Naar de content

'Je kunt het ISS niet zomaar uitzetten'

Voormalig astronaut André Kuipers over de Russisch-Westerse samenwerking in de ruimte

Wikimedia Commons, NASA via publiek domein

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA schort de maanmissies met Rusland voorlopig op. Eerder dreigde Rusland al het internationale ruimtestation ISS neer te laten storten. Oud-ISS-bewoner André Kuipers blikt terug en vooruit op de Russisch-Westerse samenwerking in de ruimte. “Het is bijna onvermijdelijk dat het ISS gaat stoppen.”

15 april 2022

Met ongekend harde woorden haalde Dmitry Rogozin, de baas van de Russische ruimtevaartorganisatie Roskosmos, afgelopen februari op Twitter uit naar het Westen. Hij dreigde het internationale ruimtestation ISS – vijf keer genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede – zelfs te laten neerstorten op Europa of de Verenigde staten.

Terwijl Amerika afgelopen december nog aankondigde het grootste ruimtestation dat ooit om de aarde draaide tot zeker 2030 in de lucht te willen houden, lijkt een verlenging van de huidige contracten (die tot 2024 lopen) niet reëel. Rogozin stelde deze maand dat Rusland geen medewerking meer wil verlenen aan het gezamenlijke project zolang er sancties vanuit het Westen gericht op Moskou zijn.

Andersom kondigde de Europese ruimtevaartorganisatie ESA deze week aan te stoppen met de samenwerking met Rusland in drie ruimtemissies naar de maan die samen werden ontwikkeld. Eerder was de stekker al getrokken uit het Europees-Russische verband van ExoMars, een Marslander die dit jaar moest vertrekken en waarvan de planning nu op losse schroeven staat. Het maakt het internationale ruimtestation ISS een van de laatste samenwerkingsverbanden tussen Rusland en het Westen, voorlopig althans.

André Kuipers (links) samen met de Russische kosmonaut Oleg Kononenko en de Amerikaan Don Pettit in het internationale ruimtestation ISS in 2012.

NASA via publiek domein

NEMO Kennislink spreekt met André Kuipers over de toekomst van het ruimtestation, zijn tijd bij de Russen en zijn ‘kosmische blik’ op de aardse stammenstrijd.

Dat was pittige taal van de baas van de Russische ruimtevaartorganisatie.

“Ja, dat was enorm kinderlijk en dat hoort niet bij een staatsman. Gelukkig hebben Josef Aschbacher en Bill Nelson, directeuren van respectievelijk de Europese en Amerikaanse ruimtevaartorganisatie, daar niet aan meegedaan. Ze gooiden geen olie op het vuur, ze hebben niet terug gedreigd.”

Het internationale ruimtestation ISS.

Wikimedia Commons, NASA, publiek domein

Maar is er iets waar van die Russische woorden?

“Nog steeds werken er duizenden mensen samen om het ruimtestation operationeel te houden. Dat gebeurt in Houston, Hutsville, Moskou, München en Tsukuba in Japan, vierentwintig uur per dag, iedere dag van de week.”

“In die zin gaat het leven aan boord van het ISS door. De Amerikaan Mark Vande Hei kwam op 30 maart gewoon terug met een Russisch capsule (even suggereerden Russische staatsmedia dat de Russen de Amerikaan zouden achterlaten in de ruimte – red.). Ik vraag me overigens af wat de kosmonauten hadden gedaan als ze de opdracht hadden gekregen om hem daar te laten. Je laat niet iemand zitten zonder ‘reddingsboot’.”

Je vloog twee keer naar het ruimtestation met een Russische raket en capsule. Je collega’s waren Russen, je trainde jarenlang in het land. Hoe was die samenwerking?

“Ik volgende lessen aan de universiteit in Moskou en was voor langere periodes in Sterrenstad (het trainingscentrum voor astronauten Zvjozdny gorodokred.). Ik leerde Russisch. In het begin moest ik een beetje wennen aan het norse van de Russen, dat begon al bij de beambte bij de paspoortcontrole. Maar ik kwam er langzaam in. We leerden elkaar beter kennen en als zij merken dat je ‘een van hen’ bent, als je je niet hooghartig opstelt, als je meedoet, een borrel drinkt, dan is het ontzettend leuk. Ik kon echt prima overweg met ze.”

Kuipers maakte als astronaut een bloeiperiode van de Russisch-Westerse ruimtevaart mee. Waar Amerika en de Sovjet-Unie elkaar in de jaren 50, 60 en 70 op ieder front de loef afstaken, ontdooide daarna de relatie, vooral na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In de jaren 90 was de tijd rijp voor een langdurige en intense samenwerking tussen de twee grootmachten en later ook Europa, Japan en Canada.

Kuipers herinnert zich de tijd voor het einde van de Koude Oorlog, toen hij als arts in dienst van de Luchtmacht oefeningen deed op Vliegbasis Leeuwarden. Ze simuleerden dat de Sovjet-Unie een kernbom op Friesland had gegooid. “Dat was toen onze vijand en als je me toen had verteld dat ik later een Russisch ruimteschip zou besturen, dan had ik je waarschijnlijk niet geloofd”, zegt hij.

In 1998 werd Kuipers lid van het astronautencorps van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Hij richtte zich op een vlucht met de Spaceshuttle en een langdurig trainingsverblijf in het Amerikaanse Houston. Maar toen kwam er een telefoontje: hij zou met de Russen vliegen. “Ik kwam zelfs op de linker stoel van de Sojoezcapsule te zitten”, zegt Kuipers. “Daar zit de copiloot die de capsule (mede)bestuurt. In de shuttle ben je in feite een passagier, in de Sojoez doe je echt wat. In die zin is dat veel leuker.” Kuipers vloog in 2004 voor het eerst naar het ruimtestation voor een verblijf van elf dagen, in 2011/2012 verbleef hij ruim een half jaar in de ruimte.

Was het altijd koek en ei met je Russische collega’s? Wat deed je met lastige politieke thema’s?

“We hadden het niet over politiek. Kosmonauten reizen de hele wereld over, van de Verenigde Staten tot Japan, en spreken Engels. Je kon met ze praten over van alles, bijvoorbeeld over wetenschap, maar als je over Poetin begon dan sloegen ze dicht. Daarover wilden ze niet praten, dat was gevaarlijk terrein, althans, dat was riskant voor hun carrière.”

Maar zo’n embargo op politieke thema’s hou je toch geen half jaar vol als je in hetzelfde ‘huis’ woont?

“O, jawel hoor. Ik praatte daar natuurlijk wel over met vrienden en familie. Het is verstandig om met collega’s niet over mogelijk gevoelige onderwerpen als politiek, seks en religie te praten. Dat zijn zaken die iedereen voor zichzelf moet weten.”

Is het niet jammer dat je dit soort thema’s dan moet vermijden met collega’s die je zoveel ziet?

“Het is zonde. Maar als je de sfeer goed wilt houden, omdat je zolang op elkaars lip zit en je van elkaar afhankelijk bent, dan is het simpelweg een verstandige keuze.”

Weet je hoe er over politieke zaken werd gedacht in Rusland?

“Ik heb wel gemerkt dat sommige personen vastzaten in propaganda. In 2014 na het neerhalen van vlucht MH17 bijvoorbeeld. Ik ontmoette in Sterrenstad het hoofd van het kantoor daar, een goede kennis van me. Dat was een prima vent en hij kon veel hebben. Maar ik merkte dat hij boos was over het feit dat wij in Nederland dachten dat Rusland verantwoordelijk was voor het neerhalen van dat vliegtuig. Daar schrok ik van. Er was zoveel bewijs, in feite zei de hele wereld dat het anders was, maar hij geloofde zijn eigen nieuws. Er kwamen toen al barsten in de relatie, dat is jammer.”

Spreek je jouw collega’s nog?

“Ik heb ze niet gesproken sinds de oorlog in Oekraïne begon, maar we komen jaarlijks samen met de Association of Space Explorers, de vereniging voor ruimtevaarders. Later dit jaar verwacht ik ze te spreken.”

Twee astronauten werken aan het kersverse internationale ruimtestation ISS in 1998. De foto is gemaakt vanuit een Spaceshuttle.

Wikimedia Commons, NASA via publiek domein

In 1998 worden in de ruimte de eerste modules van het ruimtestation aan elkaar gekoppeld, de Russische Zarya en de Amerikaanse Unity. Met iedere lancering groeit het station een beetje, over de loop van de jaren is het uitgegroeid tot een buitenhuis van formaat. Uiteindelijk beslaat het inclusief zonnepanelen ongeveer een voetbalveld. Het is nu ingericht voor het langdurige verblijf van zeven personen, maar voor kortere periodes zijn er soms meer mensen aan boord.

Kan het ruimtestation opgesplitst worden in een Russisch en Westers deel?

“Dat is erg lastig, omdat je dan niet alles meer kunt doen, zoals uitwijken voor gevaarlijk ruimtepuin dat om de aarde draait. De motoren waarmee dat gebeurt zitten vast aan het Russisch deel. De vliegwielen die het station in een stabiele positie houden, zitten wel in het Amerikaanse deel, maar je hebt óók raketmotoren nodig om ze af en toe te ‘ontspinnen’. Als je dat niet kan doen, dan is het einde verhaal, het ruimtestation kan gaan tuimelen.”

“Ook heb je motoren nodig die het ruimtestation omhoog duwen. Het zakt iedere dag zo’n honderd meter, dus anders zou het op termijn neerstorten. De Russen zijn daarvoor verantwoordelijk, maar je kunt een oplossing bedenken door bijvoorbeeld een ruimtecapsule met extra brandstof naar het ruimtestation te sturen. Er waren al langer plannen om dat te doen met een Amerikaans vrachtschip.”

“De Russen kunnen in theorie afkoppelen en zelfstandig doorgaan. Maar ik vraag me af wat de toekomst van de Russisch ruimtevaart is. Het land zit vast in het verleden en er is geen geld voor nieuwe dingen. Ze willen graag met de Chinezen samenwerken, maar ik weet niet of die dat willen. Met deze oorlog snijdt het land zich vooral in eigen vingers.”

Gaat het met het Westen beter?

“Op termijn gaan we stoppen met het ISS en meer richting commerciële initiatieven, zoals die van het Amerikaanse bedrijf Axiom, dat met een eveneens commerciële SpaceX-raket bemande vluchten naar het ruimtestation verzorgt. Die trend zal moeten versnellen. Dat is moeilijk, want het blijft ruimtevaart waarin veel wordt uitgesteld en vertraagd. Zijn die commerciële alternatieven in 2024 klaar? Ik heb mijn twijfels. Misschien krijgen we wel een ruimtestationloos tijdperk. In het Westen dan, want de Chinezen hebben op dit moment ook een eigen bewoond ruimtestation.”

“Ook moet de Europese ruimtevaartorganisatie voor de lancering van haar Marsrover ExoMars op zoek naar een nieuwe samenwerking. De beoogde raket en lander waren Russisch. Misschien moeten we naar de VS, die eerder al met dit project meededen. Of we moeten het met Europese raketten doen. Het is enorm zonde, want deze missie liep al twee jaar achter op het oorspronkelijke lanceerschema.”

Jij weet als geen ander hoe de aarde eruitziet van een afstandje, zónder grenzen, zonder landen. Je hebt vaak gezegd, we leven op een kwetsbare bol in een oneindige en vijandige ruimte. We moeten daar zuinig op zijn. Geeft dit conflict die gedachte een extra dimensie?

“Ten eerste, je ziet wél grenzen. Bijvoorbeeld door landbouw aan één kant van de grens, zoals bij Israël en Egypte. De voormalige scheiding tussen Oost en West-Berlijn is ook nog zichtbaar, omdat ze aan beide zijden een ander type straatverlichting gebruiken. Menselijke activiteit is volop zichtbaar, zoals de kunstmatige palmeilanden in Dubai, de Afsluitdijk, mijnbouw, zoutwinning, vliegtuigstrepen en ook oorlogshandelingen zijn te zien. Denk aan rookpluimen van olievelden die in brand staan. Dat is confronterend.”

(Voormalige) grenzen zijn zichtbaar vanuit de ruimte. André Kuipers fotografeerde Berlijn vanuit het internationale ruimtestation en maakte daarmee de voormalige scheiding tussen Oost- en West-Berlijn zichtbaar. In beide stadsdelen wordt nog steeds een ander type straatverlichting gebruikt.

André Kuipers/ESA/NASA

“Je ziet vanuit de ruimte goed dat we hier niet weg kunnen als we het verknallen. Ja, misschien zullen er een paar mensen rondlopen op Mars, maar dan houdt het op. Als astronaut krijgt je een sterk besef: dit is alles wat we hebben. Een bol waar je in anderhalf uur omheen kan vliegen. Bovendien zijn de meeste plekken op onze planeet woestijn of berggebied. Er is maar een beperkte hoeveelheid vruchtbare grond.”

“Ik werd er een beetje claustrofobisch van, niet per se voor mezelf, maar voor de mensheid in zijn geheel. Als ik langs die heldere gekleurde aarde richting het heelal keek, dan was het net alsof de planeet in elkaar schrompelde en dat het heelal er als een zwarte deken omheen hing. Dit is wat het zogenoemde overview effect met je doet. Het besef van: ai, dit is alles!”

“Zoiets is door veel van mijn collega’s beschreven. Het zou mooi zijn als iedereen dit zou kunnen zien. Dat je voelt: we zitten in hetzelfde schuitje.

En nu zijn we ons schuitje aan het kapotschieten.

“Het betekent dat we alle problemen hier op aarde met elkaar moeten oplossen. We kunnen simpelweg nergens anders heen.”

Denk je dan: mensen, waar zijn we mee bezig op aarde?

“Sowieso. Ik kom uit Amsterdam en ben een Nederlander. Toen ik voor ESA gingen werken begon ik me ook ‘Europeaan’ te voelen. Ik reisde voor mijn werk de wereld over en besefte dat ik een wereldburger ben. Uiteindelijk ging ik zelfs van die wereld af, de ruimte in. Wat ben je dan? Een soort universeel wezen met het gevoel dat we onderdeel zijn van iets veel groters. Toen ik weer terugkwam in Nederland dacht ik wel eens: goh, wat zijn we hier aan het navelstaren.”

“Een stammenstrijd is primitief. We leven met elkaar op een prachtige planeet. Daarboven in de ruimte moet je met iedereen samenwerken om te overleven. Ruimtevaart is een prachtig voorbeeld van hoe we het moeten doen op aarde denk ik. Het ging de goede kant op.”

In 2013 ontving je een medaille uit handen van Vladimir Poetin. Je trad toe tot de Orde van Vriendschap van Rusland. Waar is die medaille?

“Die zit in een verhuisdoos. Al een jaar of vijf, zes. Dat was een medaille van het land voor de goede samenwerking die we hadden. Helaas heeft die nu zijn glans wel verloren.”

ReactiesReageer