Een volledig CO2-neutrale elektriciteitsproductie vanaf 2040. Om dat te bereiken wil het kabinet uitbreiden met nog twee of drie extra kerncentrales in Nederland. Waar gaan we die neerzetten?
Hoe, waar, of wat weet het kabinet nog niet, maar dat er nieuwe kerncentrales moeten komen in Nederland, staat voor de regering als een paal boven water. Kerncentrales produceren immers veel energie en gaan met erg weinig broeikasgasuitstoot gepaard. De vraag is ook niet meer of het wel veilig is en wat het gaat kosten, maar vooral: waar moeten die centrales – minimaal twee, wellicht nog meer – komen te staan? Het kabinet heeft momenteel vier mogelijke locaties op het oog: Borssele/Vlissingen, Eemshaven, Terneuzen en de Maasvlakte. We zetten de vier belangrijkste locatievereisten - ruimte, koelwater, draagvlak en een goede netverbinding - hier op een rij.
Ruimte
De gemeente Borssele bereidt zich er al op voor. De gemeente met de enige Nederlandse kerncentrale moet, als alles doorgaat, ruimte maken voor nog twee centrales, vergelijkbaar met Hinkley Point C in het Verenigd Koninkrijk. Dat is een kerncentrale met twee reactoren met een totaalvermogen van 3200 MW, ongeveer zes keer zo krachtig als de huidige Zeelandse centrale en genoeg voor de elektriciteitsvoorziening van zo’n zes miljoen huishoudens. Het project ging acht jaar geleden van start dichtbij het plaatsje Cannington, in Zuidwest Engeland.
— Jan-Leen Kloosterman
Stedenbouwkundige Kees Thielen woont op acht kilometer afstand van de Zeelandse locatie en verdiepte zich als belanghebbende in de ruimtelijke vereisten van het project in het Sloegebied bij Borssele. Al snel concludeerde hij dat het begrip ‘kerncentrale’ behoorlijk veel meer omvat dan het gedeelte waar de splijting van uranium plaatsvindt. “Er moeten bijvoorbeeld een waterstoffabriek komen, een hoogspanningsstation, parkeerplaatsen en ga zo maar door.” Al met al, ontdekte Thielen, vergt de bouwfase in Hinkley Point een oppervlak van ongeveer 175 hectare. “Op het huidige terrein van EPZ is maar 40 hectare vrij beschikbaar.”

De Britse kerncentrale Hinkley Point C.
gov.uk, United Kingdom Open Government Licence 3.0 via Wikimedia CommonsOok hoogleraar Jan-Leen Kloosterman, reactorexpert aan de TU Delft, denkt dat de bouwfase van een kernreactor veel ruimte vereist. “Er worden betonfabrieken gebouwd om heel veel beton te kunnen maken ter plekke. Je hebt veel ruimte nodig voor materiaalopslag, loodsen waar onderdelen worden gebouwd en heel veel tijdelijke huisvesting voor personeel. Dat is eerder een beperkende factor voor de verschillende locaties dan de ruimte van de centrale zelf.”
Voor de bouw van de Engelse centrale werken continu ongeveer 6000 mensen op locatie. Uitgaande van achturige werkdagen betekent dit dat zeker 18.000 mensen betrokken zijn bij de bouw (ter vergelijking: de gemeente Borssele heeft 23.000 inwoners). En dan niet voor maar een paar weken, maar jarenlang. Thielen rekent voor dat hier snel 13.000 woningen voor gebouwd moeten worden.
Koelwater
In een kerncentrale leidt kernsplitsing tot hitte. Hete stoom drijft vervolgens een turbine aan die elektriciteit opwekt. Omdat slechts ruim een derde van de hitte wordt omgezet, is er veel koelwater nodig om te voorkomen dat de resterende energie de boel oververhit. Vandaar dat veel kerncentrales aan de rand van het water staan.
De kerncentrale in Borssele geeft ongeveer tien kuub warm water per seconde af. Dat koelwater verdwijnt in de Westerschelde, dat aan de oppervlakte opwarmt tot een graad of twintig, zegt Kloosterman. “Als de nieuwe centrales erbij komen, wordt dat vier tot zes keer zoveel.” Dat koelwater is niet echt geschikt voor andere zaken, zoals het opwarmen van huizen. Dat komt onder meer doordat het koelwater na gebruik niet warm genoeg is voor stadverwarming. In de zomer is er te weinig vraag naar restwarmte en bovendien liggen de woningen vaak net te ver af van de centrale.
Milieuorganisaties maken zich hier zorgen om, zegt kernfysicus Bernard ter Haar, voorzitter van het expertteam Energiesysteem 2050. Het expertteam kreeg in 2022 de opdracht van toenmalig minister Rob Jetten om een nationaal duurzaam energieplan voor 2050 te schetsen. Kernenergie speelde in dit plan nauwelijks een rol. “De Belgische kerncentrales van Doel lozen ook in de Schelde”, licht Ter Haar toe. “Dat is een Natura 2000-gebied. Door de klimaatverandering hebben die nu al af en toe problemen in de zomer, omdat het oppervlaktewater te warm wordt. Ze hebben al een paar keer op halve kracht moeten werken, omdat ze de milieuregels anders overtraden.”
Ook voor de Schelde ter hoogte van Terneuzen gelden strikte milieuregels, net als voor de Waddenzee waar een eventuele kernreactor in Eemshaven zijn koelwater zou lozen. De Maasvlakte 1 en 2 zijn industrie- en havengebieden. Ook daar moeten de huidige kolencentrales zich echter houden aan strikte regels voor lozingen vanwege omringende natuurgebieden, zoals de Voordelta en de Noordzeekustzone. In plaats van het koelwater te lozen, kan het ook gekoeld worden in hoge koeltorens. Voor het milieu is dit niet belastend, maar omwonenden ervaren het vaak wel als horizonvervuiling.
Goede netverbinding
Een kerncentrale die op volle kracht produceert, moet de elektriciteit wel kwijt kunnen aan een robuust netwerk. Het Nederlandse netwerk laat echter nogal wat te wensen over. Maar tegen de tijd dat de kerncentrales af zijn, kan de situatie alweer zijn verbeterd. Verder zijn er kabels nodig vanaf de kerncentrales naar de gebruikers. Daar ziet Ter Haar wel wat problemen. “In de buurt van Borssele is niet zoveel vraag naar elektriciteit, terwijl het aanbod erg groot zal zijn – ook vanwege windmolenparken. Dat moet allemaal het land in. Dan scheelt het wel of je twintig kilometer kabel nodig hebt, of tweehonderd.”
De grootste vraag naar de stroom ligt een stuk landinwaarts, in de Randstad. Ook de zware industrie, zoals Tata Steel, zou wel een kerncentrale in de buurt kunnen gebruiken. “Een centrale naast Tata Steel zou veel makkelijker zijn: dan heb je een heel korte kabel nodig”, zegt Ter Haar. “En als Tata Steel gaat vergroenen, heeft het natuurlijk continu stroom nodig. Alleen kost een centrale vele miljarden. Dat gaan ze natuurlijk niet betalen.”
Kloosterman denkt dat de afstand tussen de kerncentrales en de stroomverbruikers ook op andere manieren te overbruggen is. “Als er geen goede netverbinding is tussen de kerncentrales en de industriële grootverbruikers, zou je ook een waterstofcentrale in Borssele kunnen bouwen. Dan gebruik je de elektriciteit ter plekke om met elektrolyse waterstof te maken.”

De kerncentrale in Borssele.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, CC-by-sa 4.0Kloosterman: “In Nederland kijken we momenteel heel erg naar hoe we industriële processen kunnen omzetten van fossiel naar waterstof. Het is de verwachting dat we, als we in 2050 echt CO2-vrij willen zijn, drie keer zoveel elektriciteit gaan gebruiken als nu. Naast de productie van elektriciteit met zon en wind zullen we ook nog veel waterstof of andere synthetische brandstoffen moeten importeren. Daar zouden dus die kerncentrales ook een gat kunnen opvullen.”
Draagvlak
Een vierde belangrijke voorwaarde voor succes van het project: mensen moeten het willen. “Vooral de lokale gemeenschap moet het ondersteunen”, zegt Ter Haar. “Dat geldt bij alle industrieën, maar bij kernenergie zijn de discussies nog wat scherper. Er zijn voordelen, bijvoorbeeld dat het goed betaalde werkgelegenheid oplevert, maar tijdens de bouw zal er ook overlast zijn. Dat is iets waar mensen rekening mee moeten houden.”
De vier genoemde locaties verschillen wat dat betreft sterk van elkaar. Waar Zeeland vooralsnog uitkijkt naar de groeimogelijkheden die de kerncentrales kunnen opleveren, reageren de Groningers, nog getraumatiseerd door de aardbevingen, ronduit negatief. Wat volgens Ter Haar ook kan meespelen, is dat de gebieden die geschikt zijn voor de plaatsing van kerncentrales typisch dunbevolkt zijn. Daardoor is de grote energievraag bijna altijd elders.
Ter Haar: “Het gevaar is dat de nieuwe kerncentrale in Borssele vooral voor België gaat draaien. Groningen heeft hetzelfde probleem. Het is natuurlijk heel raar dat Duitsland alle kerncentrales sluit en dat wij nieuwe gaan bouwen. Dat is maatschappelijk wel lastig.” Bestuurders doen er daarom goed aan de wensen en verwachtingen van de omwonenden serieus te nemen. “Als mensen in het verweer komen, levert dat allemaal rechtszaken op. Dat schiet niet op natuurlijk.”