Microfoon wil graag gehoord worden, kraakt soms, is vaak luidruchtig en vervult een belangrijke rol in samenlevingen wereldwijd. “Je zou mij kunnen zien als een voorloper van social media.”
Microfoon stond er op om in the land of the free, home of the brave af te spreken: de Verengde Staten. Een van die brave men was dominee Martin Luther King, die opkwam voor rechten van zwarte Amerikanen. Dat deed hij in de Amerikaanse hoofdstad Washington, op een plek voor het Lincoln Memorial. Hier vertelt Microfoon zijn verhaal, tussen de toeristen en dagjesmensen.
Historische speech
Vertel, waarom wilde je hier afspreken?
“Hier sprak Martin Luther King zijn historische I have a dream-speech in mij uit. Ten overstaan van zo’n 250.000 mensen maakte hij zich hard voor een gelijke benadering van blanke en zwarte mensen. Dit is misschien wel de meest historische speech ooit. Zijn toespraak staat ook symbool voor een maatschappelijke vraag: wie geef ik, als microfoon, een stem? In 1963 was dit dominee King. Helaas werd die stem gesmoord toen hij werd vermoord.”
Als ik er over nadenk ben jij op veel belangrijke plekken in de wereldgeschiedenis geweest?
“Dat klopt. Twee maanden voordat King zijn I have a dream-toespraak hield stond ik in Berlijn. John F. Kennedy zei daar dat hij ein Berliner is, terwijl hij gewoon uit Massachusetts komt. Maar goed, hij wilde waarschijnlijk laten zien dat hij de mensen steunde, nadat die stad net door de Berlijnse muur in oost en west was opgedeeld.”
Onplezierig einde
Dat waren beide mooie momenten. Heb jij je ook weleens geschaamd?
“Nou, op een gegeven moment word je ook onderdeel van onverkwikkelijke zaken. Ik ben misbruikt door nazileider Adolf Hitler en de Italiaanse dictator Benito Mussolini, twee charismatische en oorlogszuchtige ophitsers. En bij de speeches van de Cubaanse dictator Fidel Castro wil je liever ook niet zijn. Niet alleen omdat ook hij een dubieus figuur is in de wereldgeschiedenis, maar ook omdat ik steeds in slaap viel bij die ellenlange redevoeringen. Overigens is op Castro na iedereen die ik hier benoem, onplezierig aan zijn einde gekomen. Het hebben van een stem in het debat is een voorrecht, maar is ook gevaarlijk.”
Kan je ook wat minder hard praten? Iedereen kijkt naar ons.
“Excuus, ik kan er ook niet zoveel aan doen.”
Hoe zou jij je rol tegenwoordig omschrijven?
“Nog steeds is er veel aandacht voor wat er in mij wordt gezegd. De belangrijkste verandering lijkt mij de aandacht voor wíe er wat mag zeggen. Veel media letten meer op representativiteit, de mate waarin verschillende groepen uit de samenleving aan het woord komen. Denk aan zwarte mensen en vrouwen. Eenzelfde soort discussie zie je in de wetenschap, waar sommigen vinden dat het discours te veel wordt gedomineerd door wetenschappers uit Europa of de VS. Als microfoon blijf ik in deze discussies graag op de vlakte, want ik ben slechts een neutrale dienaar. Dat heeft alles te maken met de nare gebeurtenissen die ik eerder beschreef. Niet voor niets is mijn motto: don’t shoot the messenger.”