Wat doen labels met je identiteit? Lang dacht Bram (36) dat het aan hem lag dat hij vastliep op school en op zijn werk. Het label ‘hoogbegaafd’ gaf hem een andere kijk op het leven.
“Als iemand aan mij een vraag stelt, dan klapt er bij mij iets open, als bij het spel mikado. Ik krijg allemaal associaties. Daarom is onderwijs voor mij zo lastig. Ik zat op het vmbo. Het niveau was verschrikkelijk. Ik was op zoek naar kennis. Ik werd aangetrokken tot religie. Urenlang luisterde ik naar preken via podcasts.“
Gangsters paradise
“Ik kom uit een arbeidersfamilie en hield van koken. Mijn ouders dachten: als jij wil koken, dan gaan we kijken waar je dat kan doen. De school waarop ik terechtkwam had een enorme keuken. Dat was waanzinnig. Maar niemand stelde kritische vragen aan mij of dit wel bij mij paste. Mijn ouders wilden mij gewoon geven wat mij energie gaf.“
Ik miste aansluiting bij mijn leeftijdsgenoten. Ik wilde over het leven praten
“Ik liep daar rond en het was een groot gangsters paradise. Er werd gevochten. Mensen stonden de hele dag sigaretten te bietsen. En ik zat daar mijn preken te luisteren. Ik miste aansluiting bij mijn leeftijdsgenoten. Ik wilde over het leven praten. Ik wilde diepgang. Dat lukte niet met de mensen om me heen.“
“Ik trok graag op met mensen die veel ouder waren dan ik. Daar kon ik het vaak heel goed mee vinden. Maar het gaf me ook een eenzaam gevoel, omdat je merkt dat je je niet op alle vlakken kunt verbinden. Op school voelde ik me nederig of tweederangs. Als je denkt dat je iets goed begrijpt, maar iedereen om je heen zegt dat het niet zo is, dan ga je aan jezelf twijfelen. Je denkt dat jij het niet goed hebt.“
Topsport
“Op een dag was ik in de bibliotheek in Rotterdam boeken aan het zoeken. Ik liep langs een boek over hoogbegaafdheid. Het kan zijn dat ik het nu romantiseer, maar dat boek trok mij onmiddellijk aan. Zoals in een film. En meteen werd ik ook bang. Ik hoorde allemaal stemmen in mijn hoofd die zeiden dat ik het niet was, en toch was er ook een fundamenteel gevoel dat zei: maar wat als je het wél bent?“
“Toen ik het boek las, ontdekte ik hoe je anders naar gebeurtenissen kunt kijken. Dat dingen niet lukken, kan ook een teken zijn dat je iets heel goed snapt. Toen heb ik mijn stoute schoenen aangetrokken en me aangemeld bij een centrum in België waar ze gespecialiseerd zijn in hoogbegaafdheid. Ik wilde weten of ik het had. Zij hebben een bedrijf waarmee ze mensen coachen, ze geven trainingen en schrijven ook boeken. Het boek dat ik in de bibliotheek had gevonden was ook van deze mensen.“
“Ik volgde tien sessies. We kregen les van een topsporter. Dat heeft heel veel indruk op mij gemaakt. Hij vertelde dat hoogbegaafde mensen iets nodig hebben wat in de topsport al gebeurt. We moesten over een stuk tape lopen. Daarna over een balk. Lukte dat, dan ging de balk een stukje hoger. Lukte het niet, dan deed je een stapje terug. Daarna deden we andere oefeningen op de balk, zoals een koprol voorover. De essentie was dat we in delen leerden om iets groters te doen. Dat miste ik op school. Daar werd je klein gehouden. Er werd vooral verteld wat ik niet goed deed.“
Kapstok
“Voor mij is het label ‘hoogbegaafdheid’ vergelijkbaar met religieuze symboliek. Een kruis in het christendom staat ergens voor. Het label ‘hoogbegaafd’ is als een kapstok. Ik vind er patronen in terug. Door die kapstok heb ik het vermogen om dingen bij elkaar te brengen. Alles wat dat label behelst, geeft betekenis aan iets wat er voor mij betekenisloos uitzag.“
“Een officiële diagnose heb ik niet. Je kan zo'n label wel verkrijgen, maar het is mij door het instituut in België afgeraden dit na te jagen, tenzij ik het expliciet nodig heb. Hiernaast is het prijzig en wekt het bij mij de angst op wéér te worden afgewezen voor iets op basis van ‘toetsing’. Ik vrees weer te worden gebrandmerkt op basis van een eenzijdige blik, zoals alleen een momentopname van mijn IQ.“
“Ik gebruik de term ‘hoogbegaafd’ liever niet. Het klinkt aanmatigend. Want als ik hoog ben, dan is een ander lager. Dat is de veronderstelling. En als je dan een foutje maakt, dan denken mensen: dat kan toch niet, want jij bent toch hoogbegaafd? Daarom doe ik dit interview ook liever anoniem. Ik vind het niet prettig als mensen het weten. Voor mij is het genoeg dat ik weet dat dingen niet altijd mislukken omdat er iets mis is met mij. Je kan ook heel slim zijn en geen diploma hebben. Die gedachte geeft mij lucht.”
Uit privacyoverwegingen is de naam van de geïnterviewde gefingeerd.