De coronacrisis heeft gevolgen voor onze zorgkosten, zowel op de korte als op de lange termijn. Hoe gaan we die kosten opvangen en moet ons zorgstelsel hiervoor op de schop? NEMO Kennislink sprak erover met gezondheidseconoom Marco Varkevisser.
In Nederland werkt de zorg via een systeem van gereguleerde marktwerking. Er is enige mate van regelgeving vanuit de overheid, maar ziekenhuizen en zorgverzekeraars bepalen voor een belangrijk deel zelf waar zij hun geld wel of niet aan uitgeven. Het is voortdurend zoeken naar de optimale balans tussen overheidsbemoeienis en marktwerking.
Dit is het speelveld van Marco Varkevisser, hoogleraar marktordening in de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Ik houd me bezig met de structuur en financiering van ons zorgsysteem. Zeker richting de verkiezingen van volgend jaar is dat een belangrijk onderwerp. Wat gaat goed en op welke punten is nog verbetering mogelijk? Door de corona-uitbraak hebben we straks waarschijnlijk hogere zorgkosten dan verwacht. Daardoor is het zorgsysteem wel in een ander daglicht komen te staan.”
Toch voelt Varkevisser er niks voor om de marktwerking fundamenteel aan banden te leggen en in te ruilen voor regionale samenwerking, zoals minister De Jonge graag zou zien. “In een crisis is het volstrekt logisch om samen te werken. Dan heeft iedereen hetzelfde belang voor ogen. Het is dan simpelweg ‘alle hens aan dek’ om de situatie onder controle te krijgen. We hebben gezien dat dit kan, ook binnen het huidige stelsel met gereguleerde marktwerking. Maar nu zie je her en der ook alweer signalen dat partijen, met elk hun eigen belangen, tegenover elkaar komen te staan. In hoeverre moeten zorgverzekeraars ziekenhuizen bijvoorbeeld compenseren voor niet geleverde zorg? Natuurlijk hoop ik dat we het saamhorigheidsgevoel dat tijdens deze crisis ontstond zoveel mogelijk kunnen behouden, maar ik ben bang dat dit niet structureel is. Niet iedereen zal het altijd met elkaar eens zijn over wat de juiste richting is. Zeker niet omdat bijna alle keuzes financiële gevolgen hebben. En dus kun je daar geen zorgstelsel op bouwen.”
Als het aan u ligt, blijft de marktwerking in de zorg intact. Waarom eigenlijk? Wat zijn de voordelen van marktwerking?
“Marktwerking geeft een prikkel tot innovatie en vernieuwingen en het brengt dynamiek in het zorgsysteem. Zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor het inkopen van kwalitatief goede zorg, maar moeten namens ons allemaal ook op de kosten letten en lastige keuzes maken. Onderlinge concurrentie speelt hierbij een belangrijke rol. Als de overheid alles zou reguleren, krijg je een heel rigide systeem waarin weinig ruimte is om te kijken naar hoe dingen anders zouden kunnen.”
“Dat betekent overigens niet dat marktwerking een oplossing is voor alles. In de coronacrisis hebben we bijvoorbeeld gezien dat het niet verstandig is om de opschaling van de ic-capaciteit aan de marktwerking over te laten. Daarin zie ik een belangrijke rol voor de overheid. Zij zouden een aantal ziekenhuizen kunnen aanwijzen, en die extra financiering en verantwoordelijkheid geven, om de voorzieningen aan te houden die nodig zijn om de ic-capaciteit snel te kunnen opschalen. Datzelfde zou je bijvoorbeeld ook kunnen doen voor de beschikbaarheid van voldoende beschermingsmiddelen.”
Door de coronacrisis zijn extra zorgkosten gemaakt, maar veel reguliere zorg heeft ook een paar maanden stil gelegen. Hoe valt de balans straks uit? Hebben we door corona inderdaad meer zorgkosten gemaakt dan verwacht was?
“Dat denk ik wel. Er is nog wel een grote onzekere factor hierin. En dat is hoeveel zorg die niet geleverd is, uiteindelijk wel door de zorgverzekeraars zal worden betaald. Zorgverzekeraars en ziekenhuizen zijn daarover nu in overleg. Mijn verwachting is wel dat de zorgverzekeraars ziekenhuizen voor een deel zullen compenseren. En daar komen dan nog de extra kosten voor coronazorg bovenop.”
Hoe moeten we dat gaan betalen?
“Dat is een vraag die in eerste instantie helemaal niet gesteld is, maar die nu steeds meer naar voren komt. En het antwoord is eigenlijk eenvoudig. Zowel de overheid als de zorgverzekeraars maken extra kosten en die zullen door ons allemaal betaald moeten worden. Alleen kan dat op verschillende manieren.”
“Alle zorgverzekeraars hebben reserves, die op dit moment gelukkig veelal ruim genoeg zijn om de crisis het hoofd te kunnen bieden. Die reserves zijn echter eindig, je kunt ze maar een keer uitgeven. En ze mogen ook niet te laag worden, want dan zijn verzekeraars kwetsbaar voor onverwachte financiële tegenvallers. In de afgelopen jaren hebben verschillende zorgverzekeraars al een deel van hun reserves ingezet om een sterke stijging van de premie voor de zorgverzekeringen te voorkomen. Dat zit er dit jaar dus niet in. Bovendien moeten de zorgverzekeraars hun reserves ook weer een keer gaan aanvullen. Kortom, een premiestijging lijkt me onvermijdelijk.”
“Om een sterke premiestijging te voorkomen kan de overheid ervoor kiezen om eenmalig een extra bijdrage te doen aan het Zorgverzekeringsfonds. Die extra bijdrage kunnen verzekeraars gebruiken om een deel van hun kosten op te vangen. Natuurlijk betalen we die bijdrage uiteindelijk allemaal zelf via de belastingen, maar het voordeel van deze constructie is dat je de kosten over een langere periode uit kunt smeren.”
GroenLinks wil met een spoedwet regelen dat de zorgpremies niet stijgen door de verlaging van de winstbelasting voor bedrijven niet door te laten gaan. Is zo’n oplossing ook een mogelijkheid?
“Dit vind ik een goed voorbeeld van politiek opportunisme en het klinkt natuurlijk ook prachtig richting de verkiezingen. Waar een wil is, is een weg, dus zo’n constructie is vast mogelijk. Maar het lijkt mij helemaal niet nodig. Zoals gezegd is er op dit moment al voldoende mogelijk om een sterke stijging van de zorgpremie te voorkomen. Waarom zou je het zorgstelsel complexer maken door er nog weer een extra regeling tussen te hangen?”
En hoe staan we ervoor op de lange termijn? Hoe zullen de zorgkosten zich in de toekomst ontwikkelen en zijn de mogelijkheden die u net noemt dan nog steeds toereikend?
“Het RIVM heeft eerder al berekend dat de zorgkosten tot 2040 flink omhoog zullen gaan bij ongewijzigd overheidsbeleid. Dat heeft onder meer te maken met vergrijzing en bevolkingsgroei. De coronacrisis komt daar nog eens een keertje bovenop. Kostenstijgingen zijn dan onvermijdelijk. Ik verwacht dat de discussie over zinnige en onzinnige zorg in de komende jaren nog prominenter naar voren zal komen. Veel behandelingen worden gegeven vanuit gewoonte of gevoel, maar is het allemaal echt nodig?”
“Wat dat betreft heeft de corona-uitbraak ons een unieke kans gegeven om een experiment uit te voeren wat anders nooit uitgevoerd had kunnen worden. De reguliere zorg heeft een tijd stilgelegen en in de komende periode kunnen we zien wat de effecten daarvan zijn. Leidt uitstel van zorg inderdaad tot allerlei problemen of lossen sommige klachten zich uiteindelijk vanzelf op?”
“Herhaalafspraken vind ik ook een goed voorbeeld. Jarenlang hebben met name specialisten aangegeven erop tegen te zijn deze minder frequent of op een andere manier aan te bieden. Door corona moesten consulten gedwongen via beeldbellen plaatsvinden en bleek het eigenlijk best goed te werken. Dit zou je in de toekomst vaker kunnen doen om zo kosten te besparen.”
De laatste vraag komt van Esther-Mirjam Sent, hoogleraar economische theorie en economisch beleid aan de Radboud Universiteit. Zij vraagt: Kan marktordening in de gezondheidszorg voorzien in de financiering en verdeling van een eventueel vaccin tegen covid-19? Meer specifiek, via welk mechanisme zou het vaccin gefinancierd én rechtvaardig verdeeld kunnen en moeten worden?
“Ik denk dat nu, tijdens de ontwikkeling van een vaccin, vooral marktwerking heel belangrijk is. In onderlinge concurrentie zijn verschillende bedrijven druk bezig om als eerste met een effectief en veilig vaccin te komen. Maar als er eenmaal een vaccin is, ontstaat er vanuit maatschappelijk perspectief een andere situatie. Dan zou het zomaar kunnen dat een bedrijf in een monopoliepositie terechtkomt en dan moet je ervoor waken dat er geen wildwesttaferelen ontstaan. Om dat te voorkomen is een belangrijke rol weggelegd voor overheden. Het lijkt me cruciaal dat via internationale samenwerking, zowel binnen de Europese Unie als wereldwijd, wordt voorkomen dat de landen met de slimste inkopers of de dikste portemonnee vooraan komen te staan. Dat marktwerking hierin geen vrij spel moet krijgen is evident, maar hoe het juiste ordeningsmodel eruit moet zien is nog onduidelijk. Gelukkig hebben we nog even de tijd om daar goed over na te denken.”