Als we geen aardgas meer gebruiken in 2050, dan zorgt dat niet alleen voor minder CO2-uitstoot, maar ook voor energiebesparing. Maar is dat ook echt zo?
Nee, zijn energieverbruik is niet opvallend omlaaggegaan toen hij in 2015 van het gas af ging, zegt Menno Visser, bewoner van een huis met energielabel A++++ in het Groningse dorp Haren. “Het voornaamste is dat ik nu een pelletkachel heb in plaats van een cv. Maar dat levert maar een beperkte besparing op.”
En inderdaad, terwijl een warmtepomp – een veelgebruikt alternatief voor de cv-ketel – dankzij zijn ingenieuze ontwerp drie keer meer energie oplevert dan dat deze verbruikt, ligt het rendement van zowel een cv-ketel als een pelletkachel op ongeveer negentig procent van de energie die erin gaat. Volledig overstappen op een warmtepomp zat er voor Visser niet in, omdat hij zijn huis niet volledig heeft geïsoleerd, uit kostenoverwegingen en vanwege ‘het gedoe’ dat erbij komt kijken. De grootste energiewinst in huis zat voor hem op een andere plek: door simpelweg minder te verwarmen. “Mijn dochter wilde het op haar kamer een stuk warmer dan het in de rest van het huis is. Sinds zij uit huis is, stook ik sowieso niet hoger dan 18 graden.”
Voor mensen voor wie de overstap naar een aardgasvrij huis wél gepaard gaat met een warmtepomp en isolatiemaatregelen, is een grotere energiebesparing te verwachten. Alleen al een goede dakisolatie levert voor een huishouden met een hoekwoning en een gemiddeld energieverbruik ongeveer een derde aan lagere energiekosten op. Vloer-, raam- en muurisolatie verlagen de energierekening nog eens verder.
Anders in de praktijk
Toch is de energiebesparing door verduurzaming in de praktijk regelmatig lager dan je in theorie mag verwachten. De reden? Het reboundeffect, blijkt uit onderzoek van de universiteiten van Tilburg en Maastricht uit 2012: doordat je denkt energie te besparen en duurzamer bezig te zijn, ga je juist weer iets meer gebruiken. “Als mensen hun huis isoleren, heb je minder gas nodig”, geeft Reyer Gerlagh, hoogleraar milieueconomie aan de Tilburg University als voorbeeld. “Maar vervolgens doen ze bijvoorbeeld de thermostaat minder omlaag, waardoor ze wel besparen, maar een minder grote besparing hebben dan verwacht.” Daardoor hebben huizen met een hoog energielabel juist een hoger verbruik dan theoretisch verwacht, terwijl huiseigenaren met een laag energielabel juist minder energie verbruiken dan verwacht.
Dat geldt ook voor een overstap van een cv-ketel naar een warmtepomp, zegt Gerlagh. “Je kunt een gasgestookt huis ’s nachts wat laten afkoelen en de volgende ochtend weer op laten warmen. Maar het systeem van de warmtepomp levert een lagere warmte-intensiteit dan de kachel.” Daardoor kun je het huis ’s nachts niet weer laten afkoelen, en blijf je de hele nacht doorstoken. “En dus bereik je de theoretische drie keer hogere efficiëntie van een warmtepomp in vergelijking met een cv-ketel in de praktijk niet altijd.”
Vrijbrief
Het reboundeffect is een soort morele vrijbrief, zegt klimaatpsycholoog Gerdien de Vries van de TU Delft. “Je kunt niet-duurzaam gedrag voor jezelf goedpraten. Dat kan bijvoorbeeld voor je dagelijkse autogebruik, omdat je vanwege het milieu niet het vliegtuig neemt en dus al je steentje bijdraagt aan verduurzaming.” Zoiets kan ook gelden voor het gebruiken van meer energie in een duurzamer huis. Ook geeft het maken van duurzame keuzes op zichzelf al een goed gevoel.
Andere mensen verduurzamen niet hoofdzakelijk omdat het goedkoper is, maar vooral omdat ze hun ecologische voetafdruk willen verkleinen. Mensen hebben in verschillende situaties soms een ander niveau van motivatie, en gebruiken verschillende motieven. Ze kunnen in de verschillende rollen die ze aannemen – in het gezin of bijvoorbeeld op het werk – andere standaarden hebben op het gebied van duurzaamheid, zegt De Vries. “Sommige mensen zijn heel duurzaam in hun privéleven, maar willen bijvoorbeeld als winkeleigenaar de winkel flink opstoken en laten de deur openstaan.” Of ze besparen zakelijk vooral vanwege de bedrijfskosten, maar privé vanwege het klimaat.
Ideale veronderstellingen
Door die morele vrijbrief en het bijbehorende reboundeffect verslapt de aandacht op energiebesparing, laat onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2014 zien. Het aardgasverbruik door Nederlandse huishoudens nam tussen 1990 en 2008 met slechts 5 procent af, terwijl de energie-efficiëntie van huizen in Nederland met maar liefst 28 procent verbeterde. Daaruit is een theoretisch reboundeffect van 67 procent af te leiden: stel dat een huis door verduurzaming van energielabel G naar A gaat, dan levert dit geen besparing van 3000 kubieke meter gas op – zoals verwacht – maar van slechts 1000 kubieke meter. De onderzoekers uit Maastricht en Tilburg vonden in 2012 iets vergelijkbaars: als de energie-efficiëntie van een huis met 100 procent wordt verbeterd, levert dit ‘slechts’ een energiebesparing van zo’n 59 procent voor huurhuizen en 73 procent voor koophuizen op.
— Reyer Gerlagh
Toch is het lastig om precies te duiden hoe groot het reboundeffect is, benadrukken de onderzoekers. Omdat er een grote variatie in type huizen tussen bewoners zit, loopt de grootte van het reboundeffect nogal uiteen. Ook kan een verschil tussen de theoretische besparing en de besparing in de praktijk zijn veroorzaakt door een minder goede uitvoering van energiebesparende maatregelen dan verwacht, zoals slecht aangebrachte isolatie. “En veel technische studies gaan uit van ideale veronderstellingen”, zegt Gerlagh. “Zo gaan berekeningen bij isolatiemaatregelen ervan uit dat mensen in een slecht geïsoleerd huis hun hele huis verwarmen. Maar mensen verwarmen slechts een gedeelte van de woning, niet hun hele huis. Terwijl ze bij goede isolatie wellicht wel hun hele huis gaan verwarmen.” En dus is ook hier de besparing minder dan verwacht.
Comfort
Ook in andere situaties is het reboundeffect lastig in kaart te brengen. Schattingen van het reboundeffect bij energieverbruik in huis, zowel in Europa als elders in de wereld, leveren percentages tussen de nul en honderd procent op. Een studie uit het Verenigd Koninkrijk liet zelfs zien dat na muur- en dakisolatie alleen een tijdelijke besparing in energiegebruik was te zien. Na een jaar was het energieverbruik weer gelijk, met dank aan het reboundeffect. Een kanttekening is wel op zijn plaats: het energieverbruik steeg specifiek bij mensen met een uitbouw aan hun huis. “Deze studie suggereert niet dat efficiënter met energie omgaan niet werkt”, zei Laura Diaz Anadon, een van de co-auteurs van de studie eerder tegen The Guardian. “Het houdt het huis ook langer warm in de winter en koeler in de zomer.” En een reboundeffect geldt dus niet voor alle huizen: in vrijwel alle andere gevallen blijft nog een netto energiebesparing over. Dat blijkt ook uit onderzoek.
Of het erg is dat een reboundeffect optreedt, is maar de vraag. “Ik denk dat onze focus te veel ligt op energiebesparing. De grootste omslag is dat je van vieze naar schone energie gaat”, zegt Gerlagh. “En over het algemeen heb je een comfortverbetering in je huis, door dat je warmer kunt stoken. Dat vinden mensen gewoon prettig.”