Een spraakmakende vondst in Egypte: de 139 meter hoge piramide van Cheops blijkt een nog onbekende ruimte te bevatten. Verschillende wetenschappelijke teams deden de ontdekking door het stenen bouwwerk door te lichten met muonen, deeltjes die de aarde continue bombarderen.
De langwerpige ruimte zou minstens dertig meter lang zijn en ongeveer de doorsnede hebben van de zogenoemde grote galerij die eronder ligt, deze is een tot twee meter breed en bijna negen meter hoog. Over de precieze vorm en inhoud van de ruimte tasten de betrokken wetenschappers in het duister. Daarvoor is de gebruikte onderzoeksmethode niet precies genoeg.
De vondst is het resultaat van onderzoek dat drie teams van Japanse en Franse wetenschappers de afgelopen jaren uitvoerden. Ze gingen aan de slag met muonentomografie. Een methode die enigszins vergelijkbaar is met de manier waarop een CT-scanner op basis van röntgenstraling een driedimensionaal beeld van een patiënt maakt.
De onderzoekers gebruikten echter geen röntgenstraling maar muonen, deeltjes die in grote getale in de atmosfeer ontstaan en relatief gemakkelijk door materie heen gaan. In de jaren ’60 is ook de piramide van Chefren op deze manier onderzocht, er werden toen geen nieuwe holtes gevonden. Bij de piramide van Cheops, die ernaast staat, is nu wel succes te melden. De ontdekking van de nieuwe ruimte is deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Nature gepubliceerd.
Patiënt
De ‘patiënt’ in de scanner van de wetenschappers was de grootste piramide in Egypte, met een (huidige) hoogte van 139 meter en een basis van 230 meter. Het gevaarte werd gebouwd onder het gezag van farao Cheops (ook wel Khufu), die waarschijnlijk in de 25e of 26e eeuw voor Christus regeerde.
Bij zo’n groot en massief bouwwerk heb je weinig aan röntgenscans, de straling komt er simpelweg niet doorheen. Uitkomst bieden muonen, deeltjes die worden gevormd op het moment dat hoogenergetische kosmische deeltjes de aarde bereiken en botsen met de atmosfeer. Materie laat een groot deel maar niet álle muonen door, en zo konden de wetenschappers het gebruiken als een maat voor de hoeveelheid steen tussen hun detectoren en de atmosfeer.
In feite waren de wetenschappers op zoek naar aanwijzingen over de bouwmethode van de piramide. Op verschillende strategische plekken buiten en binnen de piramide, waaronder de Koningskamer, plaatsten ze muondetectoren. Dat zijn een soort fotografische platen die sporen van muonen vastleggen op het moment dat de deeltjes er doorheen schieten. De metingen (die maanden duurden) legden niet alleen de bekende ruimtes bloot, maar ook een nieuwe langwerpige ruimte die boven de galerij ligt. Overigens kunnen het ook verschillende kleine ruimtes zijn, de detectiemethode is momenteel niet gevoelig genoeg om de precieze vorm van de ruimte te bepalen.
Verwachtingen temperen
Is het nu tijd om Indiana Jones te bellen en de nieuwe ruimte(s) te verkennen? Voorlopig worden er geen pogingen ondernomen om de ruimte te bezoeken. In een volgende stap hopen de wetenschappers een preciezere kaart te krijgen van de holte te krijgen, ook op basis van muonentomografie.
Hoe leuk het ook is om te speculeren over de spectaculaire inhoud of de intrigerende functie van de nieuwe ruimte: archeologen en historici temperen de verwachtingen. Het zou goed een uitsparing kunnen zijn, die de bouwers van de piramide achterlieten om de druk op de ruimte eronder te verlagen. Maar hoe je ook wendt of keert: de 4500 jaar oude piramide houdt onderzoekers nog jaren zoet.