Dun schillen, dik schillen of helemaal niet schillen? De één schilt er driftig op los tot er amper appel over is, zich zorgen makend over de bestrijdingsmiddelen. De ander vindt schillen onverstandig, want met de schil belanden veel vitamines in de gft-bak. Hoe zit het nou?
“Ja, bij het schillen van een appel verwijder je een gedeelte van de vrucht. Natuurlijk verlies je daardoor iets aan vitamines”, zegt Roy van der Ploeg, woordvoerder van het Voedingscentrum. Absoluut gezien schil je een deel van de vitamines weg als je een stuk fruit met een schilmesje te lijf gaat. Maar ‘weg’ betekent niet dat er niks overblijft: vitamines zitten, evenals vezels, ook in het vruchtvlees.
Een veelgehoorde wijsheid is dat het merendeel van de vitamines zich ophoopt in het vruchtvlees net onder de schil. Dik schillen zou daarom uit den boze zijn: daarmee gaat het beste van de vrucht verloren. Dit is echter nooit vastgesteld. “Uit wetenschappelijk onderzoek is nog maar weinig bekend over de verdeling van vitamines en andere voedingsstoffen over de vrucht,” zegt Van der Ploeg.
Vitamine A
Wel zijn er aanwijzingen dat vitamines redelijk gelijk verspreid liggen over de plant en lijkt het onwaarschijnlijk dat het merendeel van de vitamines zich net onder de schil zou ophouden. Bij groenten verraadt de kleur het al, volgens tuinbouwkundig onderzoeker Stephen Reiners van de Amerikaanse Cornell Universiteit.
In 2011 zei hij in de Amerikaanse krant The New York Times dat de diepe, oranje kleur van een wortel aangeeft dat er overal bètacaroteen aanwezig is, een voorloper van vitamine A. Zodra je de wortel schilt, is de groente nog net zo oranje als voorheen. Bètacaroteen lijkt zich dus door de hele wortel te bevinden, waardoor schillen geen substantieel vitamineverlies tot gevolg heeft. Of dat ook geldt voor andere soorten groenten en fruit is onduidelijk.
Voedingswetenschappers hebben tot zover geen overtuigende voedingskundige argumenten voor het eten van een appel met of zonder schil. Geeft de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen dan de doorslag? Ook dat niet. Wel of niet schillen heeft amper invloed op de bestrijdingsmiddelen die iemand via de voeding binnenkrijgt, volgens Van der Ploeg.
Ten eerste zijn de risico’s van de resten van bestrijdingsmiddelen die op fruit worden gevonden verwaarloosbaar klein, als ze al gevonden worden. Het merendeel van de bestrijdingsmiddelen is namelijk al afgebroken door onder andere zonlicht op het moment dat het product in de winkel ligt.
Bovendien kun je niet alle bestrijdingsmiddelen verwijderen door te schillen. Veel middelen trekken door de schil heen de hele vrucht in. Wassen verandert daar niets aan. Van der Ploeg: “Het is wel verstandig om fruit te wassen, maar vooral om het zand en stof eraf te spoelen.”
Kiwischil
“Er is eigenlijk geen reden om een appel wel te schillen, dat vertellen wij ook aan de consumenten. Als je een groente of fruit met schil kunt eten, dan moet je dat vooral doen”, aldus Van der Ploeg. Wist je trouwens dat zelfs de schil van een kiwi eetbaar is? De bruine, harige buitenkant van het groene fruit ziet er misschien niet erg aantrekkelijk uit, maar een kiwischil is waarschijnlijk net zo rijk aan vitaminen en vezels als het vruchtvlees. Ongevaarlijk bovendien: de schil bevat van zichzelf geen schadelijke stoffen.
Misschien dat wij kiwi’s en sinaasappels niet met schil en al verorberen omdat het soort vezel in fruitschillen voor onze darmen onverteerbaar is en geen energie levert. Al bevorderen de vezels wel de stoelgang. Twijfel je nog over wel of niet schillen? Gezondheidsredenen om het wel of niet te doen lijken er niet te zijn. Laat smaak dus de doorslag geven: eet je fruit zoals je het zelf het lekkerst vindt.