Bij geesteswetenschappen leer je kritisch denken en politieke mythen ontkrachten. En dat is van levensbelang, vooral tijdens heftige bezuinigingen.
Op dit moment worden de geesteswetenschappen fors gekort. Telkens wanneer dergelijke dreigingen tegen de geesteswetenschappen opduiken, moet ik denken aan een inzichtelijke passage uit ‘The question of Palestine’ van Edward Said. Hij merkte op dat de meeste Palestijnen in de jaren tachtig, ondanks de onderdrukking waar ze mee te maken hadden, wel naar de universiteit konden gaan. Maar ze werden wel systematisch geweerd van geesteswetenschappelijke studies aan Israëlische instellingen. In plaats daarvan werden ze richting technische studies geduwd.
Waarom? De geesteswetenschappen hebben de potentie om kritische alternatieven te formuleren en de status quo fundamenteel ter discussie te stellen. Veel mensen vinden deze maatschappijkritiek onwenselijk, wat de marginalisatie van de geesteswetenschappen deels verklaart.
Defensieve houding
Wat ik tijdens mijn eigen studie echter altijd jammer vond, was een bepaalde apologetische en defensieve houding in hoe we over de geesteswetenschappen spraken. We wisten vaak niet waar onze toegevoegde waarde lag en voelden constant de behoefte onze relevantie te bewijzen. Ik zei ooit tegen een cynische docent die niet helemaal geloofde in de maatschappelijke relevantie van de geschiedwetenschap: "Maar we gebruiken geschiedenis toch om politieke mythen te ontkrachten," waarop hij antwoordde: "Ze luisteren toch niet."
Als dat de houding is van sommige docenten, is het dan gek dat het zwaard van de bezuinigingen snijdt waar geen schilden of zwaarden meer over zijn?
Kortom, wij in de geesteswetenschappen hanteerden een fatalistische woordenschat om onze disciplines te verdedigen. Dit is niet geheel de schuld van de geesteswetenschappelijke instituten zelf. De afgelopen jaren werd structureel geëist dat ze de economische relevantie van geesteswetenschappelijke programma's moesten aantonen.
Kritisch denken
Veel studenten die geschiedenis gingen studeren, vroegen zich voortdurend af welke beroepsmogelijkheden hun opleiding bood. Gooi daar de bezuinigingen op de cultuursector, middelbaar onderwijs enzovoorts bovenop. Regelmatig kwamen bedrijven, overheidsinstellingen en zelfs veiligheidsdiensten ons paaien op de universiteit met alternatieve carrièremogelijkheden. Meestal waren ze alleen geïnteresseerd in onze vaardigheden, maar niet onze inhoudelijke kennis over formatie van deze instituten zelf.
Het is juist nu dus essentieel dat we de intrinsieke waarde van geesteswetenschappen krachtig blijven verdedigen!