De vraag wat je wilt worden levert vaak de nodige keuzestress op. Maar met de pragmatische tips van Julian Schaap hoeft dat niet. Hij pleit voor een intrinsiek gemotiveerde studiekeuze, zonder uit te weiden over ‘kiezen met je hart’ en ‘denken aan je baankansen’ zodat je straks (of nu) niet verveeld in de collegebanken hangt.
Een prachtige studie kiezen, je op een carrière storten, trouwen met de ware, een gezin beginnen – het rijtje met Echt-Belangrijke-Keuzes in het leven is voor de meeste mensen niet zo heel lang. Vroeger, om even een nostalgische toon aan te slaan, maakte je die keuzes in heel snelle opeenvolging kort na je entree in het volwassen leven (of eigenlijk – zeker in het geval van vrouwen – werden die keuzes voor je gemaakt). Gelukkig is er een hoop veranderd.
Want ja, is het heel verstandig om op zo’n jonge leeftijd met je buurmeisje/jongen te gaan trouwen en op driehoog-achter een groot gezin te stichten? Doorgaans niet, zo zullen veel ouderen je nu vertellen. Terwijl mensen steeds later trouwen (als ze dat al doen) en kinderen krijgen (als ze dat al doen, kunnen of nog op tijd zijn), is het punt waarop je die o-zo-belangrijke studie kiest nauwelijks van positie veranderd in de levensloop.
Sterker nog, doordat er al vroeg in de middelbare schoolcarrière moet worden gekozen voor een bepaald profiel, maak je die keuze impliciet al niet heel lang nadat je beseft dat WhatsApp echt cooler is dan Lego, Barbies of paardrijden. Zonder direct in te gaan of dat nu zonder risico’s is (nee), moeten we de feiten onder ogen zien en werken met wat we hebben: je moet gewoon een studie kiezen.
In bandjes spelen
Hoe dan? Met die vraag worstelde ik ook toen ik op de Havo zat (Cultuur en Maatschappij, destijds ook wel ‘het pretpakket’). Eigenlijk wilde ik alleen maar naar bandjes luisteren, bandjes kijken en in bandjes spelen. Gelukkig had ik een professioneel musicerende vader die me er zo nu en dan op wees dat – zonder mijn interesse in muziek in de kiem te smoren – dit zelden een voedingsbodem is voor een glansrijke carrière.
Toen ik met een diploma in de hand de school verliet was mijn eerste idee dus om dit advies te negeren en een gooi te doen naar een leven in de muziek.
Snel kwam ik tot de conclusie dat dit niet ging werken (het duurde niet langer dan een zomer), waardoor ik alle deadlines voor inschrijvingen had gemist – ik moest aan het werk. Dus werken deed ik: bij een pallethandel pallets repareren. Daarna bij een kantoorbenodigdhedenhandel, dagenlang kopiëren in de copy shop, daarna ouderen helpen in de thuiszorg.
Ondertussen studeerden mijn vrienden, direct doorgestoomd vanaf de middelbare school in studies waarvan ze niet zeker wisten of het wel wat voor ze was. Natuurlijk wist ik ergens dat ik me ook zou gaan inschrijven voor een studie (onthoud: DUOs basisbeurs bestond nog gewoon), maar de twijfel of mijn keuze om te gaan werken wel verstandig was, was zo goed als weg.
Hard werken
Ik leerde ontzettend veel: samenwerken, elkaar helpen, begrijpen hoe organisaties werken en, vooral, vroeg opstaan. Maar bovenal leerde ik dat ik dit werk niet mijn hele leven wilde doen. Toen ik me uiteindelijk inschreef voor een HBO studie en daarna met propedeuse op zak de universiteit betrad, wist ik een aantal fundamentele dingen heel zeker: geschiedenis studeren is wat ik graag wil. Immers, van jongs af aan was ik gefascineerd door geschiedenis en dat bleef ik tijdens mijn ‘werkjaren’ ook. En als ik die fascinatie wilde behouden moest ik me daarvoor inzetten.
Maakte ik me zorgen over mijn toekomst? Nee, want ik had het fulltime werkende leven kort aan den lijve kunnen ondervinden en beseft dat – ondanks dat ik het heus wel naar mijn zin had – dit voor mij geen optie voor de lange termijn was. Door die levenslessen en opgebouwde intrinsieke motivatie om te willen studeren herkende ik mijn twijfelende, zoekende voormalige zelf helemaal niet meer. Je kon me zowaar volwassen noemen, klaar voor een keuze zo belangrijk als De Studie. Alle daaropvolgende keuzes, zoals die voor de Research Master Sociology of Culture, Media and the Arts, waren gemakkelijk om te maken nadat ik tijdens mijn studie interesse kreeg in een wetenschappelijke carrière.
Weg keuzestress
Mocht je al sinds je kindertijd weten dat je politieagent, piloot of microbioloog wil worden dan is mijn tip natuurlijk niet voor jou (te gek, geniet ervan – er is nog genoeg in het leven om eindeloos over te twijfelen!) Maar ik denk dat voor veel studiekeuzestress verholpen kan worden door gewoon eens wat afstand te nemen van het leren en studeren. Zeker nu je niet meer jarenlang ronddolend van studie naar studie kan hoppen. Althans, afstand nemen van het leren in de school/collegebanken.
Want wat ik leerde bij de pallethandel, in de copyshop en bij de thuiszorg komt nog steeds van pas. En nee (deze is voor de angstige ouders), geld verdienen met je baantje is echt niet interessant genoeg om niet meer te gaan studeren (tenzij je ineens een prachtige carrière opbouwt, maar waarom zou je dan überhaupt gaan studeren?). Als je houdt van leren en een vak eigen wilt maken dan komt die studie heus wel, wetende dat je een keuze maakt gestoeld op ervaring, praktijkkennis en – misschien wel het allerbelangrijkste – leren wat je niet wil doen. Op dezelfde manier leer je immers ook wie je later ten huwelijk gaat vragen.