Kunstenaar Jasmijn Visser heeft een dingetje met landmijnen. En met conflicten. In een project over de Falklandeilanden kwamen deze twee onderwerpen samen. Het resultaat is een boek en een tentoonstelling van kaartmateriaal in het Allard Pierson Museum.
Een tentoonstelling van een paar landkaarten is niet wat de gangbare bezoeker verwacht in het Allard Pierson, het archeologiemuseum van de Universiteit van Amsterdam. De minimalistische opstelling is bedoeld als teaser voor het boek Conflict Atlas. Geopolitics and contingencies on the Malvinas – Falklands archipelago van Jasmijn Visser.
Dit boek puilt juist uit van de informatie en vormt hiermee bewust een contrast met de tentoonstelling. Het geheel kwam tot stand na een onderzoeksperiode van enkele maanden op de Falklandeilanden (Islas Malvinas in het Spaans). Hier ervoer Visser de lukraakheid van de geschiedenis van dit gebied, zoals ze zelf mooi omschrijft. NEMO Kennislink sprak zowel met Visser als met conservator Reinder Storm (Bijzondere Collecties) over de tentoonstelling.
Dansen met wetenschap
Kunstenaar Jasmijn Visser werkte voor het Falklandsproject samen met verschillende wetenschappers om conflicten op verschillende niveaus te bekijken. De Falklandoorlog in 1982, waarbij Argentinië en Groot-Brittannië vochten om deze eilandengroep, was een mooie testcase. Visser: “Dit conflict is compact en het verloop van geopolitieke conflicten en het menselijk handelen erin is daardoor makkelijker terug te volgen en te analyseren.”
Deze samenwerking met de wetenschap omschrijft Visser zelf als een dans. “Wetenschappers nemen allemaal hun eigen onderzoeksmethodes mee en als kunstenaar kijk ik weer heel anders naar conflict.” In haar boek verbindt ze de gebeurtenissen in het Falklandconflict op lokaal en globaal niveau. Voor de tentoonstelling licht ze de zes meest bijzondere verbanden uit. Deze hebben zowel iets met de Falklandeilanden te maken als met andere gebeurtenissen uit het koloniale verleden van Groot-Brittannië.
Om dit uit te kunnen beelden, dook Visser de archieven van de Bijzondere Collecties in. In de tentoonstellingsruimte heeft ze vervolgens zes kamers gemaakt waar nu kaarten te zien zijn die normaal in de archieven zouden blijven. “De Bijzondere Collecties is beroemd om zijn kaarten uit de zeventiende eeuw, maar er zijn hier zoveel juweeltjes uit latere perioden die mensen nooit te zien krijgen. Ik vond deze tentoonstelling een goede aanleiding om eens wat modernere kaarten te tonen.”
Verrast door collectie
Het resultaat is verrassend, zo verwoordt conservator Reinder Storm de keuze van Visser: “De collectie bestaat uit meer dan 100.000 kaarten en onze belangrijkste taak is ze goed te bewaren en toegankelijk te maken. Veel van de kaarten die Visser heeft geselecteerd, hebben we al decennia niet meer onder ogen gehad. Ze ging als kunstenaar echt anders door de collectie heen dan wij dat doen, ze verraste ons met onze eigen spullen.”
Een wetenschapper zal zich niet snel beperken tot enkel kaartmateriaal, maar onderzoekt een breder onderwerp. “Bijvoorbeeld de activiteiten van drukkers of de kennis die mensen in het verleden hadden over hun wereld: hoe dachten ze dat die eruitzag?” Voor wetenschappelijk onderzoek maakt het niet per se uit hoe de kaarten eruitzien, maar voor Visser wel. Zij selecteerde het materiaal voor de tentoonstelling juist heel visueel.
Verbanden leggen
In 2013 onderzocht Visser enkele maanden op de Falklandeilanden de oorsprong van het conflict om het gebied sinds de ontdekking in 1598. Het ging haar niet alleen om informatie uit lokale archieven of de interviews met bewoners die de Falklandoorlog hadden meegemaakt, maar ook om haar eigen ervaringen op het eiland. Belangrijk daarbij was het ervaren van het klimaat, dat van invloed is geweest op de geschiedenis.
“Klimaat heeft invloed op beslissingen die mensen nemen en dus over hoe de geschiedenis verloopt. Dat terwijl het klimaat geen (grote) rol speelt in geschiedenisboeken. In 1765 bijvoorbeeld, hadden zowel Groot-Brittannië als Frankrijk zich gevestigd op de Falklands, maar ze wisten niet van elkaars bestaan. Ik vroeg me af hoe dat kon. Het gebied is namelijk niet groter dan Vlaanderen! Maar toen ik er was, ervoer ik hoe heftig de wind is op de eilanden. Dat is wel een belangrijke reden waarom mensen niet zomaar op ontdekkingstocht gingen.”
De tentoonstelling is geen gewone expositie, maar een kunstwerk. Visser legt dwarsverbanden tussen infographics en kaarten uit haar conflictatlas en die uit de Bijzondere Collecties. Zo plaatst ze veertig geografische kaarten, die samen het oppervlak van de maan vormen, naast een infographic van de maaneclips uit 1982. Op het zelfde moment dat Argentinië de Falklandoorlog verloor van Groot-Brittannië en de Junta aldaar instortte, werd Argentinië overschaduwd door deze eclips. “Tegelijkertijd werd de Engelse troonopvolger prins William geboren. Dit vond ik een mooi beeld van toevallige verbindingen in de geschiedenis.”
Volgens Storm zouden conservatoren nooit dezelfde kaarten uitkiezen voor een tentoonstelling als Visser heeft gedaan. Dit omdat een kunstenaar op een andere manier een verhaal vertelt dan de wetenschap. Deze veertig maankaarten zijn daar een mooi voorbeeld van. “Wij zouden er maar één van laten zien, als illustratie bij een verhaal, in plaats van allemaal. Dat geeft een heel ander effect.”
Mijnen
Visser wil de rijkdom en complexiteit van de geschiedenis tonen met haar kunstwerk. “Neem Zimbabwe, dat is een van de zes koppelingen tussen lokale en globale geschiedenis die ik laat zien. Zimbabwanen spelen een belangrijke rol bij het ruimen van de mijnen na de Falklandoorlog. Ze hebben deze expertise vanwege het mijnenruimen in hun eigen land, dat tot 1980 een Engelse kolonie was. Ze ruimen nu dus voor hun oude onderdrukker, op een eiland waar de mijnen geen direct gevaar vormen. De mijnenvelden zijn afgeschermd door hekken, en sinds de oorlog is er alleen een enkele geit en koe ontploft. In Zimbabwe zijn de mijnen wel een direct gevaar voor de bevolking. Daar zijn mijnenruimers harder nodig, maar op de Falklands verdienen ze meer geld. Die ironie wil ik benadrukken.”
Die mijnenvelden zijn zo slecht nog niet, zo blijkt. Ze hebben een positief effect op de natuur van de Falklandeilanden. De mijnen ontploffen pas wanneer er minimaal vijftien kilo op stapt. Bedreigde pinguïnsoorten kunnen zich sinds de oorlog vrij bewegen in gebieden die voor mensen onbegaanbaar zijn. De mijnenvelden zijn getransformeerd tot pinguïnreservaten, waardoor de pinguïns daar beschutting vinden.
Als een film
Wanneer je de tentoonstellingsruimte binnenkomt, loop je eerst door een gang en vervolgens zie je witte muren met enkele kaarten in zwarte lijsten. Het idee hierachter is dat de tentoonstelling een soort film is en elke kaart een frame in die film. Visser wil zo een storyboard creëren en dit letterlijk tot leven brengen. Het idee ontstond toen Visser de gang bij de ingang van de zaal zag: het deed haar denken aan een scène uit de film Vertigo van Hitchcock. Hier volgt een man een vrouw via een donker steegje een bloemenwinkel in.
“In de tentoonstellingsruimte zijn de kleurige kaarten over Panama vergelijkbaar met de zee van licht en kleur in de bloemenwinkel uit de film.” Tot de opening van het Panamakanaal in 1914 waren de Falklandeilanden de laatste stop voor schepen om voorraden in te slaan. Het kanaal is dan ook van grote invloed geweest voor zowel de mondiale handel als voor de lokale economie van de eilanden.
Deze kaarten vormen de openingsscène in Vissers film, gevolgd door het verhaal van Zimbabwe. De maanzaal is de finale en de slotconclusie is de onafhankelijkheid van Argentinië. “De frames zijn dus letterlijk. Kunst heeft een bredere interpreteerbaarheid maar de boodschap uit het boek is belangrijk. Het toont de lukraakheid van het menselijk handelen in de geschiedenis. Bezoekers hebben de keuze om helemaal in het onderwerp te duiken met het boek in hun hand of, als ze daar geen zin in hebben, gewoon naar mooie kaarten te kijken. De tentoonstelling werkt op verschillende lagen.”