Twee eeuwen geleden werden de eerste complete reuzenreptielen gevonden aan de zuidkust van Engeland, zoals de ichthyosaurus en de plesiosaurus. Langs de Jurassic Coast worden nog steeds met regelmaat bijzondere vondsten gedaan, zoals grote schedels van de ichthyosaurus. De instabiele rotskust geeft voortdurend nieuwe fossiele schatten bloot.
De Britse zuidkust in de graafschappen Dorset en Devon is een waar fossielenmekka, met name in de wintermaanden als de regen en golven op het strand en de cliffs beuken. “Dagelijks worden er fossielen van reuzenreptielen gevonden,” vertelt Paddy Howe, als geoloog werkzaam bij het Lyme Regis Museum. “Meestal zijn het kleine stukjes bot, hele schedels en grote delen zijn zeldzamer”.
Primeur van complete reuzenreptielen
Twee eeuwen geleden vond het Engelse meisje Mary Anning de eerste (vrijwel) complete fossielen van reuzenreptielen uit het Mesozoïcum: de ichthyosaurus en de plesiosaurus. Ook vond ze er de eerste Britse pterosauriër, een vliegend reptiel. Sinds de tijd van Anning is Lyme Regis uitgegroeid tot het fossielencentrum van de Engelse zuidkust. Zowel voor (amateur-)paleontologen als in fossielen geïnteresseerde toeristen is het een populaire plek. Behalve Engelsen komen er ook veel Duitsers en Nederlanders.
Maar de belangrijkste vondsten komen niet van wetenschappers of het grote publiek, maar van – meestal lokale – commerciële fossielenjagers. In 2008 werd nog een anderhalve meter lange schedel van een ichthyosaurus gevonden, even ten oosten van Lyme Regis, die voor ca. 25.000 euro door het museum in Lyme Regis werd gekocht. Van recentere datum is een twee meter lange schedel van dezelfde soort: Temnodontosaurus platydon.
Een heel gepuzzel
“Alleen al rond Lyme Regis zijn ca. twaalf verschillende soorten van ichthyosauriërs gevonden,” vertelt Howe. “Voor de hele Jurassic Coast gaat het om een stuk of twintig soorten.” Ook wat de plesiosaurus betreft blijft het niet bij één soort. In Lyme Regis zijn drie soorten gevonden en langs de hele kust loopt het tegen de tien.
“Het is vaak een heel gepuzzel om de verschillende botjes van één exemplaar weer tot een geheel te maken,” vertelt Howe, en hij spreekt uit ervaring. In 2010 vond hij, ‘gewoon’ op het strand, bij laagwater, een botje van een plesiosaurus (Plesiosaurus dolichodeirus) dat uit de versteende kleimodder stak. De rest van het dier lag enkele meters verderop begraven.
Vóór Darwin
Mary Anning vond niet alleen de allereerste complete fossielen van zeereptielen. In een tijd, nog vóór Darwin, waarin de meeste mensen – ook wetenschappers – dachten dat de aarde slechts enkele duizenden jaren oud was en evolutie een nieuw begrip was, maakte zij gedetailleerde tekeningen van haar vondsten.
Van de kleinste botjes wist ze de diersoort te achterhalen. Zo kwam Anning als autodidact – mede dankzij alle kennis die zij van haar vader kreeg – in aanraking met wetenschappers in een tijd waarin het zeer ongebruikelijk voor iemand van haar afkomst was om de in paleontologie geïnteresseerde en welgestelde heren uit de hogere kringen persoonlijk te leren kennen en haar kennis met hen te delen.
De 19e eeuwse afbeelding hiernaast suggereert ten onrechte dat Mary Anning al het werk alleen zou hebben gedaan. Soms huurde ze een groep arbeiders in uit de lokale steengroeven om de vaak grote en zware fossielen uit te graven en te transporteren. Howe hierover: “Twee jaar geleden hebben we Annings ichthyosaurus een jaar lang in Lyme Regis geëxposeerd, maar zelfs met een groep volwassen mannen kregen we het skelet nauwelijks de trap op getild”.
Van Trias naar Krijt
Aan de hand van bepaalde soorten slangsterren uit de verzameling van Anning weten we nu dat ze ook verder naar het oosten op fossielenjacht is geweest. In 2001 kreeg de zuidkust van Devon en Dorset de status van Werelderfgoed, en wordt deze als Jurassic Coast onder de aandacht gebracht. Geologisch bestrijkt het echter veel meer tijden dan alleen de Jura; de 155 km lange kust loopt van het Trias in het westen (Orcombe Point) tot Old Harry Rocks uit het Krijt.
Snelle erosie
“Gemiddeld verdwijnt er hier één meter kust per jaar,” vertelt Howe. “De rotsen bestaan afwisselend uit kalksteen en schalies, een soort kleigesteente. Het zachtere schaliegesteente erodeert veel sneller dan kalksteen. Je kunt het zelfs met je nagels kapot drukken.” Het is dan ook dit schaliegesteente waaruit de meeste fossielen afkomstig zijn. Door de golven, vooral bij vloed en tijdens storm en regen, komen voortdurend nieuwe fossielen tevoorschijn. Toeristen zijn dan ook vrij hier fossielen te zoeken, al moeten ze bijzondere vondsten wel aan de autoriteiten rapporteren.
Beitels en spijkers
“Van een afstand zien de 19de eeuwse fossielen er wel goed uit,” vertelt Howe. “Maar als je nauwkeurig kijkt valt dat behoorlijk tegen. De botten zijn soms zelfs met beitels en spijkers uit het gesteente gehaald. In die tijd gebruikten ze nog geen zure oplossing, zoals wij dat nu doen. Zo komt het fossiel langzaam vrij, zonder dat het beschadigd raakt.”
Maar de regio rond Lyme Regis is niet alleen bekend van de vele fossiele zeereptielen. Hier is ook de Scelidosaurus Harrisoni gevonden, een dinosauriër uit de vroege Jura die tot nu toe nog nergens anders ter wereld is gevonden.
Het zijn echter niet alleen wetenschappers en fossielenzoekers die zich laten inspireren door de Jurassic Coast. Ook kunstenaars worden er door aangetrokken. De overvloed aan (afdrukken van) fossielen in brokken gesteente en het feit dat je relatief vrij bent om ze ook mee te nemen, komt ook hen goed van pas.