Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Kiezen voor het brein

Pixabay CC0

De ‘juiste’ studie kiezen is niet makkelijk. Moet je iets kiezen waar je goed in was op de middelbare school? Of moet je een studie kiezen die je gewoon interessant lijkt? Ook bij mij spookten deze vragen door mijn hoofd toen ik moest kiezen wat ik ging studeren. Hier vertel ik over mijn reis van middelbare scholier tot PhD-student!

12 april 2018

Soms hoor je van mensen dat ze al van jongs af aan wisten wat ze wilden worden: advocaat, politieagent, of leraar. Ik was absoluut niet zo iemand. Vroeger was ik namelijk vooral bezig met iets anders: (beach)volleyballen. Al sinds mijn zesde deed ik niets liever dan zoveel mogelijk volleyballen en had grootse sportieve ambities voor de toekomst. Het liefst wilde ik topsporter worden. Maar tegen het einde van de middelbare school werd het pijnlijk duidelijk dat ik die droom waarschijnlijk nooit zou vervullen – voor de echte top miste ik toch wat talent. (En lengte! Met mijn 1.80 meter was ik altijd een van de kleinsten). Toen realiseerde ik me dat ik toch echt moest gaan nadenken over welke studie ik wilde gaan doen…

Vroeger was ik vooral bezig met (beach)volleyballen.

Lukas Snoek voor NEMO Kennislink

USA

Halverwege de zesde klas, terwijl ik druk bezig was met mezelf oriënteren op verschillende studies, hoorde ik via via over de mogelijkheid voor uitwisselingen met Amerikaanse universiteiten, waarbij je ook kon sporten voor het universiteitsteam. Dit leek me een mooie manier om mijn sportieve carrière toch nog eventjes door te zetten en mijn studiekeuze iets uit te stellen. En zo geschiedde.

Al sinds mijn zesde deed ik niets liever dan zoveel mogelijk volleyballen en had grootse sportieve ambities voor de toekomst.

 Lukas Snoek voor NEMO Kennislink

Ik ging naar Santa Barbara, Californië, om een jaar in het collegeteam te volleyballen en wat vakken te volgen. Wat leuk is aan Amerikaanse universiteiten is dat je in eerste instantie niet een specifieke studierichting kiest en dat je de eerste paar jaar op de universiteit eigenlijk heel vrij bent in de vakken die je kiest. Ik volgde bijvoorbeeld in dat jaar hele verschillende vakken: van fysiotherapie tot astronomie, en van psychologie tot Spaans. Hoewel ik eigenlijk alle vakken hartstikke leuk en interessant vond, hielp het me niet echt in mijn studiekeuze – ik wist het nog steeds niet!

Er was een terugkerend thema binnen mijn interesses: het brein, waardoor ik uiteindelijk koos voor de onderzoeksmaster psychologie met als specialisatie ‘brain and cognition’

 Pixabay CC0

University college

Eenmaal terug in Nederland besloot ik me aan te melden voor de studie ‘liberal arts and sciences’ aan Amsterdam University College. Dit soort studies biedt studenten de mogelijkheid om, net zoals ik in Amerika had gedaan, vakken te kiezen uit verschillende vakgebieden. Ik begon met het vak ‘De geschiedenis van de economie’, maar mijn interesses wijdden al snel uit naar psychologie, filosofie, neurowetenschappen, en – dit had ik nooit verwacht – statistiek.

Ik kwam erachter dat mijn ‘probleem’ niet een tekort aan interesses was, maar een overschot! Toch was er een terugkerend thema binnen mijn interesses: het brein, waardoor ik uiteindelijk koos voor de onderzoeksmaster psychologie met als specialisatie ‘brain and cognition’. Voor mij waren de (cognitieve) neurowetenschappen een ideaal studieveld voor iemand met een brede interesse, omdat verschillende vakgebieden erin samenkomen (zoals psychologie, biologie, en filosofie). Daarom koos ik voor de onderzoeksmaster psychologie met als specialisatie ‘brain and cognition’ (cognitieve neurowetenschappen).

PhD

Uiteindelijk ben ik doorgegaan vanuit mijn master met een PhD, maar zoals je hebt kunnen lezen was dit niet vanzelfsprekend! Ik ben ontzettend blij dat ik in mijn PhD-onderzoek eigenlijk mijn diverse interesses kan samenvoegen – psychologisch onderzoek vanuit het brein met de nodige dosis statistiek en filosofie! Vanwege mijn ervaring denk ik daarom ook dat je niet per se een interesse hoeft te hebben voor de ‘juiste’ studiekeuze.

Ik zou daarom ook scholieren die verschillende interesses hebben, aanraden om zich te oriënteren op studies die juist gericht zijn op verschillende disciplines. University colleges zijn een (steeds populairder wordende) optie, maar je hebt ook andere soortgelijke studies (zoals Beta Gamma aan de Universiteit van Amsterdam). En zo ontdek je misschien, net als ik, waar je interesses liggen.

ReactiesReageer
Serie: Slimme studiekeuze
Huidige publicatie