Kunstgraskorrels op sportvelden houden de gemoederen bezig; eerder schreef ik er ook al over. Nieuw onderzoek van het RIVM laat nu zien dat er wel degelijk stoffen uit de korrels naar de directe omgeving lekken en dat de normen voor bodem en waterbodem hiermee worden overschreden. Het RIVM beveelt maatregelen aan om verspreiding van de korrels te voorkomen.
Het afgelopen weekend werd er op bijna elk kunstgrasveld in Nederland over gediscussieerd: de rubberkorrels tussen de sprietjes. Sinds experts op 5 oktober 2016 in het tv-programma Zembla vertelden dat ze gevaarlijk kunnen zijn voor de gezondheid van kinderen, besloten al veel sportclubs om niet meer op deze kunstgrasvelden te spelen. Maar wat is nou eigenlijk het gevaar van die korrels?
Geen direct verband
In de Verenigde Staten en Groot Brittannië lijken keepers die op kunstgrasvelden met rubberkorrels spelen vaker lymfekanker en leukemie te krijgen. Die korrels maken fabrikanten van oude en versleten autobanden. Dit rubber bevat kankerverwekkende stoffen waaronder polycyclische aromatisch koolwaterstoffen (PAK’s). Deze PAK’s zorgen volgens enkele onderzoekers voor deze problemen, maar dat verband moet nog worden bewezen. “PAK’s veroorzaken zover we nu weten andere types kanker, dus ik zie het verband niet direct”, vertelt Martin van den Berg, hoogleraar toxicologie aan de Universiteit Utrecht. “Maar dat maakt de korrels ook niet meteen veilig omdat er nog veel meer stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid.”
De bezorgdheid van Van den Berg komt vooral door het gebrek aan goed onderzoek naar deze kunststofkorrels. “Het RIVM heeft jarenlang volgehouden dat deze korrels veilig zijn, maar het onderzoek waarop ze dat baseren kent veel beperkingen”, vertelt Van den Berg. De wetenschappers van het oorspronkelijke onderzoek maten één afbraakproduct van PAK’s in de urine van zeven volwassen voetballers, waarvan er maar vier goed bruikbaar waren. Ze concludeerden hieruit dat de sporters op een kunstgrasveld niet significant meer PAK’s binnenkregen dan anderen in het dagelijks leven. “Een studie met maar zeven proefpersonen of minder kun je niet serieus als belangrijkste uitgangspunt nemen”, zegt Van den Berg. “Bovendien reageren kinderen vaak anders op dit soort stoffen dan volwassenen.”
Harald Wychgel, woordvoerder bij het RIVM, is het eigenlijk wel met Van den Berg eens: “Wij kenden destijds ook de beperkingen van het INDUSTOX-onderzoek. Maar we bekeken toen nog veel meer onderzoeken, die te maken hadden met allerlei veiligheidsaspecten van de rubberkorrels.” In de uiteindelijke aanbevelingsbrief aan het ministerie – die je terug kunt vinden op de website van het RIVM – heeft het instituut de tekortkomingen genoemd, maar het ministerie heeft daar niks mee gedaan.
Luchtmetingen boven kunstgrasvelden
Ondanks alle ophef lijkt het recyclen van autobanden voor dit soort kunstgrasvelden in principe een goed idee, omdat je anders met stapels oud rubber blijft zitten. Bovendien maakt rubber spullen niet meteen gevaarlijk; het zit in veel meer consumentenproducten. “Het probleem is dat de overheid deze rubberkorrels niet als consumentenproduct ziet”, vertelt Van den Berg. “Ze stellen dus geen veilige norm aan de stoffen die in die korrels mogen zitten.” In andere rubber consumentenproducten voor volwassenen mag sinds eind 2015 maar maximaal één milligram PAK’s per kilo rubber zitten, voor kinderen slechts 0,5 milligram PAK’s per kilo. In de korrels op het kunstgras meten de onderzoekers PAK-gehaltes van tien tot wel honderd keer zo hoog als die norm.
Dat deze PAK’s in het rubber zitten, wil natuurlijk nog niet direct zeggen dat de korrels een gevaar opleveren. Heel veel producten bevatten in theorie gevaarlijke verbindingen, maar zolang die stoffen in het materiaal blijven zitten merk je er niets van. Pas als we de stoffen inademen, inslikken of opnemen via onze huid, kunnen er problemen ontstaan.
In het geval van PAK’s lijkt inademing niet direct een gevaar. Er bestaan wel PAK’s die uit het rubber verdampen, maar dat vormt hier niet zozeer een probleem. Bij luchtmetingen boven kunstgrasvelden in Italië en in andere landen zagen wetenschappers geen afwijkende waardes ten opzichte van normale luchtvervuiling. “In Nederland is het bovendien nog kouder en waait het meer, dus zullen de PAK’s hier nog minder lang boven het veld blijven hangen”, licht Van den Berg toe. Wel dringen de PAK’s soms via de huid ons lichaam binnen. Bij voetballers die in hun korte broek slidings maken, gebeurt dat vaak via de zwarte strepen vol PAK’s op hun huid.
Van den Berg maakt zich daarnaast zorgen om het inslikken van de bolletjes met deze PAK’s. “Als honderden voetbalschoenen over die korrels rennen, breken ze in steeds kleinere stukjes”, vertelt de toxicoloog. “Door het rennen stuiven de minuscule stukjes omhoog en komen ze zo in het lichaam van de voetballers terecht.” Eenmaal in het lichaam breken enzymen de meeste PAK’s af tot ongevaarlijke stoffen, maar dit gaat niet altijd goed. Af en toe gaat die omzetting van een aantal PAK’s toxicologisch te ver en krijgen ze meerdere zuurstofatomen ingebouwd, waardoor ze erg reactief reageren met ons DNA en dit heeft kanker als gevolg.
Afgelopen week kwamen ook de rubberen stoeptegels uit speeltuinen in opspraak omdat ze dezelfde grondstof hebben als de korrels. Maar ook in dit geval bestaat er met name voor kinderen een sterk tekort aan wetenschappelijke en toxicologisch informatie voor het gevaar van de tegels. Daarnaast maken sommige mensen zich door al dit gedoe zorgen over PAK’s in de lucht bij de snelweg. Of dat nou echt schade oplevert, kan Van den Berg niet zeggen. “We weten dat de lucht in Nederland op sommige plekken te veel fijnstof bevat. Dat bevat mogelijk ook PAK’s die van autobanden komen, maar de hoeveelheid weet ik niet precies.”
Inmiddels heeft minister Schippers het RIVM opdracht gegeven om opnieuw onderzoek te doen naar de korrels, en deze keer op grotere schaal. Wychgel: “We kijken niet alleen naar de literatuur, maar nemen ook monsters van verschillende kunstgrasvelden.” De uitkomsten van het onderzoek verschijnen eind dit jaar. Tot die tijd pleit Van den Berg ervoor om de korrels voor de zekerheid zo min mogelijk te gebruiken door kinderen en keepers. “We weten niet zeker of de korrels echt kanker veroorzaken, daarvoor dienen we nog heel lang onderzoek te doen. Maar we moeten het zekere voor het onzekere nemen. Het gehalte PAK’s in die korrels kan ongezond hoog zijn.” Wychgel blijft nog steeds overtuigd dat je op dit moment nog met een gerust hard kan blijven sporten: “Voor zover wij weten is er nu geen enkel hard wetenschappelijk bewijs dat de korrels schadelijk zijn.”