In The New Common, een boek van Tilburg University, staat de vraag centraal of de pandemie kan leiden tot een ‘nieuw samen’ dat beter is voor mens, maatschappij en planeet. Het levert rijke inzichten op, maar mag ook nog een stap verder.
Biedt de coronapandemie ook een kans op een nieuwe samenleving, één die beter opgewassen is tegen de bedreigingen van deze tijd? Het is een vraag die al vaak is gesteld, bijvoorbeeld door de World Economic Forum onder de naam The Great Reset. Het is op sociale media zelfs alweer verdacht gemaakt, in de meer samenzweringsachtige hoek: zie je wel, de hele pandemie is een manier om van bovenaf een nieuwe bestuurscultuur op te leggen, en ons in een keurslijf te dwingen.
En hoe absurd die constatering ook is, ergens schuilt er wel een waarheid in. De coronapandemie, dit is ook al vaker gezegd, is een voorbode van nog veel grotere bedreigingen. Nieuwe pandemieën bijvoorbeeld – door verschraling van biodiversiteit en ontbossing is het beslist niet ondenkbaar dat nieuwe virussen van dier op mens overspringen. Of de klimaatcrisis, die feitelijk om een nieuw economisch en politiek systeem vraagt, inclusief een nieuwe levensstijl. Daar dreigt het gevaar dat als ‘we’ als samenleving niet een manier vinden om onszelf opnieuw uit te vinden, dit van bovenaf zal worden opgelegd. Deze pandemie toont wel aan dat populisten dat beslist aangrijpen om twijfel en woede te zaaien over de maatregelen als een bedreiging voor onze vrijheid.
Verandering vanuit de samenleving
Maar hoe vinden we onszelf opnieuw uit? Een vraag die al moeilijk genoeg is om te beantwoorden – en nog moeilijker wordt het, als je je bedenkt dat deze en komende bedreigingen om een globale aanpak vragen. Kijk alleen al naar de distributie van vaccins: die is globaal volstrekt oneerlijk. Maar deze crisis – en de komende al helemaal – is een zero sum game: we zitten er samen in.
Daarom is het initiatief van Tilburg University om diverse wetenschappelijke inzichten samen te bundelen onder de titel The new common zo interessant. In het voorwoord van het als pdf te downloaden boek, met daarin bijdragen van ruim dertig wetenschappers, lezen we dat the new common verwijst naar een gezamenlijke ruimte in St. James Town in Toronto. Een ruimte die moet dienen voor het algemene belang. Precies dat is ook de insteek van het boek: het delen van wetenschappelijke inzichten om gezamenlijk te kunnen werken aan betere relaties, diversiteit en creativiteit.
Nu is het woord common al enige tijd in zwang als een antwoord op het hyper-individualistische tijdvak waarin we nu leven. Dat klinkt idealistisch – en de vraag is of universiteiten zich met idealisme moeten bezighouden. Maar is het niet óók een taak van een universiteit, zeker eentje die is gericht op mens- en maatschappijwetenschappen, om de samenleving de mogelijkheid van een nieuw begin te bieden? Mits wetenschappelijk onderbouwd natuurlijk. En de kracht van het boek is dat het uitgaat van een weerbare samenleving, die zelf in staat is te veranderen, en ook in een tijd van crisis constructief bouwt aan een betere toekomst. We moeten wegblijven van crisismanagement, omdat daarin verworvenheden waarvan we liever géén afscheid willen nemen, zoals individuele rechten, op het spel staan. Zo lezen we meerdere bijdragen die kritisch zijn over ‘technological fix’: probleemoplossing door techniek. ‘There is an app for that’ – een grondhouding die we bij vicepremier Hugo de Jonge nog wel eens aantroffen.
Individuele kwetsbaarheid
Het boek biedt een breed scala aan inspiratie, uiteraard economie en politiek – maar ook literatuurwetenschappen, theologie en filosofie. De onderwerpen variëren van ouderenzorg tot technologie, van milieu tot gezondheid. Dat is misschien ook de enige zwakte. Ja, mooi dat het bij elkaar staat. Bijzonder bijvoorbeeld om in de bijdrage van theologen Frank Bosman en Archibald van Wieringen te lezen over de religieuze dimensie van de crisis – de behoefte om toch iets of iemand de schuld te geven. Maar er is een volgende stap nodig, op z’n minst een gids die dwarsverbanden legt. Misschien dat dit online (zie de bijbehorende website) nog verder wordt uitgewerkt.
Toch is er wel één dwarsdoorsnede te trekken: de bijdragen balanceren tussen de verworvenheden van onze liberale democratie, met ruimte voor individuele ontplooiing, en het algemene belang. Ik denk dat dat de grootste winst is: op de één of andere manier zijn we ervan overtuigd geraakt dat individu en samenleving tegenover elkaar staan. Maar zoals bijvoorbeeld rechtsgeleerde Corien Prins in haar bijdrage stelt: het is in het algemene belang om individuele kwetsbaarheid te onderkennen – de waarde van elk persoon – en juist daarom solidair te zijn.