Je leest steeds vaker over klimaatangst. Moeten we die term serieus nemen? Hoe reëel is die angst? We vroegen het psychiater en angstexpert Damiaan Denys. “We zijn alles wat oncontroleerbaar is eng gaan vinden. Klimaat is daar een voorbeeld van.”
Bosbranden in de Amazone, olielekkages op zee, doden door overstromingen, dode dieren in megastallen, uitstervende diersoorten, weggevaagd tropisch regenwoud voor palmolieteelt. Het zijn geen berichten om blij van te worden. Sommige mensen worden er ronduit bang of somber van, afgaande op anekdotische verhalen.
Het Britse tabloid The Daily Telegraph schreef onlangs over het toenemende aantal kinderen dat in het Verenigd Koninkrijk behandeld wordt voor eco-anxiety. Er zou een ‘tsunami’ zijn van jongeren die hulp zoeken door alle apocalyptische waarschuwingen van protestgroepen als Extinction Rebellion en de heffende vinger van Greta Thunberg, concrete cijfers in het midden latend. In de Nederlandse kranten duikt het woord ‘klimaatangst’ ook steeds vaker op, alsof het fenomeen zich diep in de samenleving gemanifesteerd heeft.
Er speelt duidelijk iets in onze maatschappij, maar wat precies? Liggen we massaal wakker van ecologische rampen? Is klimaatangst een nieuw psychologisch fenomeen of gaat het hier gewoon om gezonde zorgen? De wetenschap heeft niet gevalideerd dat klimaatverandering een gevaar vormt voor onze psychische gezondheid, maar daar kan het ook nog te nieuw voor zijn. NEMO Kennislink vroeg de Vlaamse psychiater en filosoof Damiaan Denys om te duiden wat er aan de hand is. Denys is werkzaam aan het Amsterdam UMC en behandelt mensen met angststoornissen. Hij noemde bang zijn voor het klimaat in 2013 al in zijn theateroptreden Wat is angst?
Moet je als wetenschapper een term als ‘klimaatangst’ serieus nemen?
“Ja en nee. Nee, omdat zich nog niks voltrokken heeft. Het is onduidelijk of de opwarming van het klimaat te maken heeft met de sterkte van El Niño of de overstromingen in New Orleans. Bovendien spelen die dingen zich aan de andere kant van de wereld af. In Nederland is er in principe geen enkele concrete reden om nu bang te zijn voor het klimaat, daarom is die angst iets heel abstracts. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat dit gevoel gemanipuleerd wordt. Angst voor klimaatverandering wordt gebruikt om ons gevoelig te maken voor de kwestie, om ons tot nadenken aan te zetten en iets te doen. Als jij iets wil bewerkstelligen, dan moet je iemand bang maken, dat doen wij allemaal continu. We zeggen tegen onze kinderen ‘als jij niet luistert, krijg je geen snoep van Sinterklaas’. Politici maken iedereen bang met hun programma, ‘als we dit niet doen gebeurt dat’. Klimaatangst zit in datzelfde rijtje.”
Wordt deze angst door milieugroeperingen doelbewust aangewakkerd?
“Ja, want angst is de grootste motivator voor gedragsverandering. Als iedereen in Nederland dertig procent minder zou eten, zouden we gezonder worden en het zou een grote impact op de CO2-uitstoot hebben. Maar dat doen we niet, omdat er geen enkele stimulans is om dat te doen. Waarom zou je? Als je mensen extreem bang maakt, ‘iedereen die dertig procent te veel eet hakken we de hand af’, dan zou ons gedrag meteen veranderen. Je maakt iemand niet wakker met gelukkige dingen.”
Heeft klimaatverandering het in zich om ons werkelijk depressief, getraumatiseerd of angstig te maken?
“Dat denk ik niet. Ik zie al twintig jaar mensen met angsten en ik kan me geen patiënt voor de geest halen die bang was voor het klimaat. Wel voor asbest, bliksem, vergiftiging of bacteriën. Ik ontken niet dat het bij sommige mensen zal bestaan. Mensen raken door de zotste dingen geobsedeerd. Je hebt mensen die nu al schuilkelders bouwen en blikken soep verzamelen, omdat ze denken dat er iets ergs gaat gebeuren. Dat zijn mensen die sowieso vatbaar zijn voor waanzin.”
Hoe zou een behandeling eruitzien?
“Als het een dwangstoornis is dan hebben we gedragstherapie om mensen van hun obsessie af te brengen. Wat bij bijna elke vorm van angst aanwezig is, is het gevoel van gebrek aan controle. Iemand is bang voor spinnen omdat je niet kan controleren dat een spin op je af komt. Hoogtevrees heeft meer te maken met het feit dat je op grote hoogte de situatie niet onder controle hebt, dat je eventueel zou kunnen springen, dan met de hoogte zelf. Heel weinig mensen zijn daarentegen bang dat er een meteoriet op ons hoofd valt, ook al hebben we daar absoluut de controle niet over. Een meteoriet is zoiets groots en de kans erop is zo klein, daar zijn we niet bang voor. De grootste angsten zijn voor dingen die het meest evident of onverwacht zijn of die heel nabij komen.”
Als we steeds meer gaan praten over klimaatangst als psychisch probleem, ontstaan de patiënten dan vanzelf?
“Absoluut. Mensen zijn heel gevoelig voor wat er in de media komt. Woorden als ‘angst’, ‘vrees’, ‘bedreiging’ en synoniemen daarvan komen steeds meer voor in kranten, meer dan pakweg twintig jaar geleden. Onderzoek laat zien dat mensen die veel tv kijken en kranten lezen over het algemeen ook banger zijn. In de media zit een bias voor negatieve berichtgeving. Kranten staan niet vol met berichten over hoe geweldig het gaat met het bos in Nieuw-Guinea, wel met verbrande koala’s in Australië. Daar zijn we gevoeliger voor. Berichtgeving heeft een enorme impact op onze perceptie van de wereld.”
Bedoelen we met klimaatangst eigenlijk niet gewoon dat mensen zich zorgen maken?
“Ja, het gaat het om zorgen, terechte zorgen. Er zijn geen mensen die paniekerig rondlopen voor het klimaat, dat lijkt me heel uitzonderlijk. Maar we praten elkaar nu wel – en dat is heel specifiek voor onze samenleving – schuld en schaamte aan omdat we niet bijdragen aan de overleving van de planeet. Dat zijn ook tactieken om mensen te bewegen tot iets, al werken die minder goed.”
Naast vlees- en vliegschaamte hoor je nu ook over baarschaamte: geen nieuwe mensen meer op de wereld zetten omdat het onduurzaam is.
“Bestaat dat ook al? Dat is wel heel somber en vergaand. Je kan ook denken: ik wil meer mensen op de wereld zetten die ervoor gaan zorgen dat we een beter klimaat hebben.”
Volgens u leven we in een angstmaatschappij en zijn we bang voor van alles en nog wat. Is klimaatangst daar een symptoom van?
“We hebben moeite met dingen aanvaarden. We hebben een samenleving gecreëerd met een absoluut geloof in de maakbaarheid. Het is een gewoonte geworden om buienradar te checken voor we naar buiten gaan. We weten precies op welke plek op de snelweg er file is, op welk tijdstip de trein naar Den Haag aankomt. Dankzij technologie zijn we gewend geraakt aan een voorspellende, controlerende manier van leven. We zijn extreem bang voor alles wat daar niet aan beantwoordt. Onze voorouders werden nog voortdurend verrast. Als je honderd jaar geleden ging wandelen kon het plotseling gaan regenen en werd je nat. De wereld was onvoorspelbaarder, harder, meedogenlozer, waardoor je een soort weerbaarheid ontwikkelde om daar mee om te gaan. Wij zijn volstrekt verwend omdat alles naar onze hand is gezet. We zijn zo afhankelijk van onze controleerbare wereld, dat we alles wat oncontroleerbaar is eng vinden. Klimaat is daar een voorbeeld van.”
Het bijzondere aan klimaatangst is dat mensen zich geen zorgen maken om zichzelf, maar om volgende generaties en de toekomst van de planeet.
“Ja, dat pre-apocalyptische gevoel, alsof de wereld op het punt staat te vergaan, is typisch voor onze tijd. Het is echt iets van de laatste zes, zeven jaar, waarin ook de jongere generatie zich realiseert: er gaat iets mis, we verbruiken te veel, gaan te veel op reis, eten te veel, maken dingen stuk en we hebben het niet in de hand.”
Helpt het om te handelen in lijn met je eigen waarden om dat gevoel af te zwakken? Bijvoorbeeld door minder te consumeren?
“Je eigen gedrag controleren is niet hetzelfde als het klimaat controleren. Als je nu netjes je afval scheidt, honderd rijdt en niet meer vliegt gaat het niet beter met het klimaat. In de Amazone verbranden nog steeds massaal bomen, ‘wat heeft het dan voor zin’ denk je dan. Die angst heeft daarmee te maken: ook al verander ik mijn gedrag, de uitkomst wordt door de hele wereld bepaald. Het is een globaal probleem. Voor de een is dat ontmoedigend, die gaat bij de pakken neer zitten. Een ander denkt: ik trek me er niks van aan. Ik leid mijn leven en daarna zie ik wel.”
Veel mensen zullen zich machteloos voelen vanwege het gebrek aan politieke wil om klimaatverandering aan te pakken.
“Ja, dat is dramatisch. Mensen voelen de urgentie en proberen het op de agenda te krijgen. Als iemand als Donald Trump dan verklaart dat het allemaal onzin is en olievelden wil gaan aanboren, dan doet dat alle campagnes om ons gedrag te veranderen teniet.”
Zou het niet goed zijn als we allemaal een beetje banger worden, zodat we actie gaan ondernemen?
“Ik zou klimaatverandering eigenlijk willen ontdoen van de angst en het concreet en reëel houden. De meeste mensen geloven het weerbericht en handelen ernaar. Ik zou willen dat er ook een instantie bestond met objectieve berichtgeving over het klimaat die accuraat zegt ‘dit is het probleem’ en dat we die informatie allemaal aannemen en ons gedrag er op aanpassen. Op dat moment kun je gaan kijken in welke mate angsten rond het klimaat reëel zijn. Wij wisselen continu onze aandacht voor angstwekkende aspecten, door wat we horen en door wat in de media komt. Als er een vulkaan uitbarst is iedereen ineens bang voor vulkanen, als er een tsunami is dan voor tsunami’s. Als er straks in Amsterdam een bom ontploft dan spreekt niemand over klimaat, alleen over terrorisme. We hebben een kort geheugen. Als je langdurige aandacht wil voor dit probleem, heeft het op de lange termijn denk ik meer effect als we het bij reële berichtgeving houden in plaats van angst aan te wakkeren.”