Veel mensen zien de Italiaanse politiek als de uitzondering binnen Europa. Maar de Italianen zijn trendsetters, stellen wetenschappers van de Universiteit Utrecht. De aanpak van Mussolini, Berlusconi en Grillo vond navolging in de rest van de wereld.
Lui op het strand liggen, een beetje lummelen en af en toe een duik nemen. “Lange dagen niks doen in de zon en genieten van het leven. Dat is het beeld dat veel mensen hebben van het vakantieland Italië”, zeggen onderzoekers en Italië-experts Pepijn Corduwener en Arthur Weststeijn (Universiteit Utrecht). “Het lijkt vooral een land van stilstand en wanorde, maar bij politieke vernieuwing denk je vast niet aan Italië. Het land is wel degelijk een trendsetter”, betogen de twee wetenschappers.
In hun boek ‘Het Italiaanse experiment’ geven de auteurs een verfrissende blik op de moderne, politieke geschiedenis van Italië. Ze beschrijven hoe Benito Mussolini, Silvio Berlusconi, Beppe Grillo en Matteo Salvini populair werden en een voorbeeld vormden voor veel andere politici over de grens. Dat is bijzonder, want de meeste historici betogen het tegenovergestelde. Zij benadrukken dat Italië juist een uitzondering is in Europa en dus helemaal geen navolging kreeg. Nu veel mensen op vakantie zijn in het Zuid-Europese land voelt NEMO Kennislink de wetenschappers aan de tand.
Genieten van het goede leven
Eerst het misverstand: het beeld van Italië als louter ouderwets land van tradities. Dat veel Nederlanders en historici Italië zo zien, komt door diepgewortelde stereotypen, stellen de wetenschappers. “Velen denken dat het een land is waar het vooral rustig is, mensen het niet zo nauw met de regels nemen, de inwoners niet hard werken en vooral van het goede leven genieten. Maar als we de politiek door diezelfde bril bekijken dan gaat het mis”, zegt Weststeijn. “Veel Noord-Europeanen zien Italië namelijk als het tegenovergestelde van hun eigen land, waar burgers zich juist wel aan regels zouden houden en hard werken. Wij zien onszelf als modern, de norm en denken dat Italië daarvan afwijkt en dus achterloopt. Terwijl in dit land juist politieke trends eerder zichtbaar zijn dan elders.”
Een goed voorbeeld van het moderne Italië als voortrekkersland is de opkomst van Benito Mussolini. In 1922 komt hij aan de macht en blijft tot 1943 minister-president. Hij maakte van Italië een fascistische staat. Hij wordt door veel historici gezien als een uitzondering, een voorbeeld van hoe Italië een andere kant op ging dan de rest van Europa. Want daar waren immers vooral democratieën. De auteurs zien in Mussolini het beste voorbeeld van de voortrekkersrol van Italië. Hoe komt dat? “Door de grote kloof die in Italië altijd heeft bestaan tussen volk en elite. Een kloof die kenmerkend is voor de moderne politiek als zodanig, maar in Italië dieper gaat en juist daarom laat de Italiaanse geschiedenis zien hoe moderne politiek werkt”, zegt Corduwener.
Mussolini probeerde die kloof te dichten op zijn eigen manier. Hij stichtte een fascistische staat waarbij hijzelf als leider claimde dat hij de volkswil aanvoelde en het voorbeeld was van de ideale Italiaan. “Op die manier probeerde hij een brug te bouwen tussen de elite en het volk”, aldus Weststeijn.
Hitler kopieert Mussolini
Deze aanpak werd elders gevolgd. “Adolf Hitler probeerde later op eenzelfde manier de kloof tussen burgers en de bestuurlijke elite te dichten in Duitsland”, zegt Weststeijn. “En we zien die aanpak nu nog steeds, bijvoorbeeld bij Recep Erdogan in Turkije en Viktor Orbán in Hongarije. Natuurlijk zijn er ook veel verschillen tussen deze leiders. Onder Mussolini werd bijvoorbeeld de inzet van geweld veel normaler gevonden dan momenteel in Turkije en Hongarije. Maar de manier waarop Mussolini via zijn eigen persoonlijkheidscultus de burger en de bestuurlijke elite bij elkaar wilde brengen is daarna heel invloedrijk gebleken.”
In Italië is de kloof tussen burger en politiek vanaf het begin allesbepalend. Nog in de negentiende eeuw bestond het land uit allerlei verschillende stadstaatjes en had Oostenrijk grote delen van het land in bezit. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden meerdere pogingen gedaan om Italië één te maken, met al die verschillende regio’s onder een landelijk bestuur. Dat lukte uiteindelijk, vooral door de inspanningen van de rijke regio Piëmont in het noorden van het land. “Maar omdat de eenwording een eliteproject was, ontstond met de eenwording ook de grote kloof tussen het volk en de bestuurlijke elite”, zegt Coduwener.
De afgelopen decennia springt vooral politicus Silvio Berlusconi in het oog. Hij kwam in de jaren negentig aan de macht en werd in Nederland weggezet als een clown, een politicus die zich vooral vreemd en flamboyant gedroeg. “Hij werd gezien als de gekke Italiaan, die achter de vrouwen aanzit en rare grapjes maakt”, zegt Corduwener. “Mensen zagen hem als de uitzondering die alleen in dat land aan de macht kon komen. Maar ook Berlusconi vond veel navolging. Neem Donald Trump. Hij werd in de Verenigde Staten president. Het model van de zakenman, die met platvloerse humor inspeelt op emoties zien we nu in allerlei landen opduiken. Ze doen foute uitspraken om te choqueren. Er zijn natuurlijk ook verschillen. Trump kwam op binnen een bestaande partij, terwijl Berlusconi zelf een partij stichtte en langer aan de macht bleef. Maar het is een vergelijkbare persoonlijkheid en manier van politiek bedrijven.”
Wilders en Baudet kopiëren Berlusconi
Kijk maar eens naar de zeer platvloerse manier van spreken van Berlusconi. Hij doet dat om zich af te zetten tegen de gevestigde orde. In Italië bestond lange tijd een soort opvoedideaal. Op televisie en in de politiek vertelde de elite wat je gelezen moest hebben en hoe je je hoorde te gedragen. “Je zag dat onder meer in films, die waren doorspekt met morele lessen. Maar bij de televisiezenders van Berlusconi speelde dat geen rol, die draaiden om het vermaak. Zo gedroeg hij zichzelf ook: hij pretendeerde niet beter te zijn dan de gewone man. Trump deed dat op een vergelijkbare manier. Bovendien sprak Berlusconi via zijn eigen tv-kanalen het volk toe. Trump gebruikte daarvoor Twitter. Zo brachten ze ongefilterd hun eigen boodschap over aan hun achterban”, aldus Weststeijn.
En kijk dan eens naar Nederland, zeggen de auteurs. Daar zie je nu dezelfde invloeden. “Geert Wilders en Thierry Baudet zetten zich op een vergelijkbare manier af tegen de elite, de bestuurders van het land. Ze hebben het over de grachtengordel. Tegelijkertijd zit Geert Wilders al meer dan twintig jaar in de Tweede Kamer in Den Haag. Toch is de boodschap: wij zijn anders dan de elite en staan aan jullie kant. Het verzet tegen het establishment zit er zeker in.”
Inmiddels is Silvio Berlusconi al een tijdje van het politieke toneel verdwenen. De afgelopen jaren viel Beppe Grillo op. Hij was vooral bekend als komiek en zette in 2009 de Vijfsterrenbeweging (MoVimento 5 Stelle) op, een nieuwe politieke partij. De partij is volgens Grillo niet links of rechts, maar wel voor een directe democratie. Coduwener en Weststeijn noemen dit ‘platformpolitiek’, om te benadrukken dat Grillo burgers en bestuurders op een nieuwe plek bijeen wil brengen: via een platform, zoals Facebook of het online forum van de partij.
Sardientjes komen op
“Via platforms omzeilt de Vijfsterrenbeweging het parlement en de traditionele media”, zegt Corduwener. “Ze communiceren direct met hun achterban. Berlusconi deed dat via de televisie, Grillo via het internet. Op die manier belooft Grillo zijn kiezers inspraak in de politieke koers, om zo de kloof tussen elite en burgers te dichten. Dat is de belofte van het democratische gezicht van de platformpolitiek, al wordt die lang niet altijd nagekomen.”
Er is ook een ander gezicht. En dat is de rechts-populistische variant, volgens Corduwener en Weststeijn. Het bekendste Italiaanse voorbeeld is politicus Matteo Salvini van de partij Lega (voorheen Lega Nord). “Hij is een van de meest populaire politici en gebruikt fanatiek internet om een stevige band met zijn achterban op te bouwen. Hij presenteert zich als de sterke leider. Hier gaat het niet om inspraak van de leden of volgers. Salvini gebruikt Facebook vooral om zijn visie weer te geven en het beeld van een sterke leider te creëren, zodat kiezers op hem stemmen.”
Ook die aanpak werd gekopieerd door andere landen. Fanatiek gebruik van sociale media is bij moderne politici, en dan met name populisten, niet meer weg te denken. Maar ook hier kwam een reactie op in Italië. Er ontstond een sterke tegenbeweging. In 2019 gingen grote groepen mensen de straat op. “Ze trokken naar de piazza van hun stad of dorp, omdat ze fysiek bij elkaar wilden komen. Op die manier maakten ze een statement tegen de virtuele contacten van de platformpolitiek. Hun bijnaam was ‘de sardientjes’, omdat er zoveel mensen kwamen en ze dicht tegen elkaar aan stonden”, zegt Weststeijn. “Dat gebeurde vlak voor de coronamaatregelen die grote bijeenkomsten onmogelijk maakten. Ik ben zelf ook naar zo’n plein gegaan en merkte dat de bijeenkomsten geen duidelijke politieke agenda hadden, al waren ze wel vooral gericht tegen Salvini. Tegelijkertijd waren de sardientjes voor een positiever beeld van migratie en meer pro Europese Unie. Ze wilden geen leider op het schild hijsen, maar vooral hun stem massaal laten horen.”
En zo slaat de politiek in Italië weer een andere weg in. En als je naar Weststeijn en Corduwener luistert, dan zullen de andere landen waarschijnlijk weer volgen. Wil je de toekomst van de politiek weten, dan moet je naar het Zuid-Europese land kijken. “Italië experimenteert tot in de oneindigheid”, aldus Corduwener. “Dat komt vooral door de kloof tussen de bestuurlijke elite en het volk. Die is er nog altijd. De politieke strijd gaat erom die te dichten. Maar eigenlijk slaagt niemand er echt in. Die strijd is nog lang niet gestreden.”