Van der Wal meent dat landrechten alleen onvoldoende zijn: “Behalve het verbeteren van de infrastructuur, dien je de kennis van boeren en boerinnen te vergroten en te zorgen voor markttoegang. Anders krijg je niet het gewenste effect.”

De World Cocoa Foundation traint Afrikaanse cacaoboeren om de productie te vergroten.

WCF

Internationale agenda

Over aandacht van beleidsmakers heeft de landrechtenproblematiek de laatste tijd niet te klagen. Het probleem staat prominent op de agenda, zeker nadat maatschappelijke organisaties en media vanaf 2008 met veel landroofzaken naar buiten kwamen, zoals het Oakland Institute. In de recent door de Verenigde Naties vastgestelde Sustainable Development Goals wordt meerdere malen gewezen op het belang van verbeterde landrechten voor mannen en vrouwen. Nederland werkt al langere tijd aan dit thema, zowel via ambassades in bijvoorbeeld Rwanda en Mozambique als via internationale organisaties als het Global Land Tool Network en de International Land Coalition.

Dat is mooi, maar Ruben zoekt naar praktische handvatten. “Ik zou landrechten als instrument willen gebruiken om verbeteringen op het platteland te bewerkstelligen. Dat betekent dat het in de agrarische projecten van de Wereldbank of FMO, de Nederlandse ontwikkelingsbank, als activiteit wordt meegenomen bij financiering, dus naast het gewas ook de grondrechtenzekerheid.”

Een andere mogelijkheid ziet hij in de koppeling met milieubeleid: “Onderzoek of in de gebieden waar de landrechten beter zijn vastgelegd, de landbouwemissies ook lager zijn. Dat weten we niet. Je kunt regionaal kijken welke gebieden zich het beste lenen voor emissiereductie. Dan zou je daar met compensatie voor het vastleggen van emissies in bijvoorbeeld bossen ook een soort zekerheid voor boeren kunnen creëren.”

Landrechten registreren

Het vastleggen van landrechten was vroeger vaak een langdurig, intensief en kostbaar proces. “Ik heb het jaren gedaan, vooral in Midden-Amerika”, zegt Ruben. “Je moest alle boerenbedrijven bezoeken, kadastergegevens noteren, satellietgegevens controleren, alles juridische vastleggen voor eventuele geschillen en conflicten ter plekke oplossen. Een langdurig, kostbaar en intensief proces dat je op grote schaal moet doorlopen.” Volgens Van der Wal zijn er tegenwoordig veel goedkopere methoden voorhanden die misschien wat minder precies zijn, maar dezelfde rechtszekerheid verschaffen voor landgebruikers. In Rwanda heeft de nationale regering met ondersteuning vanuit de Nederlandse ambassade en het Nederlandse Kadaster in minder dan vijf jaar tien miljoen percelen in kaart gebracht en ruim zeven miljoen landgebruikscertificaten uitgereikt. Kosten per certificaat: tien euro. “Supersnel, effectief en zeer goedkoop.”

USAID ontwerpt, tests en evalueert innovatieve en kosteneffectieve benaderingen van land- en hulpbronnenbeheer en eigendomsrechten. Deze video stelt twee van dergelijke innovaties voor: een app om grondbezit vast te leggen en een app om grond goed te beheren.

ReactiesReageer