Als tiener verovert Boyan Slat de wereld met het idee om de wereldzeeën te ontdoen van plastic. Tien jaar later probeert The Ocean Cleanup met tientallen miljoenen aan donaties op zak de nautische vuilnisbelt te bestrijden.
Dat er midden op de oceaan heuse eilanden van drijvend plastic zijn is een mythe, maar toch is de totale hoeveelheid drijvend afval immens. Schattingen lopen erg uiteen, maar aan het oppervlak van de wereldzeeën zouden honderden miljoenen of zelfs enkele miljarden kilo’s plastic drijven. Dat is problematisch voor het zeeleven: dieren raken erin verstrikt of vergiftigen zichzelf wanneer ze het binnenkrijgen.
Het idee van de Delftse student Boyan Slat (zijn studie Lucht- en Ruimtevaarttechniek maakt hij uiteindelijk niet af) om dat afval op te ruimen, valt in 2013 dan ook in vruchtbare aarde. Al snel zit hij aan de tafels van tv-shows en verschijnt in de nationale en internationale pers om uit leggen wat zijn plan is. Het idee is om met lange drijvende armen het materiaal bij elkaar te ‘vegen’, het met een schip uit het water te vissen en naar wal te brengen. Datzelfde jaar ziet The Ocean Cleanup het licht. Deze stichting trekt ingenieurs aan die gaan tekenen en rekenen aan de plasticvangers. Tests op zee volgen, met steeds aangepaste prototypes, net zolang tot er daadwerkelijk plastic wordt verzameld.
In 2021 verwijdert de organisatie naar eigen zeggen 816 ton afval uit het water. Maar met de berg opgevist plastic groeit ook de kritiek op de operatie. De installaties zouden zélf ook schadelijk zijn voor het zeeleven, en de onderneming kost wel erg veel geld terwijl het slechts een klein deel van het probleem oplost. NEMO Kennislink kijkt hoe The Ocean Cleanup er tien jaar na haar start voor staat.
Pech op zee
The Ocean Cleanup is anno 2023 nog in business, mede door de tientallen miljoenen euro’s aan donaties. Op de website van het bedrijf kun je de activiteiten volgen. Naast een operatie die zich met een zeshonderd meter lange drijvende ‘veegarm’ richt op de drijvende vuilnisbelt in de Stille Oceaan zijn er ‘interceptors’ die plastic verzamelen in rivieren. Dat gebeurt in Noord- en Zuid-Amerika en op verschillende plekken in Azië. Meer systemen staan op de planning. Volgens hetzelfde dashboard zou er in totaal ruim vijf miljoen kilo afval uit oceanen en rivieren zijn gevist.
Plastic opvegen op zee blijkt uitdagend. Een honderd meter lang prototype sneuvelt al vrij snel op de Noordzee en een plasticvanger op de Stille Oceaan blijkt te langzaam door het water te bewegen waardoor het gevangen plastic weer uit de U-vormige val ontsnapt. En ook deze zeshonderd meter lange drijvende buis breekt tijdens de operatie.
Slats concept is vanaf het begin continu in beweging. Verankering van de plasticvangers op de bodem of in het diepe water blijkt gecompliceerd en duur. Momenteel worden de armen voortgetrokken door twee schepen. En waar er eerst sprake zou zijn van één drijvende arm van wel honderd kilometer lang is het idee nu om uiteindelijk tientallen kleinere armen te gebruiken.
Ingenieursmentaliteit
Wanneer de stichting in 2019 trots foto’s van hun vangst deelt met de wereld, slaan ecologen alarm. Op de foto’s is te zien dat er veel bezaantjes (drijvende kwalachtigen) tussen het plastic zitten. Ook zij worden ‘gevangen’. Het is precies waar veel wetenschappers al voor waarschuwden. The Ocean Cleanup geeft toe dat er een mogelijke impact is van hun operatie op het zeeleven, voornamelijk op soorten die zich niet of erg langzaam voortbewegen, zoals sommige vissen, schildpadden, plankton en organismen die aan het wateroppervlak leven. Veel is nog onduidelijk, maar de ingenieurs zeggen alles te zullen doen om de schade te beperken. Bovendien heeft het verwijderen van het afval volgens hen netto juist een positieve impact op het zeeleven.
Slat laat zich uitdrukkelijk níet uit het veld slaan bij tegenvallers, of het nu kapotte systemen zijn of kritiek van ecologen. Onvermoeibaar worden er oplossingen aangedragen. Juist deze ‘ingenieursmentaliteit’ baart Antonia Praetorius soms wat zorgen. Ze is universitair docent van de Universiteit van Amsterdam op het gebied van milieuchemie. “Ik vraag me wel eens af of dit echt een oplossing voor de lange termijn is of dat ze heel erg goed zijn in het vinden van antwoorden op alle kritiek die ze krijgen”, zegt ze.
Praetorius zegt dat er vanaf het begin veel discussie is geweest of de aanpak van The Ocean Cleanup de juiste is. “Het lijkt bijvoorbeeld veel effectiever om het probleem bij de bron aan te pakken, zoals bij de rivieren die steeds nieuw plastic afval naar de oceanen voeren”, zegt ze. Maar ook daarop heeft Slat inmiddels een oplossing geformuleerd. Er zijn nu meer ‘interceptors’ die plastic verzamelen in rivieren dan op zee.
Peperduur en ineffectief
Technische antwoorden zijn er genoeg en er wordt inmiddels plastic verzameld, maar is er een antwoord op de vraag wie dat allemaal betaalt? Tot nu toe drijft de onderneming op donaties. In 2021 werd er met een campagne op sociale media nog ruim 13 miljoen euro opgehaald. Slat belooft hiermee ongeveer evenveel kilo’s aan plastic uit de oceanen te halen.
Maar kun je met donaties die immense berg plastic te lijf? Dat zou volgens schattingen honderden miljarden euro’s kosten, en dan nog heb je niet alles opgeruimd. Sommigen noemen de operatie peperduur en ineffectief. Misschien kun je de vervuilers – zoals landen, bedrijven of mensen – verantwoordelijk maken voor hun afval, maar omdat het plastic grotendeels in internationale wateren drijft is dat lastig. Dat is overigens anders bij de plasticvangers op rivieren.
Vrijbrief voor vervuiling
Praetorius heeft nog een andere zorg. Volgens haar kunnen dit soort opruimacties ook uitmonden in een soort vrijbrief voor vervuiling. “Wat als mensen straks denken: ach we kunnen wel vervuilen, want we kunnen het ook opruimen”, zegt ze. “Maar feit is dat we een oplossing nodig hebben. Sommige wetenschappers gaan ervanuit dat we al voorbij het punt zijn dat we alles kunnen opruimen. Hoeveel cleanups we ook doen.”
Of het een goede strategie is of niet, Boyan Slat is in ieder geval succesvol in het op de kaart zetten van het probleem. Vrijwel iedereen heeft wel eens van de ‘plastic soep’ gehoord, en The Ocean Cleanup maakte er ook wetenschappelijk onderzoek naar mogelijk. In 2015 probeert de organisatie met tientallen schepen een accurater beeld te krijgen van het plastic in de Grote Oceaan.
Praetorius vraagt zich wel af of je onderzoek uit de koker van dit bedrijf als onafhankelijk kunt beschouwen. “Als de conclusie zou zijn dat we zo’n opruimactie niet moeten doen, zouden ze hun activiteiten dan staken?” Slat is daar zelf van overtuigd, althans, op de website van The Ocean Cleanup staat dat de organisatie zichzelf overbodig wil maken. In 2040 moet zo’n negentig procent van het drijvende oceaanplastic verwijderd zijn.