Naar de content

Kun je vooruitgang terugdraaien?

Sanne Boekel voor NEMO Kennislink

Technologieën zoals kunstmatige intelligentie lijken er vaak plotseling te zijn. Maar wat als we daar helemaal niet op zitten te wachten, kunnen we dan nog terug? Wat maakt de terugweg zo moeilijk?

15 december 2023

Op 30 november 2022 kwam de computer tot leven. Op die dag lanceerde de Amerikaanse onderneming OpenAI het programma ChatGPT dat schijnbaar moeiteloos in verschillende talen een gesprek me je aangaat, volautomatisch vloeiende teksten schrijft, relevante informatie uit enorme rapporten filtert en prima kan programmeren. Een jaar later telt ChatGPT wereldwijd 100 miljoen wekelijkse gebruikers, de waarde van OpenAI wordt op een kleine 100 miljard dollar geschat en iedere techgigant stort miljarden in vergelijkbare technologieën, niet in de laatste plaats uit angst om de boot te missen. Kunstmatige intelligentie is het absolute buzzword van het afgelopen jaar.

Een jaar na lancering telt ChatGPT wereldwijd 100 miljoen wekelijkse gebruikers.

Freepik

Het is niet alleen maar hosanna. OpenAI bleek ongevraagd het halve internet – waaronder nieuwsartikelen, boeken en sociale media – te hebben gebruikt om hun chatbot te trainen. Uitgevers slepen hun juridische messen al. En de chatbot blijkt even goed te zijn in het overtuigend verkondigen van halve waarheden en complete onzin, zonder dat de gebruiker dit kan nagaan. Volgens sommige experts staan honderden miljoenen banen op de tocht door kunstmatige intelligentie. Daarnaast zijn mensen bezorgd over de gigantische hoeveelheid energie die het trainen van kunstmatige intelligentie kost. Hoewel het niet al deze problemen oplost is er op verschillende plekken AI-regelgeving in de maak of al actief. Deze week werd bekend dat de Europese leiders het eens zijn geworden over ingrijpende maatregelen om de stormachtige opkomst van kunstmatige intelligentie in goede banen te leiden. Een beetje laat.

Nieuwe technologie lijkt ons vaak te ‘overkomen’. Het is er plotseling en terwijl de hype aanzwelt wil iedereen het proberen en er een graantje van meepikken. Daarbij speelt nieuwsgierigheid, commerciële verleiding en groepsdruk een rol. Het werpt de vraag op: wie heeft hier nu de leiding? En waarom is het zo moeilijk om technologie aan te passen of te verbannen als het er eenmaal is?

Een lange aanloop

Vera Blazevic zegt dat de introductie van ChatGPT bijzonder snel ging in vergelijking met andere technologieën. Zij is universitair hoofddocent marketing van de Radboud Universiteit en ze noemt een paar redenen dat dit de snelst groeiende app ooit kon worden. Ten eerste was er geen nieuwe infrastructuur nodig, zoals bij bijvoorbeeld telefonie. Bovendien lijkt het bij het eerste gebruik betrekkelijk ongevaarlijk. Bij het uitrollen van robots in fabrieken of zelfrijdende auto’s op straat kunnen bedrijven zich daarentegen amper fouten permitteren, iedereen ziet meteen dat dit gevaarlijk kan zijn. “Ook gebruikt ChatGPT natuurlijke taal, waar bijna iedereen mee overweg kan zonder training”, zegt Blazevic. Om te beginnen is er geen gebruiksaanwijzing nodig.

ChatGPT was er snel, maar niet opeens. Het taalmodel dat erachter steekt bouwt voort op eerdere versies die jaren bestaan. De Britse wiskundige Alan Turing sprak in de jaren 40 al over de mogelijkheid van kunstmatige intelligentie en in de jaren 60 schreven onderzoekers AI-programma’s die konden dammen.

Een kind staat voor een robot.

Robots bestaan al lang, maar hun introductie gaat relatief gestaag.

flickr.com, RISE via CC BY 2.0

Waarom zien we nu dan – na een weliswaar snelle adoptie – een nog veel snellere toename aan voorspellingen van experts die stellen dat kunstmatige intelligentie over een paar jaar de mens op veel gebieden overbodig maakt? Frank Veraart is universitair docent techniekhistorie van de Technische Universiteit Eindhoven en ziet een patroon van overspannen verwachtingen rondom nieuwe technologie. Dat heeft wellicht te maken met de investeringen die nodig zijn. “Nieuwe technologie kost veel geld, maar als je zegt dat je iets over vijftig jaar af hebt dan haken investeerders af. Veel prognoses vinden daarom binnen pakweg tien jaar plaats, ook als het in werkelijkheid wat langer kan duren”, zegt hij. Veraart noemt bijvoorbeeld kernfusie als energiebron. Al sinds de jaren 50 werken hier onderzoekers aan, en ondanks megaprojecten zoals de testreactor ITER liggen voorspellingen voor succes steevast ‘enkele tientallen jaren’ in de toekomst.

Op voorhand reguleren

Chatbots die de wereld vol spuwen met onzin, mobieltjes die permanent onze aandacht opzuigen of sociale media die breuklijnen in de samenleving verdiepen: aan vrijwel iedere technologie kleeft een schaduwzijde. Is het niet verstandig om er van meet af aan regels voor te hebben, of het op voorhand te verbieden om de mogelijke schade voor te zijn?

De reactie van techbedrijven laat zich raden. Zij zullen roepen dat je hiermee de innovatie remt of helemaal stopt. Blazevic ziet bovendien een ander probleem: technologie wordt vaak ánders gebruikt dan dat de bedenker ervan voor ogen had. Ze haalt de Amerikaanse computerpionier Ken Olson aan die in 1977 zou hebben gezegd dat er geen reden was voor iemand om een computer thuis te hebben. Hoewel die woorden iets uit hun verband lijken te zijn gerukt, zullen niet veel computerwetenschappers uit die tijd hebben voorzien dat iedereen een halve eeuw later een computer in de binnenzak heeft waarmee we ons leven bestieren. “Om wetten en regels op te stellen moet je weten hoe technologie wordt gebruikt, en dat is vaak moeilijk te voorspellen”, zegt Blazevic.

Ook schiet wetgeving geregeld tekort. Neem die vermeende rechtenschendingen van ChatGPT omdat het werd getraind met teksten geschreven door mensen. Een Amerikaanse rechter oordeelde dat er geen sprake was van zo’n rechtenschending omdat de chatbot de teksten niet precies reproduceert, zegt Blazevic. “Voor het beschermen van intellectueel eigendom dat gebruikt wordt, is deze wet in dit geval niet toereikend.”

Is de enige optie dan om ons steevast over te geven aan nieuwe technologieën, om dan achteraf scherven op te rapen en nieuwe schade te beperken met wetgeving? Er zijn volgens Veraart genoeg voorbeelden te bedenken die laten zien dat technologie niet per se iets is dat ons ‘overkomt’. “Vanaf de jaren 70 en 80 zien we allerlei maatschappelijke discussies opkomen rondom technologie, bijvoorbeeld over kernenergie en kloontechnologie (dat laatste is verboden in Nederland en veel andere landen – red.)”, zegt hij. De maatschappelijke discussie over AI is het laatste jaar weliswaar in een stroomversnelling gekomen, maar wordt in feite al veel langer gevoerd.

Wie zit er achter het stuur?

Dat betekent dat de mens er is om de maatschappij heelhuids door het technologische landschap heen te sturen, inclusief gaten in de weg en diepe ravijnen aan beide zijden. Maar zit de mens nog wel achter het stuur? Hebben wij nog controle over onze technologie, of regeert de technologie óns? Als je het Veraart vraagt dan is de mens nog steeds de baas, maar hij maakt meteen de kanttekening dat ‘de mens’ wel een erg breed begrip is. Je hebt programmeurs, ingenieurs, commerciële directeuren, juristen, wetgevers, onderzoekers en consumenten, kortom: mensen met ver uiteenlopende belangen.

Het bedrijf OpenAI zal in zijn nopjes zijn geweest met de snelheid waarmee ChatGPT zijn weg vond naar zoveel gebruikers wereldwijd, ondanks alle zorgen over misinformatie, copyright-kwesties en veiligheid van het systeem uit de rest van de wereld. Hoewel OpenAI zijn technologie onverstoord verder ontwikkelt, denkt Veraart niet dat ze bij het techbedrijf volledig blind zijn voor de negatieve kanten van hun producten. “Stel ze helpen onze samenleving de vernieling in, dan loopt dat voor hen uiteindelijk ook niet goed af. Er blijven groepen nodig die het interessant en nuttig vinden”, zegt hij.

Moeilijke weg terug

Er zijn allerlei redenen waarom technologie – als het er eenmaal is – zich moeilijk laat veranderen. Een belangrijke factor is dat gevestigde partijen veel hebben geïnvesteerd in bestaande technologie, en hun belangen zullen verdedigen. Of het nu om een verouderd en overbelast elektriciteitsnetwerk of fossiele brandstoffen gaat, een dergelijke systeemverandering gaat doorgaans traag.

Er is veel geïnvesteerd in infrastructuur, zoals het elektriciteitsnetwerk.

Freepik

En bestaande technologie verbannen? Die mogelijkheid is er altijd, volgens Veraart. Stel we zouden beginnen met de vaak verguisde sociale media, volgens sommigen de oorzaak van een ongelukkige jonge generatie, een stortvloed aan misinformatie en een polarisatie in de samenleving. “Als we vandaag allemaal ophouden met het gebruiken van sociale media dan bestaat Instagram bij wijze van spreken morgen niet meer”, zegt Veraart. “We hebben allemaal ooit ook zélf besloten om mee te doen. Iedereen kan nagaan waarom hij of zij lid werd.” Maar Veraart beaamt dat er allerlei mechanismen zijn die ons aan de sociale media houden, van het geraffineerd inspelen van de techbedrijven op onze verslavingsgevoeligheid tot aan groepsdruk.

Omdat het kan

Er is nog iets wat ons lokt naar de utopie die veel technologie ons voorspiegelt. Veel nieuwe technologie is omgeven door een wolk van positivisme, zegt Veraart. “De techniek maakt dingen gemakkelijker of efficiënter, het leven wordt mooier en de gebruiker is gelukkiger, aldus de bedenkers”, zegt hij. “Nieuwe technologie zit altijd verpakt in een verhaal, waardoor het moeilijk te weerstaan is, zelfs als het om wapentechnologie gaat: ‘Kijk, hiermee winnen we de oorlog’.”

En vergeet niet dat de mens gewoon een nieuwsgierig wezen is en graag dingen uitprobeert. “Vraag een bergbeklimmer waarom hij een berg beklimt en het antwoord zal zoiets zijn: ‘Omdat het kan’. Zo’n soort gedrevenheid zit ook in de mens als het om natuurwetenschappen en techniek gaat”, zegt Veraart. “En als de heenweg gelopen is dan blijkt de terugweg plots een stuk lastiger.”