Een hersenziekte kan het cognitief vermogen of gedrag flink aantasten. Bij muizen kun je dat nabootsen. Wat de gevolgen zijn van dat defect – of van de eventuele oplossing in de vorm van een medicijn – moet je testen. Met de Erasmusladder kun je gemakkelijk bestuderen hoe het loopgedrag van de muis verandert als gevolg van de hersenaandoening.
Omdat de genen van muizen aangepast kunnen worden om hersenziektes na te bootsen, zijn er tests nodig die de effecten van die aandoeningen – en van de medicijnen ertegen – kunnen meten. Onderzoeksconsortium NeuroBasic heeft een aantal apparaten ontwikkeld die dat onderzoek makkelijker maken. Eén voorbeeld daarvan is de ‘Erasmusladder’: een horizontale ladder met 37 paren sporten, tussen twee kooitjes. Van elke afzonderlijke trede kan de hoogte veranderd worden. Neurasmus, het neurowetenschappelijk bedrijf van de Erasmus Universiteit, ontwikkelde deze ‘cake walk’ voor muizen om met behulp van een looptest de breinfuncties te testen.
Looppatroon
Dat werkt als volgt: zet een muisje in een kooitje aan het begin van de ladder, en kijk hoe hij van de ene naar de andere kant komt. De muizen worden getraind om – zodra het signaal gaat – met constante snelheid over de ladder van het ene kooitje naar de andere te lopen. Het apparaat meet met druksensoren de snelheid, misstappen en sprongetjes. Doordat de computer alles bijhoudt, wordt de analyse van de resultaten de onderzoeker veel makkelijker gemaakt.
“Met de Erasmusladder kun je niet alleen goed het loopgedrag van een muis bestuderen, maar ook hoe een muis een nieuw looppatroon aanleert”, zegt Chris de Zeeuw, hoogleraar Neurowetenschappen aan het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam. Want verandert de onderzoeker de positie van de traptreden waardoor er een obstakel verschijnt, dan moet de muis zijn pootjes anders plaatsen om dat obstakel te omzeilen. Je kunt de muizen helpen door een geluidje te laten horen om ze te waarschuwen voor zo’n veranderde ladder. Muizen met bepaalde hersenafwijkingen hebben meer moeite om aan een nieuwe situatie te wennen.
Ook de motivatie van de dieren kun je meten. Wanneer ze hun kooitje niet uit willen komen, worden ze aangemoedigd door een zacht briesje in hun rug. Als ze de kooi juist te vroeg verlaten, krijgen ze tegenwind te verwerken.