Naar de content

Jezelf blijven tot je 150e

Lang en gelukkig: identiteit

Anna Bay voor NEMO Kennislink

Als we in de nabije toekomst 150 jaar oud zouden kunnen worden, zouden we dan nog ons hele leven dezelfde persoon zijn? Filosoof Jos de Mul betwijfelt het.

4 maart 2024

‘Lang zal je leven’, zingen we op verjaardagen. Maar wie is diegene die toegezongen wordt eigenlijk, en blijft die wel steeds dezelfde persoon? Ook als het om een honderdste, of zelfs een honderdvijftigste verjaardag zou gaan?

Wetenschappers zijn op zoek naar manieren om mensen steeds ouder te laten worden. Maar als ze daarin slagen, wie is daar dan eigenlijk mee geholpen? Het is nu soms al moeilijk om jezelf te herkennen op een jeugdfoto. Kun je als mens nog wel ervaren dat je dezelfde identiteit hebt, als je leven zich zover uitstrekt dat je kindertijd meer dan een eeuw geleden is?

Jezelf en anderen

Om deze vraag te beantwoorden, moeten we weten wat een identiteit is. Filosofen onderscheiden grofweg drie manieren om dit begrip te definiëren. Jos de Mul, emeritus-hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam: “De eerste, meest basale definitie is de logische identiteit. Je bent wie je bent: X = X. Dat is wel een belangrijk uitgangspunt, want als je wakker zou kunnen worden als je buurman, zou het leven er nogal anders uitzien. Identiteit is dus datgene wat hetzelfde blijft, de kern van het Latijnse woord idem zit erin.”

Toch veranderen we voortdurend.

“Klopt. Alleen al lichamelijk gezien: we groeien, verouderen en vernieuwen onszelf, er zijn bijna geen cellen in ons lichaam die niet in niet in de loop van de tijd vervangen worden door andere. In die zin is mijn lichaam dus een heel ander lichaam dan dat van de baby die ik was. En toch beleef ik het wel zo, dat ík die baby was. En dat is de tweede notie van identiteit: de ervaring van continuïteit.”

De ervaring dat je dezelfde persoon blijft?

“Ja. Hierin speelt herinnering een cruciale rol. Verlichtingsdenker John Locke zei dat identiteit zover reikt als je geheugen teruggaat. Zijn visie speelt een belangrijke rol in de philosophy of mind. Zolang je nog maar een lijntje hebt met je jeugd, ben je nog dezelfde persoon, ook al is elk atoom in je lichaam veranderd. Iemand die lijdt aan dementie ervaart een verlies van identiteit: je verliest je grip op je eigen verleden en bent niet meer dezelfde persoon."

Antropologisch filosoof Jos de Mul

Bob Bronshoff

"Het gaat hierbij niet uitsluitend om jeugdherinneringen, maar ook om vaardigheden die als het ware in je lichaam opgeslagen zijn, zoals fietsen of autorijden. Als je die kwijtraakt, verlies je ook een stuk van jezelf. Het is dus een psychosomatische ervaring: de herinnering wordt deels lichamelijk bepaald.”

Wat is de derde en laatste kijk op identiteit?

“Dat aspect hangt samen met de vraag wie die identiteit toeschrijft. Een persoon ervaart zijn identiteit en zal die bijvoorbeeld aan anderen mededelen door een autobiografisch verhaal te vertellen. In dat verhaal komen anderen voor. Maar die anderen kunnen ook jou een identiteit toeschrijven. Zo had ik een kennis uit Bosnië, die op een dag door zijn buren bedreigd werd omdat ze hem als moslim bestempelden, hoewel hij volstrekt seculier was en nog nooit een moskee van binnen had gezien. Identiteit heeft dus, zo stelt de filosoof Paul Ricoeur in zijn narratieve identiteitstheorie, een drievoudig sociaal karakter. Je vertelt wie je bent aan anderen, anderen spelen ook een rol in je verhaal en bovendien maak je ook deel uit van het verhaal van anderen. Die anderen bieden ook een reality check. Als je jezelf als een briljante student beschouwt, maar je docenten geven je voortdurend onvoldoendes, dan moet je je verhaal bijstellen.”

Oudere man houdt baby in de lucht, de voorhoofden raken elkaar
PxHere

Aantrekkelijk

Wat betekent dit nu voor de 150-jarige, is die nog dezelfde als zijn jongere ik?

“Dat zal dus voornamelijk afhangen van de kwaliteit van ons geheugen. We zien nu een toename van dementie en andere ouderdomsziekten, omdat mensen steeds ouder worden. Als die lijn doorzet, zou dat niet alleen betekenen dat de kans groot is dat je tientallen jaren met lichamelijke klachten te maken hebt, maar ook dat je je identiteit gaandeweg verliest en heel lang in een niemandsland belandt. Alle drie de aspecten van identiteit zijn dan doorbroken: de logische identiteit, de psychosomatische continuïteit en de narratieve identiteit. Met andere woorden: ik denk dat niet veel mensen dat zouden willen.”

En als de wetenschap een manier zou vinden om de belangrijkste lichamelijke slijtage te doorbreken?

“Dan is het een heel ander verhaal. Zolang het lichaam goed functioneert en de herinnering intact blijft, kun je continuïteit ervaren en blijf je in je ervaring min of meer dezelfde persoon. Als de mensen om je heen dan ook allemaal langer zouden leven, zodat je verhalen met elkaar kunt blijven delen, dan blijft ook je sociale identiteit overeind en kan zo’n honderdvijftigste verjaardag zowaar nog aantrekkelijk worden.”

Bron

Jos de Mul (2000), ‘Het verhalende zelf. Over persoonlijke en narratieve identiteit.’ Gepubliceerd in M. Verkerk (red.), Filosofie, ethiek en praktijk. Liber amicorum voor Koo van der Wal, Rotterdam: Rotterdamse Filosofische Studies, 201-215.