Naar de content

‘Klassieke teksten bekijken met de ogen van nu’

Een lezing van classicus David Rijser

Wikimedia Commons, Freud, CC BY-SA 3.0

De oudheid werkt nog door tot in onze tijd. Bijvoorbeeld in tv-series als The Sopranos en een recente toespraak van politicus Thierry Baudet in de Tweede Kamer, stelt universitair docent David Rijser tijdens een avondcollege over de kracht van de mythen. Volgens hem bieden klassieke teksten nog steeds interessante inzichten.

28 april 2017

Waarom zouden we nog teksten lezen die duizenden jaren geleden zijn geschreven? “Ze bieden nog altijd wat nieuws. Daarom kunnen we de klassieke verhalen nog steeds niet met rust laten”, stelt David Rijser van de Universiteit van Amsterdam tijdens zijn college Van Ovidius tot The Sopranos. “Je neemt altijd jezelf mee bij het bestuderen van klassieke mythen, want je kunt jezelf nu eenmaal niet compleet wegcijferen. Daarom is het mogelijk om nieuwe interpretaties te halen uit teksten van tweeduizend jaar oud: er heeft nog nooit iemand met jouw ogen naar gekeken.”

Op een doordeweekse avond zit het zaaltje vol met jonge mensen die komen voor een ontspannen avondje uit. Een avondje uit voor hun brein welteverstaan, want bij de avondcolleges van de College-Club staat het vergroten van de algemene kennis centraal. Het is de tweede van een tweedelige reeks getiteld: De kracht van de mythen, die in gaat op de vraag waarom we de werken uit de klassieke oudheid nog zouden lezen.

Tegenwoordig staat bij analyses van teksten, de manier hoe ze in ontvangst worden genomen veel meer centraal dan de teksten zelf, vertelt Rijser. Dat is de kern van de receptie-theorie: teksten en beelden kunnen meerdere betekenissen hebben, maar hoe ontvangt het publiek die? En hoe keken mensen ernaar in het verleden? Volgens Rijser verandert cultureel erfgoed, zoals de klassieke teksten, vaak zodra het wordt doorgegeven. Dat maakt dat een interpretatie van een tekst vaak een interpretatie van een interpretatie is.

Cicero alom

Rijser hangt zijn verhaal op aan de Catilinarische redevoeringen van de Romeinse politicus en redenaar Cicero. “Bijna niets uit die tijd is zo goed bewaard gebleven als de werken van Cicero, en dat zijn er ook nog eens ontzettend veel. Dat is natuurlijk erg mooi, maar ook enigszins problematisch. Want dat geeft een vertekend beeld.”

Telkens weer

Veel van wat Rijser in zijn presentatie vertelt, komt ook terug in zijn boek ‘Een telkens nieuwe Oudheid’, dat net in paperback is verschenen. Hierin onderzoekt Rijser diverse aspecten van de hedendaagse cultuur en hun verbintenis met het klassieke verleden.

Een telkens nieuwe Oudheid. Of: Hoe Tiberius in New Jersey belandde. - David Rijser
Een telkens nieuwe Oudheid. Of: Hoe Tiberius in New Jersey belandde. - David Rijser Een telkens nieuwe Oudheid, Amsterdam University Press

De Catilinarische redevoeringen zijn een reeks aanklachten van Cicero tegen Catilina. Cicero was op dat moment een van de twee consuls van Rome, de hoogste functie van de stad. Hij beweerde dat Catilina een staatsgreep wilde plegen. Maar Catilina’s reacties zijn niet bewaard gebleven en daardoor kan je zeggen dat hij zich tegenwoordig niet meer kan verdedigen. Er zijn uit veel latere tijden wel enkele Italiaanse teksten die Catilina in een positief daglicht plaatsen, maar die zijn niet zo bekend en nauwelijks toegankelijk. Over het algemeen hebben juist de Latijnse teksten, en dus het standpunt van Cicero, de overhand gekregen.

Dat klassieke teksten doorwerken in andere tijden kun je duidelijk zien als je weet waar je moet kijken, volgens Rijser. Zo hebben de gezagsstructuren van de maffiafamilie in de tv-serie The Sopranos duidelijke overeenkomsten met die uit het Romeinse Rijk, in de vorm van zogenoemde patronage-cliëntele structuren. Hierbij trad een welgesteld persoon op als een soort ‘beschermer’ voor zijn hiërarchisch lager geplaatste cliënt. De cliënt verleende hiervoor een verscheidenheid aan diensten.

Rijser wijst er bevlogen op hoe ook de Catilinarische redevoeringen terug te vinden zijn in andere tijden. Hij vertelt over het conflict tussen de Pazzi familie en de Medici familie in het Florence van de Renaissance en hoe het verrassend overeenkomt met de onenigheid tussen Catilina en Cicero veel eerder. Catilina en Cicero waren ooit partijgenoten in de Romeinse politiek, en de Pazzi’s en de Medici’s waren ooit goed bevriend. Maar zowel Catilina als de Pazzi familie zijn later beschuldigd van poging tot moord op respectievelijk Cicero en de Medici’s.

Latijn voor de elite

Het meest recente voorbeeld komt uit de Tweede Kamer waar politicus Thierry Baudet zijn toespraak onlangs in het Latijn hield. Baudet baseerde het begin op Cicero’s eerste redevoering tegen Catilina. Rijser legt de toespraak van Baudet naast het origineel van Cicero en loopt het stap voor stap met de zaal door. Hij wijst wat grammaticale fouten aan, maar zijn belangrijkste bezwaar is dat Baudet Cicero zo oppervlakkig gebruikt.

De situaties zijn totaal verschillend. Rijser beeldt het uit: hij loopt heen en weer, maakt drukke armbewegingen, verheft zijn stem en doet zo Cicero na. Cicero deed niet aan rustige redevoeringen zoals die in de Tweede Kamer gewoon zijn. “Hij had de menigte achter zich en richtte zich in zijn toespraak tot de eenzame buitenstaander Catilina. Baudet staat hier echter rustig, als buitenstaander, en richt zich tot de menigte van de Kamer, zijn collega’s. Als Baudet ook maar een paar zinnen verder had gelezen had hij kunnen zien dat zijn gekozen passage eigenlijk niet goed past bij wat hij over wilt brengen”, meent Rijser. Waar Cicero een aanklacht hield tegen één persoon, houdt Baudet een verhaal om zijn toehoorders juist te imponeren.

Thierry Baudet spreekt de Tweede Kamer toe in het Latijn tijdens zijn maiden-speech. NPO Politiek Live

“Waarschijnlijk is Baudet van mening dat het Latijn thuishoort in de Tweede Kamer”, oppert Rijser, “Als het ware om het intellectuele niveau op te halen. Dat werkt natuurlijk erg autoritair, want al tijden is het Latijn iets van de elite. Dat zou inmiddels wel eens anders mogen zijn.”

ReactiesReageer